In ‘Carmen – The Hopelezz Edition’ gaan klassieke muziek en drag hand in hand

Er is geen tijd om elkaar even de hand te schudden. De deur van Splendor zwaait open en Michael Gieler, artistiek leider van kamermuziekserie de IJ-Salon, holt gelijk terug naar zijn repeterende musici. Don José (tenor Mitch Raemaekers) stort net zijn hart uit aan Carmen (countertenor Maayan Licht) in Bizets bloemenaria, ‘La fleur que tu m’avais jetée’. Een grote groep dragqueens en dragkings slaat het gedoemde liefdesduo vanaf de vloer en de rand van het zaaltje gade. Houthakkersblouse, plooirokje in Schotse ruit, zwierige rode jurk, oversized epauletten: ze zijn alvast uitgedost in het rood, de kleur waarmee Bizets hit-opera uit 1875 onlosmakelijk verbonden is.

In de Amsterdamse muzikale vrijplaats klinkt het staartje van de voorlaatste repetitie voor Carmen – The Hopelezz Edition, zaterdagmiddag te horen in het Muziekgebouw aan ’t IJ. De voorstelling is een coproductie van de IJ-Salon en twee Amsterdamse drag-huizen: House of Hopelezz (voor dragqueens) en House of Løstbois (voor dragkings). Het idee voor de samenwerking komt van pianiste Vivianne Cheng, die als curator is betrokken bij het project. Ze trad al twee keer eerder op met de Amsterdamse drag performers. „Drag is voor hen niet alleen een optreden, maar ook een medium om op te komen voor mensenrechtenkwesties. Dat vond ik inspirerend”, vertelt Cheng ’s ochtends aan de telefoon.

https://www.youtube.com/watch?v=yNWR6sHu1Cs

Rebelleren

Ze zochten naar componisten die thematisch aansloten bij de combinatie van klassieke muziek en drag. De keuze viel op de Amsterdamse pianiste en componiste Henriëtte Bosmans (1895-1952), die relaties onderhield met zowel mannen als vrouwen. Als ik dood ga, mogen ze Carmen op mijn graf uitvoeren, schreef ze eens. Cheng: „Ze voelde zich kennelijk erg verwant met Carmen als operapersoonlijkheid. Bosmans bleef altijd trouw aan zichzelf en rebelleerde tegen de traditionele normen van haar tijd. Dat vond ze ook in Carmen.” Zaterdag klinken er operafragmenten uit Carmen, naast muziek van Bosmans zelf en van Benjamin Britten, met wie ze correspondeerde.

Op de zolder van Splendor gaat een zakje krokante pinda’s rond. Een grote roodharige pruik wordt zorgvuldig gefatsoeneerd en verdwijnt weer in een rugtas. Dragmoeder Taka Taka, creative director van de Amsterdamse gayclub Club ChUrch, geeft de leden van House of Hopelezz en House of Løstbois nog wat regieaanwijzigingen. „Jullie zijn een grote groep. Wees je bewust van hoe je over het podium beweegt. Gebruik je 360° vision.” Tijdens het omkleden benadrukt Taka Taka dat deze combinatie van klassieke muziek en drag performance er een is op basis van gelijkwaardigheid. „Zie drag als een kunstvorm op gelijke hoogte met andere kunstvormen. We willen niet hun plek innemen, maar een dialoog tot stand brengen: hoe kunnen we samen groeien op het podium?”

Stierenvechterskostuum

Beneden stuitert countertenor Maayan Licht nog na van de repetitie. „Ik rust wel uit als ik dood ben”, zegt hij theatraal. „Kijk, dit jasje vond ik in een tweedehandswinkeltje in Wenen.” Hij laat een foto zien van zijn Carmen-kostuum. Geen jurk, maar een zwartleren broek aan de bies versierd met knalrode bloemen van stof, en een kort zwart jasje versierd met glitters en lussen, dat doet denken aan een stierenvechterskostuum. „Het is nog helemaal nieuw, net couture”, glundert Licht.

Als countertenor is Licht gespecialiseerd in barokmuziek. De door en door romantische muziek van Bizet ligt ver buiten zijn normale werkterrein. „Maar ik dacht, cool, let’s do it! En toen ik het ging studeren, werd ik meteen verliefd. De muziek past goed bij mijn stem. En de drag performers, I love them, we hebben echt een band gekregen.”

Ontroerend

Deze repetitiedag, waarbij instrumentalisten, zangers en dragqueens voor het eerst samenkwamen, verliep in een razend tempo. „Het is heel intens”, zegt artistiek leider Michael Gieler als iedereen naar huis is. Het is over half elf. „In korte tijd zie je ontzettend veel mensen. Ik slaap eigenlijk al dagen niet goed. De voorbereidingen, de adrenaline …”

Met de IJ-Salon slaat Gieler, die ook soloaltviolist is bij het Concertgebouworkest, al achttien jaar de brug tussen klassieke muziek en andere kunstdisciplines. „Het is ontroerend om mensen te ontmoeten die iets heel anders doen dan wij klassieke musici. Normaal leeft iedereen zo in zijn eigen bubbel, maar omdat we in onze concerten vaak cross-overs creëren met andere disciplines, komen we in contact met mensen die we anders nooit zouden ontmoeten.” Zijn voornaamste doel is „om een toffe voorstelling te maken waarvan mensen iets mee naar huis nemen.” Wat dat deze keer is? Gieler is even stil, zoekend naar woorden. „Een liefdevolle gewaarwording van een ander.”

Carmen – The Hopelezz Edition wordt uitgevoerd op 9/3 in het Muziekgebouw aan ’t IJ (uitverkocht). Info: muziekgebouw.nl



Delen