Het risico op (seksueel) wangedrag in de vrouwengevangenis is te groot. Dat concludeert de Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag Mariëtte Hamer in een donderdag gepubliceerd adviesrapport. Zo maken medewerkers vaak seksueel getinte opmerkingen naar vrouwelijke gevangenen, en verrichten zij in sommige gevallen seksuele handelingen met gevangenen, al dan niet gedwongen. Volgens Hamer is elke vorm van seksueel contact tussen gevangenen en medewerkers strafbaar.
Een van de factoren die het risico op seksueel wangedrag in vrouwengevangenissen vergroot, is het machtsverschil tussen gedetineerden en het personeel. Als een organisatie veel hiërarchie kent, is de kans op seksueel grensoverschrijdend gedrag groter. De machtsverhouding binnen de gevangenis maakt het voor de slachtoffers ook lastiger om over wangedrag te spreken, omdat ze bijvoorbeeld bang zijn voor medewerkers en denken niet serieus genomen te worden.
Volgens Hamer zijn vrouwelijke gedetineerden extra kwetsbaar voor seksueel wangedrag, omdat ze bijvoorbeeld een traumatisch of problematisch verleden hebben. Of ze zijn in sommige gevallen (verstandelijk) gehandicapt. Deze en andere gedetineerden krijgen vaak een-op-een begeleiding van het personeel, wat ook het risico op grensoverschrijdend gedrag vergoot.
Lees ook Cipiers van Utrechtse vrouwengevangenis beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag
Om de risico’s te verminderen is een cultuurverandering nodig, vindt Hamer. Zo moet het taboe rondom seksueel wangedrag doorbroken worden. Bijvoorbeeld door een veilige omgeving te creëren voor gevangenen om zich vrij uit te kunnen spreken.
Er is gelogen, zegt minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) deze maandag voorafgaand aan een overleg in de Tweede Kamer. Hij doelt op de verhalen die rondgaan over de ministerraad van vorige week maandag, waar anti-Marokkaanse en racistische uitspraken zouden zijn gedaan. Hij herkent zich „totaal niet” in „heel veel woorden” die hij voorbij zag komen. Woorden die deels aan hem werden toegeschreven. Tegelijkertijd wil Heinen maandagmiddag niet álle geruchten ontkennen.
De ministerraad van maandag 11 november was aanleiding voor een kabinetscrisis. Voor staatssecretaris Toeslagen Nora Achahbar (NSC) zouden uitspraken in die vergadering, toen het kabinet sprak over het geweld in Amsterdam, mede reden zijn geweest om uit het kabinet te stappen. In haar ontslagbrief heeft ze het over de „polariserende omgangsvormen van de afgelopen weken”. Toen ze vrijdag zei te willen vertrekken, volgde urenlang crisisoverleg op het Catshuis. De vraag die centraal stond: wat doen de andere bewindslieden van NSC? Uiteindelijk besloot de partij in het kabinet te blijven.
In media werd van alles gelekt over wat over moslims en Marokkaanse Nederlanders zou zijn gezegd tijdens de ministerraad. „Halalvreters”, zouden ze zijn genoemd. Antisemitisme zou „diep in het dna” zitten van moslims. De term „kutmarokkanen”, zou zijn gevallen. En antisemitisme zou niet „als een puist met pus uitgeknepen” kunnen worden. Het zou van ministers van meerdere partijen zijn gekomen, maar de enige naam die klonk, was die van Heinen.
Antisemitisme
Heinen wil reageren op de verhalen. Dit weekend heeft hij „eraf gelegen”, zegt hij, vanwege de berichten over vrijdag. „Je herkent je er totaal niet in. Ik zag ook echt flagrante leugens voorbijkomen”, zegt hij.
Tegelijkertijd wil hij niet alle geruchten ontkennen. Hij wil „de leugens” niet „één voor één aflopen”. Heinen kan niet duiden of hij iets zou hebben gezegd wat opgevat zou kunnen worden als racistisch. „Dan vraagt u mij om in de huid van anderen te kruipen.” Heinen heeft, zegt hij, vooral geprobeerd te zeggen dat hij geen groepen tegenover elkaar wilde plaatsen. Hij heeft antisemitisme volgens hemzelf een „breed probleem” genoemd, dat een brede aanpak vereist.
Ik zag ook echt flagrante leugens voorbijkomen
De eenvoudigste manier om alle geruchten te smoren, is openbaarmaking van de notulen van de ministerraad. Dat noemt Heinen een dilemma. „Enerzijds zou ik willen zeggen: kom maar in de keuken kijken, want dit slaat nergens op. Anderzijds moeten we het land goed kunnen besturen en moeten we in de ministerraad in vertrouwen met elkaar kunnen spreken.” Het lijkt er vooralsnog niet op dat er een debat komt over de crisis van afgelopen vrijdag.
Dat nu al twee staatssecretarissen van Heinens ministerie vertrokken – eerder stapte Folkert Idsinga (NSC) op – heeft volgens de minister van Financiën niet met hem te maken. Hij heeft „goed en professioneel” met de staatssecretarissen samengewerkt en heeft daar ook nog navraag over gedaan op het ministerie, zegt hij. Achahbar had hij niet veel gesproken, laat Heinen weten. Maar de keren dat hij haar wel sprak, verliep dat „altijd vriendelijk”.
Lees ook
Van Vroonhoven ziet geen racisme in kabinet, ‘Achahbar maakte persoonlijke afweging’
De voormalige strafadvocaat Inez Weski staat op 14 januari volgend jaar voor het eerst in een openbare zitting voor de strafrechter. Ze is gedagvaard als verdachte van deelname aan de criminele organisatie van Ridouan Taghi, die zich bezighield met internationale drugshandel en het witwassen van crimineel geld.
De dagvaarding is vorige week aan Weski betekend. De verdachte advocaat (69 jaar) werd op 21 april 2023 in haar woning gearresteerd. Ze kwam na 41 dagen voorarrest weer op vrije voeten. Een paar jaar geleden kreeg het Openbaar Ministerie toegang tot een versleutelde berichtenservice die vaak door criminelen wordt gebruikt, wat geleid zou hebben tot de verdenkingen tegen Weski.
Sindsdien voerde Weski verschillende juridische procedures die voornamelijk handelden over de vraag welke informatie het OM mag gebruiken die bij haar thuis en op haar kantoor in beslag is genomen. Weski stelt zich op het standpunt dat een advocaat een beroepsgeheim heeft: de plicht om wat aan hem of haar in de functie van advocaat is toevertrouwd, geheim te houden. „Cliënten en anderen die de advocaat in vertrouwen nemen, mogen erop rekenen dat een advocaat dat recht respecteert en zich op zijn verschoningsrecht als geheimhouder kan beroepen”, vertelde ze eerder dit jaar aan NRC in een interview. Weski kondigde aan nooit te zullen praten over zaken als de verdachte appjes. Ze kan immers de geheimhoudingsplicht „niet verloochenen, zelfs als dat mijzelf zou kunnen redden”.
‘Toezeggingen’
Haar voormalige cliënt Taghi werd in februari van dit jaar veroordeeld tot levenslang. Hij was volgens de rechtbank „de onbetwiste leider” van een criminele organisatie, verantwoordelijk voor vijf moorden, twee pogingen tot moord en meerdere voorbereidingen van moord.
Het strafproces tegen Weski wordt gehouden in de rechtbank van Rotterdam. Eerder dit jaar, in april, publiceerde ze het boek Het geluid van de stilte over de wijze waarop ze na haar arrestatie door het OM is behandeld. Ze zegt onder meer dat ze tijdens haar detentie in de gevangenis in Nieuwersluis door twee officieren van justitie is benaderd om kroongetuige te worden. „Mij worden allerlei wollige opties en verhulde toezeggingen voorgeschoteld, kennelijk in de sfeer van het worden van kroongetuige of hoe dan ook het geven van informatie. Men kan wat voor mij betekenen, ik zou naar het buitenland kunnen.”
Het OM wilde niet op haar beweringen reageren. Dit gebeurt op de zitting, aldus justitie. Bij het OM groeide het afgelopen jaar de irritatie over de wijze waarop Weski volgens de aanklagers bezig was haar berechting te vertragen. Weski laat desgevraagd weten dat „het onderzoek absoluut nog niet rond is”. Eerder zei ze nog een reeks van getuigen te zullen oproepen.
Lees ook
Ex-advocaat Inez Weski over haar arrestatie: ‘Het Openbaar Ministerie bood me aan kroongetuige te worden’
Het is inmiddels een bekend beeld in Frankrijk: boeren die wegen en rotondes blokkeren met hun tractoren, pallets en hooibalen. Plaatsnaambordjes die worden omgedraaid bij wijze van protest. Protestborden met teksten als ‘eet Frans’ en ‘zonder landbouwers geen land’ die overal opduiken. Het beeld is terug van een paar maanden weggeweest: na de wekenlange boerenprotesten van afgelopen winter gaan sinds deze maandag opnieuw Franse boeren de straat op.
De protesten zijn georganiseerd door vakbonden FNSEA en Jeunes Agriculteurs (Jonge Boeren) en zijn deels een voortzetting van de protesten van begin dit jaar, waarbij boeren zich uitspraken tegen de hoge regeldruk en lage lonen in de sector. In reactie daarop kondigde de toenmalige premier Gabriel Attal tientallen maatregelen aan om de boeren tegemoet te komen: van financiële steun aan de veehouderij tot het in de wet verankeren dat de landbouw van „groot algemeen belang is” en het versimpelen en versoepelen van een aantal belastingen en normen.
Maar die beloften zijn niet allemaal ingelost. Volgens een telling van de FNSEA is 65 procent van de 67 gedane beloften niet (volledig) uitgevoerd (negentien daarvan zijn wel al in gang gezet). Dit is vooral het gevolg van het aftreden van de regering-Attal toen president Emmanuel Macron in juni plots parlementsverkiezingen uitschreef, waarna Frankrijk wekenlang zonder regering zat, tot half september de regering van de huidige premier Michel Barnier werd gevormd. Tijdens dat politieke vacuüm werden plannen stilgelegd of uitgesteld.
Lees ook
Is er nog wel toekomst voor de Europese boer na de ‘Green Deal’?
Slechte oogst en Mercosur
Hoewel sommige maatregelen er wel degelijk zijn gekomen en Barnier een aantal handreikingen heeft gedaan, zijn de boeren ontevreden. Zij vinden dat de kern van de problemen nog steeds bestaat: te veel regels en te lage inkomens.
Hierbij speelt mee dat de boeren een dramatisch jaar beleven: door de aanhoudende regen van afgelopen maanden, droogte in sommige regio’s en overstromingen in andere, heeft vrijwel elke sector slechte cijfers gedraaid. Zo is de wijnoogst naar verwachting 18 procent lager dan een jaar eerder. Veehouders werden intussen geteisterd door ziekten als de vogelgriep, waar zowel vogels als koeien onder lijden.
En de lont in het kruitvat is het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Zuid-Amerikaanse Mersocur-landen (Argentinië, Brazilië, Bolivia, Paraguay en Uruguay) dat in de lucht hangt. Dat Mercosur-akkoord moet leiden tot veel lagere importheffingen en minder regels die de onderlinge handel bemoeilijken.
Arbeid in de Mercosur-landen is beduidend goedkoper en er gelden andere milieumaatregelen
De Franse boeren zijn hier fel tegen uit vrees voor oneerlijke concurrentie, omdat arbeid in de Mercosur-landen beduidend goedkoper is en er andere milieumaatregelen gelden. Zo mogen Braziliaanse boeren anders dan hun Europese concurrenten hun koeien met antibiotica behandelen en mag kippenvlees daar worden ontsmet met chloor. Het leidt ertoe dat, zoals vaker gebeurt bij handelsakkoorden, demonstrerende boeren zich ineens in één kamp bevinden met milieuorganisaties. Ook die zijn kritisch.
Lees ook
Dat zelfs Bretagne openstaat voor het RN, toont hoe riskant Macrons gok is
De onderhandelingen over Mercosur lopen al sinds het eind van de vorige eeuw, maar een akkoord lijkt nu nabij. Ruwweg loopt de scheidslijn binnen Europa tussen de exporteurs en de importeurs. Duitsland behoort tot de meest uitgesproken voorstanders van het akkoord: dat land aast op een grotere afzetmarkt voor Duitse auto’s onder de Zuid-Amerikaanse middenklasse. Frankrijk vreest met zijn boeren juist voor een enorme toename van import uit de Zuid-Amerikaanse landbouwsector. Ook in Nederland deed een Kamermeerderheid vorig jaar een oproep aan het toenmalige kabinet om tegen een Mercosur-akkoord te stemmen, al kan het kabinet zo’n oproep negeren.
In Frankrijk laten politici geen twijfel over hun standpunt bestaan. Van links tot rechts is de consensus dat het akkoord de Franse industrie en boeren niet ten goede zou komen. Vorige week waarschuwde Barnier bij een bezoek in Brussel aan Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, nog dat Frankrijk kan „ontploffen” als het akkoord er komt. Ook Macron is tegen het akkoord, zo maakte hij deze zondag nog maar eens duidelijk. „Ik raad aan dat we de positie van een land als Frankrijk niet negeren”, zei hij na een ontmoeting met Von der Leyen op de G20-top in Argentinië.
Positie Frankrijk verzwakt
Het is alleen de vraag of de Franse regering, die na de parlementsverkiezingen van dit jaar flink verzwakt is, genoeg verzet kan organiseren. Dat Macron op de G20-top een opvallende alliantie tegen het akkoord probeerde te smeden met de gastheer, de Argentijnse president Javier Milei, wordt door andere landen gelezen als teken van zwakte: blijkbaar kan Macron binnen de EU geen gelijkgezinden optrommelen.
De Franse regering lijkt nu in te zetten op specifieke garanties. Macron wil onder meer dat verzekerd wordt dat de deal niet instrijkt tegen de klimaatakkoorden van Parijs en hij wil clausules over het beschermen van de belangen van de Europese industrie en boeren. Of dat gaat lukken is ook onzeker: de meeste landen hopen nog steeds begin december een akkoord te bereiken.
Het boerenprotest kan meerdere weken duren. De vraag is vooral hoe ingrijpend het wordt. De vakbonden beloven dat ze „het leven van de Fransen geen hel willen maken”, dixit vakbondsman Arnaud Rousseau, en er is beloofd dat er geen gedoe komt tijdens kerst. Maar er gaan ook oproepen rond om de boerenacties aan te grijpen voor een breder protest tegen de regering en Macron. Zo zijn er binnen de Gele Hesjes-beweging, die Frankrijk in 2018 en 2019 op z’n kop zette, leden die zich bereid tonen hun hesje uit de kast te pakken en de straat weer op te gaan.