Nederland is met zeespiegelstijging van vijf meter nog steeds ‘veilig en leefbaar’

Nederland kan niet slechts een zeespiegelstijging van drie meter het hoofd bieden, maar zelfs een zeespiegelstijging van vijf meter. Zo’n enorme stijging, die pas over ruim 150 jaar kan worden verwacht, zal ingrijpende verandering van het land vergen maar Nederland is in dat geval nog steeds „veilig en leefbaar”. Ook zal de Randstad z’n functie als drukbevolkt „economische hart” niet verliezen. Wel neemt de wateroverlast toe en is onvoldoende zoet water beschikbaar om altijd en overal de verzilting tegen te gaan.

Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een omvangrijke reeks onderzoeken van het zogenoemde Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Dit programma werd vijf jaar geleden ingesteld door het kabinet en de Deltacommissaris. Maandag worden de resultaten daarvan gepresenteerd op een congres in Bussum. Enkele maanden geleden presenteerde het Kennisprogramma de bevinding dat Nederland een zeespiegelstijging van drie meter technisch aan zou kunnen. Nu blijkt dat ook een hogere stijging Nederland niet hoeft te bedreigen – mits er ingrijpende maatregelen volgen.

Een eerste vingeroefening

Nederland hoeft nu nog geen definitieve keuzes te maken uit een reeks maatregelen die het land veilig en leefbaar kunnen houden bij een zeespiegelstijging van meer dan drie meter. De studie naar de mogelijkheden om het land aan te passen aan de klimaatverandering vanuit zee worden dan ook „een eerste vingeroefening” genoemd. Wel loont het de moeite nu al maatregelen te nemen die in de verre toekomst in alle gevallen goed uitpakken, dat is „uiterst belangrijk”.

Zo zal Nederland hoe dan ook moeten leven met minder zoet water voor het terugdringen van zout water uit zee, dus is het nu al goed bij sluizen de hoeveelheid binnendringend zout water te verminderen. Een andere maatregel waarmee nu al kan worden begonnen, is het reserveren van meer ruimte langs waterkeringen zoals dijken.

Randstad moet blijven

Aanpassing aan een zeespiegelstijging van vijf meter vergt een „grote inspanning”, aldus het rapport, zoals de aanleg en het onderhoud van infrastructuur, en voor de maatregelen is bovendien veel ruimte nodig en moet het landgebruik veranderen. Daarbij is het „essentieel” dat Nederland genoeg verdienvermogen houdt om klimaatadaptatie in het hele land te bekostigen. „Dit betekent dat gebieden waar het economisch verdienpotentieel hoog is, zo lang mogelijk beschermd moet blijven tegen overstromingen.”

Om die reden is het onverstandig de laag gelegen Randstad te verplaatsen, blijkt uit onderzoek dat het Kennisprogramma hiernaar heeft laten doen. „Het verdienvermogen kan niet zomaar verplaatst worden naar een ander deel van het land. In de Randstad is bovendien te weinig ruimte om de inwoners en de economische waarde op een andere manier te beschermen tegen overstromingen. Nieuwbouw op terpen levert te weinig ruimte voor het grote aantal inwoners en ringdijken rond stedelijk gebied zijn uiteindelijk duurder dan behoud van de huidige keringen.” Ook „leert de geschiedenis”, aldus het rapport, dat het verplaatsen van een economische kern van een land „lastig te sturen is”.

Drie soorten aanpassingen

Er zijn grofweg drie verschillende manieren waarop Nederland zich aan de zeespiegelstijging op langere termijn kan aanpassen, leert het rapport. De eerste is ‘meebewegen’ met de gevolgen van de zeespiegelstijging, waarbij de „krachten van de natuur” worden benut. „Denk bijvoorbeeld aan verhoogd of drijvend wonen, zouttolerante landbouw en verschuiving van investeringen naar hoog-Nederland.”

De tweede is het versterken van de huidige strategie om het land te beschermen tegen de zee met dijkversterkingen, stormvloedkeringen, sluizen, stuwen, gemalen en pompen. Daarbij kunnen riviermondingen zelfs worden afgesloten.

De derde manier is de zeewaartse aanpak: de aanleg van een groot meer voor de kust van Zuidwest-Nederland. „Dit meer gebruiken we om hoge rivierafvoeren tijdelijk te bergen en de verzilting te verminderen.”

Een zogenaamde vistrap naast een stuwdam in de Maas bij het Noord-Brabantse Sambeek. Hierdoor kunnen vissen langs de stuw zwemmen.
Foto Flip Franssen

Rivierwater veilig naar zee

Het maken van een keuze uit een van deze „denkrichtingen” is nu niet aan de orde. In de praktijk zal vermoedelijk een combinatie van maatregelen uit de drie manieren van aanpassing het beste uitpakken. In alle gevallen is het zaak na te denken hoe Nederland de grote hoeveelheden rivierwater van Rijn en Maas veilig en snel naar de hoge zee kunnen leiden.

Op langere termijn, stelt het Kennisprogramma, zijn landelijke keuzes noodzakelijk over de volgende kwesties: de verdeling van het rivierwater van de Rijn; de mogelijke afsluiting van de Rijnmond, eventueel met specifieke bescherming van Rotterdam en de Drechtsteden, wellicht door er een ‘Deltapolder’ van te maken; de berging van rivierwater in de zuidwestelijke deltawateren; de aanleg van een meer voor de kust van de zuidwestelijke delta; het verhogen van het waterpeil in het IJsselmeer; het al of niet stimuleren van bewoning en economische activiteit in hoger geleden delen van Nederland.


Lees ook
Dijken ophogen is niet genoeg, het is tijd om groots te denken

De jaarlijkse functioneringssluiting van de <strong>Maeslantkering </strong>en <strong>Hartelkering </strong>voor aanvang van het stormseizoen. ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/nederland-is-met-zeespiegelstijging-van-vijf-meter-nog-steeds-veilig-en-leefbaar.jpg”><br />
</a></p>
<h2 class=Afsmelting Antarctica

De onderzoeken van het Kennisprogramma werden ingesteld na berichten over een eventuele versnelling van de eerder verwachte zeespiegelstijging. Die versnelling, schrijven de onderzoekers, wordt nog sterker als Antarctica versneld afsmelt. „Dan kan de zeespiegel rond 2100 wel twee meter hoger staan en is een stijging tot vijf meter in 2200 niet uit te sluiten.”