In ‘Je, Anne’ voel je de beklemming van het Achterhuis nog wel, maar de musical uit 1985 is nu traag en statig

Ooit zou iemand er misschien nog een discussie over zijn begonnen: ‘Een musical over Anne Frank, over een Joods gezin dat onderduikt in de Tweede Wereldoorlog, moet dat nou?’ Maar zo’n discussie stamt uit een tijd dat mensen nog dachten dat musicals altijd uit jolige choreografietjes bestaan en ieder onderwerp terugbrengen tot een eendimensionale pretparkattractie. Nu weten we beter. Nu weten we dat musicals stemmig kunnen zijn, dat ze serieuze onderwerpen kunnen omvormen tot prachtig muziektheater. Al is dat niet altijd het geval.

Tegenover het Nederlandse theaterpubliek, met z’n ambivalente houding tegenover musical, heb je de Amerikanen, die deze theatervorm in hun hart hebben gesloten alsof de Founding Fathers zelf al zingend en dansend de Onafhankelijkheidsverklaring ondertekenden. Daar is deze musical, Je, Anne, over het dagboek van Anne Frank ontwikkeld. In 1985 ging Yours, Anne in New York in première. Het Nederlandse publiek maakte zo’n 25 jaar later kennis met de voorstelling, in een bewerking van de Vlaamse regisseur Frank van Laecke, die vorig jaar nog een steengoede Sweeney Todd regisseerde.

Miniem en eentonig

Nu beleeft Je, Anne – weer bijna 15 jaar later – haar reprise. In het Achterhuis, waar de familie Frank onderduikt met enkele anderen, is de 14-jarige Anne (Silvana Rocha) een echte puber, die tegenspreekt en kattenkwaad uithaalt; haar zusje (Floor Brüggenwirth) zit ondertussen rustig een boek te lezen. In de benauwende ruimte, waar veel te veel mensen veel te veel tijd moeten doorbrengen, ontstaan spanningen. En dan is er natuurlijk ook nog de oorlogsdreiging, die doorklinkt in voetstappen verderop in het huis of vliegtuigen die over razen. Maar Je, Anne blijkt geen musical die heeft liggen rijpen als een goede wijn. Je voelt de jaren tellen als je naar deze productie kijkt. De gebeurtenissen ontvouwen zich traag en statig.

https://youtu.be/npB8Ch8b8D4?si=L0l67Uk4tnAWlA-G

Regisseur Van Laecke verbeeldt de beklemming van het onderduiken door de acteurs geen moment van de bühne te laten. Ze dralen aanhoudend over een klein oppervlak – een half in het toneel verzonken Davidster, gehouwen uit steen, de randen afgebrokkeld. Ze zitten op kisten; zonderen zich soms even af zonder echt alleen te kunnen zijn. Maar de dynamiek is te miniem, iets dat versterkt wordt door de eentonige, voortkabbelende muziek van Michael Cohen. Veelal enkel begeleid door pianoklanken en met het stemgeluid op standje ‘gedragen’ komen de liedteksten van Enid Futterman nauwelijks tot leven.

Iets soortgelijks geldt voor de confrontaties tussen de personages. Er zijn ruzietjes over sigaretten en een bontjas, over geflirt en het huwelijk, maar het blijft allemaal erg tam. Daar kunnen zelfs energiek spelende acteurs als Chris Tates (Otto Frank) en Wim van den Driessche (Hermann van Pels) geen verandering in brengen. De makers zijn uitermate respectvol omgesprongen met hun bronmateriaal, maar als musical mist er iets in Je, Anne, iets wat spanning ook nadrukkelijker laat opbouwen naar de toch ijzingwekkende slotscène.


Lees ook
De recensie van Je, Anne in 2010: ‘Musical Anne Frank is smaakvol’

Beeld uit de musical Je, Anne.
Foto Annemieke van der Togt