Jean-Luc Berger (64) uit het Oost-Franse plaatsje Viriat had geen passender achternaam kunnen hebben. Niet alleen betekent het woord ‘berger’ herder en is de besnorde zestiger schapenfokker, ook is hij iemand die niet zomaar met de meute meegaat. „Ik heb altijd tegen mijn vier kinderen gezegd: wij zijn bergers, geen volgzame schapen”, zegt hij leunend op een stalen hek op de Salon de l’Agriculture, de grootste landbouwbeurs van Frankrijk, die deze week plaatsvindt in Parijs. Binnen de omheining liggen zijn prijswinnende ooien te slapen – de talloze passerende bezoekers worden straal genegeerd.
In het huidige tijdperk van boerenprotesten betekent Bergers eigengereidheid dat hij zich niet heeft aangesloten bij de groep waarbij hij volgens veel collega’s per definitie hoort: de boze boeren die sinds vorig najaar demonstreren. „Natuurlijk: ook ik zie dat onze sector in een crisis verkeert”, zegt Berger. „Maar dat is al heel lang zo en ik ben het niet eens met de oplossingen die door de vakbonden worden aangedragen.”
Eisen van vakbonden
Al maanden uiten Franse boeren hun boosheid met snelwegblokkades, door mest te dumpen bij overheidsgebouwen en machthebbers tot aan president Emmanuel Macron uit te jouwen. Zo ook op de eerste dag van de landbouwbeurs, afgelopen zaterdag, toen de president door aanhoudend protest de officiële opening urenlang moest uitstellen. Bij opstootjes tussen boeren en de politie raakten acht agenten gewond.
Het protest dat aanvankelijk draaide om het schrappen van een belastingkorting op diesel voor landbouwapparatuur is uitgemond in een breder verzet, vooral tegen aanscherping van milieuwetgeving. Ook zijn de vakbonden FNSEA en de jongerentak Jeunes Agriculteurs kritisch over EU-handelsverdragen. Die zouden zorgen voor oneerlijke concurrentie door landen buiten de EU met goedkopere arbeid en minder strenge milieuwetgeving, zoals het EU-Mercosur-verdrag met Zuid-Amerikaanse landen dat in de lucht hangt.
De regering heeft al tal van concessies gedaan – zo blijft de belastingkorting op landbouwdiesel, komt er miljoenensteun voor veehouders en is een plan om pesticidengebruik te verminderen tijdelijk stopgezet. Ook op EU-niveau zijn milieumaatregelen geschrapt. Maar de bonden, die momentum voelen nu de boerenkwestie in heel Europa op de agenda staat, willen meer en zeggen door te demonstreren tot al hun 120 eisen zijn ingewilligd.
Lees ook
Brussel schrapt nog meer milieuregels in nieuwe handreiking boeren
negen tot vijftien uur per werkweek aan administratieve taken. Maar dat vindt hij niet vreemd: „dat is overal in Europa zo.” Hiermee gaat hij in tegen het heersende discours dat Franse boeren aan meer regels gebonden zijn dan Europese collega’s – sommigen beweren zelfs dat Franse boeren daarom de meest duurzame ter wereld zijn.
Dat beeld klopt sowieso niet helemaal, zegt de in plattelands- en milieurecht gespecialiseerde Inès Bouchema, docent aan de technische universiteit AgroParisTech. „Men gebruikt hier steeds het voorbeeld van pesticiden: Frankrijk heeft sommige producten verboden die in andere landen zijn toegestaan en loopt daardoor een klein beetje voor. Maar dat is het enige vlak waarop Frankrijk voorop loopt. Onder meer op het gebied van watermanagement lopen we juist ontzettend achter.”
Bouchema erkent dat er sprake is van „een normatieve inflatie” in Europa en Frankrijk. „Boeren hebben te maken met veel en technisch ingewikkelde regels, waarop bovendien tal van uitzonderingen gelden. Die regels zijn de afgelopen jaren vaak veranderd, waardoor het voor boeren moeilijk is om bij te houden waar ze precies aan moeten voldoen.” Maar: de boerensituatie is niet uniek. „Dit zie je in alle rechtsgebieden. Ook een restauranteigenaar is aan veel meer regels gebonden dan in het verleden.” En de regels zijn er niet voor niets, benadrukt Bouchema. „Er zijn enorme subsidies mee gemoeid en zeker met milieubeleid wil Brussel kunnen meten wat de gevolgen van zijn beleid zijn.”
Lees ook
Nú is het moment voor boeren om druk uit te oefenen
Opvolgers vinden
Schapenfokker Berger zou liever hebben dat het debat ging over hoe de snel vergrijzende sector, waarin afgelopen jaren al honderdduizend vooral kleine boerenbedrijven dicht gingen, aantrekkelijk genoeg gemaakt kan worden zodat boeren opvolgers kunnen vinden. „Ik heb vier kinderen en drie van hen willen mijn bedrijf niet overnemen – het boerenleven is te onzeker. Een dochter overweegt het nu, maar ook zij weet het nog absoluut niet zeker.”
Ook Baptiste Aymar (18) uit het zuidelijke departement Cantal ziet dit als een groter probleem dan de regeldruk en handelsverdragen. „Bij mij in de klas zijn bijna alle leerlingen kinderen van boeren”, zegt Aymar terwijl hij een koeienvlaai uit een berg hooi schept. „Maar slechts acht van de 33 willen zelf ook boer worden.” De rest ziet hun ouders te veel worstelen. „Die hebben iedere maand een ander inkomen en sommigen moeten iedere cent tellen” – de verschillen tussen sectoren zijn hierbij groot. „En het is een zwaar beroep, er zijn veel zelfmoorden”, zegt Aymar, doelend op de vaak aangehaalde statistiek dat om de dag een Franse boer een einde aan zijn leven maakt.
Berger vindt verder dat „de grootste bedreiging voor de boer” wordt vergeten in de huidige discussies: de klimaatcrisis. „Bij ons in [het departement] l’Ain ondervinden we de gevolgen nu al, met watertekorten, extreme droogte en onstabiele oogsten. Dat wordt niet opgelost met het afbouwen van milieuwetgeving.”
Bergers enige dochter die nog enige interesse toont in het boerenleven, is daarom bezig te onderzoeken hoe het bedrijf toekomst- en klimaatbestendig kan worden. „Ze kijkt naar andere mogelijkheden, zoals het produceren van melkproducten of groenten.” Berger zelf produceert wol en vlees. „Ze wil ook met kortere circuits werken, direct op markten verkopen.”
De schapenfokker zelf concentreert zich op het draaiende houden van zijn bedrijf tot zijn dochter een besluit heeft genomen. Hoewel hij kritisch is op de huidige situatie, zegt hij „geen energie” te hebben om zich met politiek te bemoeien. „Als politici langs mijn stand komen, schud ik ze de hand maar zeg ik niets. En ook met mijn vrienden uit het vak deel ik mijn gedachten over politiek niet. De sector is zo verdeeld en ik weet niet of we dan nog zouden kunnen samenwerken.”
De jonge Aymar denkt dat ‘ze’ wel een oplossing vinden. „Het is niet de eerste keer dat de boeren demonstreren”, zegt hij leunend op zijn hooivork. Voor hemzelf staat buiten kijf dat hij net als zijn vader, grootvader en overgrootvader koeienhouder wordt. „Je bent eigen baas, je werkt met dieren, je bent de hele dag buiten in de mooiste omgevingen”, somt hij op. „Ik heb wel naar andere opties gekeken, maar niets kon me interesseren.”