Een wrat, een hand en een verdwenen echtgenote: hoe een 15de-eeuws schilderij 333 keer meer waard werd

Met zijn rode hoofddeksel, halflange haar, geprononceerde neus en melancholieke blik heeft hij iets van Tommy Cooper, de legendarische Britse slapstickgoochelaar. Wie deze laat-middeleeuwse ‘Tommy Cooper’ heeft geschilderd, is onbekend. ‘Zwabische School’, een streek in Zuid-Duitsland, staat in de Engelstalige Tefaf-catalogus bij Portrait of a Man with Red Hat. En de bij oude meesters zo belangrijke herkomstgeschiedenis loopt dood in 1928.

Tóch is ‘Man met rode hoed’ een van de topstukken van Tefaf, de jaarlijkse kunstbeurs die donderdag in Maastricht begint met twee openingsdagen voor genodigden. Dat blijkt ook uit de vraagprijs. Salomon Lilian, de in Amsterdam en Genève gevestigde handelaar in oude meesters, biedt het 52,5 bij 35,5 centimeter metende portret aan met een vraagprijs van 4 miljoen euro.

Die prijs stoelt op de kwaliteit en de ouderdom. Niet-religieuze 15de-eeuwse portretten zijn hoogst zeldzaam, zeker zo delicaat geschilderd. En de weinig wereldse portretten die bewaard zijn gebleven, bevinden zich vrijwel allemaal in museale collecties.

‘Man met rode hoed’ is een herontdekt, omstreeks 1482 geschilderd portret. De wijze waarop Salomon Lilian het schilderij wist te dateren en ook de vermoedelijke identiteit van de geportretteerde man achterhaalde, is een sterk staaltje kunsthistorisch detectivewerk. Onderzoek dat duidelijk maakt dat kennis, ervaring, lef en slagvaardigheid in de kunsthandel goud waard kunnen zijn.

Coronatijd

Terug naar maart 2022, coronatijd. La Suite Subasta, een klein veilinghuis in Barcelona, bood een anoniem schilderij aan van een man met een rode hoed. De beschrijving in de veilingcatalogus: „Vlaamse School, 15de- 16de eeuw, in de smaak van de Italiaanse renaissance. Herkomst: een vooraanstaande familie.” Het veilinghuis taxeerde de waarde op 8.000 tot 12.000 euro, een passende prijs bij deze omschrijving.

Handelaren als Salomon Lilian checken elke week op internet wereldwijd alle veilingen op zogenoemde sleepers, jargon voor verkeerd toegeschreven of anderszins over het hoofd geziene meesterwerken.

Lilian was beslist niet de enige handelaar met belangstelling voor de man met de rode hoed. Hij was wel de enige die het schilderij in Barcelona ging bekijken. „Ik koop nooit in op een foto op internet. Als er iets is, ga ik het zelf bekijken”, zegt hij. Met een negatieve covidtest op zak stapte hij in het vliegtuig.

Lilian had zijn huiswerk gedaan. Zijn onderzoeker en medewerker Jasper Hillegers had „een sprintje getrokken” en in de online databank van The Royal Institute for Cultural Heritage afbeeldingen gevonden van een aantal verwante schilderijen. Onder meer een knipsel uit een Duits kunsttijdschrift uit 1908. Daarin stond een reproductie van een dubbelportret van een man en vrouw, toegeschreven aan Dieric Bouts (ca. 1410-1475), een belangrijke 15de-eeuwse Vlaamse schilder. Hoewel duidelijk minder verfijnd geschilderd, kwam de man op het dubbelportret vrijwel overeen met het in Barcelona aangeboden schilderij.

Dat dubbelportret kon twee dingen beteken, legt Hillegers uit in de catalogus die de kunsthandel voor Tefaf maakte. Er moest een vrouwelijk pendant zijn bij het in Barcelona aangeboden mansportret, waarvan een kopiist later een dubbelportret had gesmeed. Of, tweede mogelijkheid, het Barcelonese portret was oorspronkelijk twee keer zo groot en is op een bepaald moment in tweeën gezaagd.

Delicaat geschilderd

Hillegers vond al snel een portret dat overeenstemde met de vrouw op het dubbelportret in het Duitse tijdschrift. Dat schilderij in een Zwitserse privécollectie was net zo delicaat geschilderd en exact even groot als het schilderij bij het veilinghuis in Barcelona. Ook ontdekte Hillegers dat het Spaanse schilderij in 1928 in Amsterdam was geveild, ook als een Dieric Bouts. De zoon van een vermaarde verzamelaar had het ingebracht.

Gewapend met die kennis vloog Lilian maart 2022 naar Barcelona. Vanwege de covid-restricties kon alleen per telefoon en per internet worden geboden. Toen hij zich had overtuigd van de kwaliteit van het schilderij kreeg Lilian toestemming om vanuit de verder lege veilingzaal mee te bieden. Hij troefde de concurrerende handelaren af. Voor 3,5 ton, zeventig keer de lage richtprijs, mocht hij zich de nieuwe eigenaar noemen. Lilian: „Door de goede voorbereiding en omdat ik het schilderij zo uitvoerig had kunnen bestuderen, was ik bereid nog veel hoger te gaan.” De benodigde exportvergunning bleek geen probleem.

Het eerste wat Lilian in Nederland aan zijn restaurateur vroeg, was een röntgenopname van het schilderij. Die opname maakte twee dingen duidelijk. Er kwamen diverse zogenoemde pentimenti aan het licht. Dat zijn voor het blote oog soms onzichtbare onderschilderingen, waaruit blijkt dat een schilder zijn originele opzet verbeterde. Die pentimenti bevestigden dat het in Barcelona gekochte portret een origineel moest zijn en het dubbelportret in het Duitse kunsttijdschrift een kopie.

De röntgenopname maakte ook duidelijk dat het mansportret oorspronkelijk dubbel zo groot was. Op het dubbelportret in het tijdschrift rust de rechterhand van de vrouw liefdevol op de schouder van de man. Die hand is op de röntgenopname zichtbaar; na het verzagen van het oorspronkelijke dubbelportret is de hand van de vrouw op het mansportret overgeschilderd.

Door de kleding op een paar vergelijkbare portretten in de National Gallery in Londen en Musea Thyssen-Bornemisza in Madrid kon het gescheiden dubbelportret gedateerd en gesitueerd worden als een eind 15de-eeuws portret uit Zuid-Duitsland. Dendrologisch onderzoek wees uit dat het paneel van sparhout vanaf 1481 beschilderbaar was.

Wrat

Resteerde de identificatie van de man met de rode hoed. Alleen zeer vermogenden konden destijds opdracht geven voor zo’n kostbaar dubbelportret. Bij het achterhalen van de identiteit speelde de zeer lange en enigszins gebogen neus van de geportretteerde man een rol. Net als de wrat op de neus, die tijdens het schoonmaken van het schilderij te voorschijn kwam.

Lang verhaal kort: de man met de rode hoed is waarschijnlijk graaf Eitel Friedrich II von Hohenzollern (1452-1512), een vooraanstaand bestuurder in Zuid-Duitsland waarvan meer portretten bewaard zijn gebleven. De gelijkenis van die portretten met ‘Man met rode hoed’ is groot. Op een geëtst portret van Friedrich zit de wrat aan de ‘verkeerde’ kant van zijn neus – zoals het hoort dus, want een ets biedt een gespiegeld beeld van een geportretteerde.

Friedrich II huwde in 1482, dus precies toen het paneel van het portret beschilderbaar was, met Magdalena (1460-1496), dochter van markgraaf Frederik van de Altmark. Het dubbelportret zou bij hun verloving of huwelijk geschilderd kunnen zijn, schrijft Hillegers in de Tefaf-catalogus van Salomon Lilian. De hand van Magdalena op Friedrichs schouder en de papierrol in zijn linkerhand, mogelijk een huwelijksakte, wijzen op hun innige band.