Opinie | Wilders of geen Wilders: een nieuwe coalitie moet de maatschappelijke breuk helen

Riskante timing. Net op het moment dat er stabiele westerse democratieën nodig zijn tegenover de autocratische dreiging van Rusland, China en Iran, zijn die westerse democratieën sterk intern verdeeld en gepolariseerd. Zie het Trump-kabaal in Amerika. Zie het Frankrijk van Macron en Le Pen. Zie Duitsland met de impopulaire Stoplicht-regering en de opmars van de extremistische Alternative für Deutschland (AfD).

Er doen zich twee dominante ontwikkelingen tegelijkertijd voor: de trendbreuk in de wereldpolitiek na de Russische invasie in Oekraïne, en een anti-globaliseringsopstand van nationaal-populistische, radicaal-rechtse partijen tegen de gevestigde politiek. Hoe zijn die trends met elkaar te verzoenen? Dat is dringend nodig, want met verdeelde westerse samenlevingen kan er geen veiligheid en weerbaarheid tegenover autocratie zijn.

Dit is ook precies wat er op het spel staat in de kabinetsformatie van dit moment. Nederland wil zijn veiligheidsbewustzijn drastisch vergroten, meer investeren in defensie en in Europese samenwerking, maar tegelijk wordt het land doorkliefd door een harde scheidslijn tussen de gevestigde bestuurlijke orde en de uitdagers daarvan. De meest zorgelijke vraag daarbij is of de PVV van Wilders wel serieus onderdeel wil zijn van de Euro-Atlantische gemeenschap (EU en NAVO). Een vraag die voor de internationale reputatie en betrouwbaarheid van Nederland ten minste zo belangrijk is als de ongrondwettelijke schijnbewegingen van de PVV.

Democratisch ongeluk

Er zijn mensen die de enorme verkiezingsoverwinning van Wilders’ PVV een ‘democratisch ongeluk’ hebben genoemd. En inderdaad, wie had een half jaar geleden gedacht dat de PVV de grootste partij van Nederland zou worden? Niemand. Ook Wilders en de PVV zelf niet, wat zich laat aflezen aan het PVV-verkiezingsprogramma, dat totaal niet voor serieus regeren geschreven is.

Duidelijk is dat de kiezers die massaal op Wilders gestemd hebben een stuk minder radicaal zijn dan dat programma. De overgrote meerderheid van Nederland moet niets hebben van een Nexit, maar koestert een lauw-pragmatische houding ten opzichte van de EU. Velen maken zich zeker zorgen over de aanpassingsbereidheid van de islam in Nederland, maar men is daarin veel minder fanatiek en onrechtstatelijk dan Wilders zelf.

Een kabinet met Wilders is een even grote gok als een kabinet zonder Wilders

Een fors deel van het Nederlands electoraat lijkt vooral een grote middelvinger naar de gevestigde politiek te hebben willen opsteken. Men eist beter presterend en minder technocratisch bestuur en een sociaal-conservatieve correctie op het economisch en cultureel liberalisme van Randstedelijke hoogopgeleiden. Aanvankelijk had men die veranderingshoop op Pieter Omtzigt geprojecteerd, maar in de allerlaatste fase van de verkiezingscampagne werd deze verruild voor ‘paardenmiddel Wilders’. Eerste resultaten van het Nationaal Kiezersonderzoek (NKO) laten zien dat veel Nederlanders moeite hebben met de onbeheerste en slecht begeleide migratie, die twijfel zaait of Nederland nog wel Nederland blijft.

Nederland ziet zichzelf graag, en niet helemaal onterecht, als een van de best georganiseerde landen ter wereld, waar het uiteindelijk redelijk rechtvaardig toegaat. Dat zelfbeeld is de laatste jaren zwaar aangetast geraakt. Door de Toeslagenaffaire en het gasschandaal van Groningen. Door de chaotische opvang van vluchtelingen en de schaarste op de woningmarkt. Maar ook door de oneerlijke energietransitie en de rechtstaat-aantastende drugseconomie.

Kans en risico

Het overheersende beeld van de verkiezingsuitslag is toch dat van een opstand van afgehaakt Nederland en de regio tegen bestuurlijk Nederland. En daarin schuilen precies de kans én het risico van de huidige kabinetsformatie.

Grote delen van de bevolking voelden zich niet langer vertegenwoordigd of gerespecteerd. Dat gevoel neemt toe als men lager opgeleid is, een migratieachtergrond heeft of verder van de Randstad afwoont. Toen Nederland transformeerde van ‘zuilen-democratie’ in ‘volkspartijen-democratie’ en vandaar in een ‘hoogopgeleiden-democratie’, zijn deze mensen ergens onderweg afgehaakt.

Een nieuw te vormen regering biedt in potentie een kans op verzoening tussen Randstad en regio, tussen hoogopgeleid Nederland en middelbaar opgeleid Nederland, tussen liberale kosmopolieten en sociaal-conservatieve gemeenschapsdenkers, oudkomers en nieuwkomers, boeren en stedelingen.

Opvattingen van grote delen van de bevolking botsen op internationale verdragen en rechtspraak

Informateur Plasterk duidde op deze correctie door wat ongelukkig te spreken van de vorming van een ‘volkskabinet. Hij doelde daarmee op de verregaande segregatie tussen hoogopgeleiden en lager opgeleiden, die onlangs ook door het CBS aan het licht is gebracht, met als uitkomst dat juist hoogopgeleid en welvarend Nederland de meest naar binnen gekeerde biotoop voor zichzelf heeft gevormd.

Toch moet men erg oppassen met de tegenstelling tussen ‘volk’ en ‘elite’, omdat het gevaarlijke van het populisme de mythe van een homogene volkswil is. Dat anti-pluralisme tegenover een vermeende elite en ‘volksvijanden’ moet juist bestreden worden.

Maatschappelijke lakmoesproef

Nederland is met de laatste verkiezingen precies terecht gekomen in de clash tussen ‘illiberale democratie’ en ‘technocratische bestuursstaat’, zoals treffend beschreven wordt in Yascha Mounks The People vs. Democracy. Opvattingen van grote delen van de bevolking botsen op internationale verdragen, rechtspraak en beeldschermbeleid zonder maatschappelijke lakmoesproef.

Er doet zich dan ook een strategisch dilemma voor. Hoe om te gaan met de nationaal-populistische aanval op de gevestigde orde? In Duitsland gaat men massaal de straat op en demonstreert men, onder het motto #NieWiederIstJetzt, tegen de AfD. Dat is tegelijk wel de meest ‘bruine’ rechts-populistische partij van Europa, met neonazi’s in de gelederen die onder observatie staan van de inlichtingendiensten. En niet met een leider die op de hitlist staat van het jihadisme en beter beveiligd is dan het koningshuis.

Men kan de PVV en de PVV-kiezers ook domrechtse fascisten noemen, wat nogal eens gebeurt bij ‘verpolitiekte’ politicologen en columnisten van kwaliteitskranten, maar je moet zoiets maar durven zeggen van de inwoners van Emmen, Roermond of Meppel, waar de PVV veruit de grootste partij was.


Lees ook
Zo dreigt Oekraïne een splijtzwam in de formatie te worden

De ambassadeur van Oekraïne, Oleksandr Karasevych (rechts) en de Bredase wethouder onderwijs Arjen van Drunen (links) voetballen met leerlingen tijdens een bezoek aan de <strong>Oekraïense school</strong> in Breda.   ” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/03/opinie-wilders-of-geen-wilders-een-nieuwe-coalitie-moet-de-maatschappelijke-breuk-helen.jpg”><br />
</a></p>
<p>De derde strategie is die van absorptie en integratie: ‘polderen met Wilders’. Dit is wat momenteel in de kabinetsformatie lijkt te gebeuren, al kent niemand de afloop. Die strategie vraagt om een grote verantwoordelijkheid van de andere partijen, meer of minder gevestigd, maar ook van de PVV. Is Wilders uit op compromisvorming of op stennis? Op rancunepolitiek of beter presterend bestuur? Een kabinet met Wilders is een even grote gok als een kabinet zonder Wilders. </p>
<p>Hoe dan ook, voor elke denkbare coalitie is het urgent de maatschappelijke breuken en democratische kloof te helen. Een zekere mate van gemeenschappelijkheid in het westerse bondgenootschap, binnen de EU en in de nationale democratie, is nodig om in tijden van oorlog en autocratische dreiging weerbaar te kunnen zijn.  </p>
<p><dmt-util-bar article=