ASR was eind november de eerste. De verzekeraar sloot het hoofdpijndossier van de woekerpolisaffaire af door een overeenkomst met vijf claimclubs, ter waarde van een kwart miljard euro. Daarna volgden de andere grote Nederlandse verzekeraars. Eerst NN, in februari Achmea.
In het persbericht over de jaarcijfers die ASR donderdag over 2023 presenteerde, reflecteert bestuursvoorzitter Jos Baeten op de overeenkomst. Nu ook andere verzekeraars „de handschoenen oppakken”, heeft de sector als geheel volgens hem de kans „dit dossier gezamenlijk te sluiten”. Komende maanden worden de overeenkomsten tussen verzekeraars en claimclubs gefinaliseerd en voorgelegd. Als 90 procent van de aangesloten gedupeerden akkoord gaat, volgt uitbetaling.
De affaire met beleggingsverzekeringen – al noemt niemand de producten nog zo sinds tv-programma Radar ze als ‘woekerpolissen’ bestempelde – begon achttien jaar geleden. Toen werd duidelijk dat deze beleggingsproducten, waarvan er vooral in de jaren negentig heel veel werden verkocht, vaak niet het rendement opleverden dat klanten was voorgespiegeld. Het ging om ongeveer de helft van de circa zeven miljoen verkochte polissen.
Lees ook
Woekerpolisaffaire schudde verzekeringssector door elkaar
Waarom komt hier nu pas een einde aan voor de klanten en de sector?
„Kijk, het heeft veel te lang geduurd, laat ik daar duidelijk over zijn. De belangrijkste oorzaak daarvan is dat wij hierover al in 2010-2012 overeenkomsten sloten met belangrijke consumenten- en claimorganisaties. Dat gaf ons toen eigenlijk de overtuiging: we hebben het geregeld.
„Maar daarna kwam een nieuwe cyclus op gang van claims en rechtszaken. En daar hebben wij als sector lang op gereageerd met: ja, maar we hebben toch al de dingen gedaan die we moeten doen? Waarom begint het nu weer opnieuw?”
De „ontwikkeling van de rechtspraak” hielp de branche volgens Baeten opnieuw over de zaak na te denken. Afgelopen jaar deed het gerechtshof namelijk een uitspraak in hoger beroep die de verzekeraars verraste. Het hof oordeelde toen dat NN en Aegon Nederland (nu onderdeel ASR) bij de verkoop van de beleggingsverzekeringen grote fouten hadden gemaakt. ASR ging, net als NN, in cassatie tegen de uitspraak, maar ging tegelijk gesprekken aan met de claimclubs om tot een oplossing te komen. Baeten: „We hadden in de stand kunnen blijven ‘dat we het al opgelost hadden’. Maar dat was kennelijk niet de perceptie van de samenleving. Dus toen zijn we opnieuw aan tafel gaan zitten.”
Dat leidde er uiteindelijk toe dat ASR 250 miljoen euro beschikbaar stelt als vergoeding voor leden van de claimclubs. Nog eens 50 miljoen euro is uitgetrokken voor ‘schrijnende gevallen’ die zich niet hadden aangesloten. De cassatiezaak is ingetrokken.
Hoe kijk u terug op deze affaire?
„Een deel van de problematiek is ontstaan doordat producten gewoon te ingewikkeld waren en te veel mensen niet precies in de gaten hadden hoe zo’n product werkte. Dat is een belangrijke les, die de sector nu heel sterk heeft geïmplementeerd. Wij hebben als leverancier de heilige plicht ervoor te zorgen dat producten erg helder zijn en dat we verifiëren dat mensen ook echt begrijpen wat ze kopen.”
Deze affaire heeft wel een enorme vertrouwensbreuk veroorzaakt tussen verzekeringswereld en samenleving. Dat vertrouwen komt niet snel terug.
„Ik denk dat wij er als sector alles aan moeten doen om te bewijzen dat wij het vertrouwen waard zijn. En ik denk dat we daar de afgelopen periode al veel in geïnvesteerd hebben. Er gaat heel veel goed en we laten op tal van plekken zien dat we een serieuze, positieve bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. We investeren bijvoorbeeld in betaalbare huurwoningen in de middensector. We hebben bij onze arbeidsongeschiktheidsverzekeringen ook bewezen goed in staat te zijn mensen terug naar de arbeidsmarkt te kunnen begeleiden.
„Maar voordat deze kras van ons blazoen is – daar zal tijd overheen gaan. We zullen er de tijd voor moeten nemen, iedere dag opnieuw moeten laten zien dat wij het vertrouwen waard zijn.”
Heeft de branche ooit iets van excuses aangeboden?
„Op individueel niveau is veel gepraat met klanten en we hebben laten zien dat ook wij dit een pijnlijke affaire vinden. ‘Sorry’ zeggen vind ik dan zelf wat goedkoop; woorden lossen dit niet op. Ik denk dat ander gedrag tonen een veel sterker excuus is voor wat er gebeurd is. Het gaat vooral om wat je ervan geleerd hebt, en dat je laat zien dat dit nooit meer mag gebeuren.”