Tv-recensie | Het bestaat: een programma waarin Johan Derksen drie kwartier zijn mond houdt

Het gaat niet goed met het amusement op de zaterdagavond. Kijkcijfer-fetisjist Tina Nijkamp luidt de noodklok. Zij meldt dat programma’s als Bij Van Duin op de Achterbank (596.000 kijkers), Ik hou van Holland (620.000) en VriendenLoterij Miljonairs (639.000) zwaar onder de maat scoren. Twee van die shows zijn heel oud. Zijn de kijkers erop uitgekeken? Mogelijk. Al blijven andere gouwe ouwen als Wie is de Mol (2 miljoen) wel veel kijkers trekken. Quizzen en panelshows lopen überhaupt niet meer, zegt Nijkamp desgevraagd.

VriendenLoterij Miljonairs (sedert 1999) met Robert ten Brink valt op tussen het amusementsaanbod omdat het bloedserieus is. Een kandidaat moet in een donkere arena vijftien meerkeuzevragen beantwoorden. Als hij ze allemaal goed heeft, krijgt hij een miljoen. In een kwart eeuw tijd is dat twee keer gelukt. Het spel gaat heel langzaam. De kandidaten doen er eindeloos over om te antwoorden, ook als ze het meteen weten. Zouden ze daar vooraf in getraind worden, de zaak vertragen om de spanning erin te houden?

Het verband met sponsor de VriendenLoterij is dun. Halverwege zit een filmpje waarin Irene Moors een cheque van één miljoen euro uitreikt aan de nietsvermoedende winnaar van de loterij. Dat was eigenlijk het leukste. Winnaar Mieneke uit Breda – ze droeg een sjaal met damhertprint – riep van blijdschap twee keer: „Tita!” of „Tiete!” Zou dat dialect zijn?

Volgens Tina Nijkamp doen programma’s in de vooravond het steeds beter in verhouding tot de primetimeshows. Veel mensen kijken televisie tot na het journaal. Daarna gaan ze iets leuks doen. Maar wat? De cafés en bioscopen zitten niet vol. Vroeg naar bed? Nee, de gemiddelde Nederlander gaat om vijf over elf onder de wol.

Zo bleek uit een vraag in Ik hou van Holland (sedert 2008). Deze wit-nationalistische show rond Linda de Mol haalde op haar hoogtepunt 2,5 miljoen kijkers. Nu is daar een kwart van over. Nederlandse liedjes zingen, een paar makkelijke vragen, het gaat vooral om de uitgelaten sfeer. De Mol en haar kandidaten liggen doorlopend in een deuk. Hier en daar wat dubbelzinnigheden over voorhuid, foef, oude doos.

Vroeger hadden ze een Chinese man die ritueel werd uitgelachen. Dat was het hoogtepunt van de show. Maar die man is er niet meer. Het programma van John de Mol is aan zo’n dertig landen verkocht, ook aan China. Wie zouden ze daar ritueel hebben uitgelachen? Een Oeigoer?

Rode Rolls

Bij Van Duin op de achterbank bestaat een jaar. Vorig seizoen stond het programma van André van Duin op vrijdag. Met de verhuizing naar de zaterdag is het om onduidelijke redenen allemaal kijkers kwijtgeraakt. Van Duin rijdt rond in een rode Rolls uit 1928 en haalt andere komieken op. Tijdens de rit praten ze over het vak aan de hand van favoriete sketches. Het lijkt op op Comedians in Cars Getting Coffee.

Behalve dat de toon nostalgisch is en het programma niet bedoeld is om te lachen. Het is wel warm en gezellig. Claudia de Breij vertelde zaterdag dat ze op de middelbare school een hasjhond speelde in de kerstmusical. Ze koos een fragment uit Monty Python’s Life of Brian („Yes we are all individuals!”). Dat vond ze de beste grap aller tijden. Ze wil hem op haar begrafenis vertonen. Van de drie genoemde programma’s is Bij Van Duin het leukste, onder meer omdat de presentator van de drie de sympathiekste en meest begaafde is.

Als gimmick blijkt op het eind van de rit dat de chauffeur een bekende Nederlander is. Dit keer was dat Johan Derksen. Hè, wat een domper, het was net zo gezellig. Op zich heeft Derksen wel iets van een ouderwetse taxichauffeur: ongevraagd eindeloos kankeren op vrouwen en minderheden. In dit programma hield hij trouwens drie kwartier zijn mond.