De beelden ogen ongemakkelijk. Alsof de hoofdrolspelers hun best doen te verhullen dat ze overal willen zijn behalve daar, ergens in een dor veld in Burkina Faso. Alsof de voormalig minister van zeventig niet voor het eerst een kalasjnikov vasthoudt, één hand krampachtig om de greep. Alsof de mensenrechtenactivist al jaren op één knie door de loop van zijn AK47 tuurt, speurend naar een hypothetische terrorist.
Alleen, het overtuigt niet.
Misschien ook omdat iedereen weet dat Daouda Diallo en Ablassé Ouedraogo daar inderdaad helemaal niet willen zijn. Waar daar precies is, is onduidelijk, behalve dat het aan of heel dicht bij het front is waar het Burkinese leger vecht tegen jihadisten. In het noorden bij de grens met Mali, waar hele dorpen door het geweld zijn leeggelopen. Of misschien het oosten, waar aan Al-Qaida gelieerde groepen de laatste jaren oprukken.
Voor de naasten van Ouedraogo, de oud-diplomaat en voorman van Le Faso Autrement, was de video die vorige week ineens rondging op sociale media van hem in militair tenue ook een beetje goed nieuws. Bijna twee maanden waren voorbij gegaan sinds mannen in burger op Kerstavond aanbelden bij zijn huis in de hoofdstad Ouagadougou en de oud-politicus meenamen. Daarna had niemand meer iets van hem vernomen.
Van Diallo, internationaal bekroond voor zijn activisme, was toen al bekend dat hij naar het front was gestuurd met de Volontaires pour la défense de la patrie, een vrijwillige burgerwacht die het leger ondersteunt. Maar net als voor Ouedraogo was hier voor Diallo niets vrijwilligs aan. Begin december werd de activist op straat door mannen in burger opgepakt. Een paar dagen later dook een foto van hem op. Helm op, kalasjnikov in de hand.
Activisten, journalisten, vakbondslieden. Afgelopen november ontving de een na de ander in Burkina Faso hetzelfde dreigende bericht: hun naam stond op een lijst van het leger van mannen die zich als ‘vrijwilliger’ moesten melden aan het front. Hun andere gemene deler: allen waren openlijk kritisch geweest over Ibrahim Traoré, de 35-jarige legerkapitein die in 2022 de macht greep in het door conflict verscheurde West-Afrikaanse land.
Lees ook
Nieuwe machthebbers in Burkina Faso willen een radicale breuk
In april kondigde Traoré per decreet een algemene mobilisatie af. Mannen van boven de achttien kunnen sindsdien opgeroepen worden mee te vechten tegen de jihadisten die inmiddels zo’n 40 tot 50 procent van Burkina Faso’s grondgebied hebben ingenomen.
Maar volgens mensenrechtenorganisaties gebruikt de juntaleider de wet vooral als straf, voor wie het wagen vragen te stellen over de door zijn regime gemelde successen aan het front. Of voor wie wijzen op de vele burgerslachtoffers die er vallen. Zo documenteerde het door Diallo opgerichte Collectief tegen Straffeloosheid en Stigmatisering van Gemeenschappen de afgelopen jaren meer dan duizend executies van burgers. Zij werden volgens Diallo en zijn collega’s niet alleen gedood door jihadisten, maar ook door het leger. En door de vrijwillige burgerwachten bij wie de activist zich nu gedwongen heeft moeten voegen.
Afgelopen week was het weer raak. Twee bekende Burkinese activisten werden daags na elkaar opgepakt. De een thuis, de ander op zijn werk. Ze horen bij Balai Citoyen (vrij vertaald ‘de bezem van de burger’), een politieke burgerbeweging die in 2014 nog de val inluidde van Blaise Compaoré, de autocraat die Burkina Faso drie decennia lang regeerde.
‘Ze geven niets om de wet’
Hun aanhouding is een extra grote schok: in november waren de twee activisten nog samen met twee journalisten naar de rechter gestapt, toen ze erachter kwamen dat ook hun namen op een oproeplijst van het leger stonden. In hoger beroep oordeelde het tribunaal in Ouagadougou dat het door het leger genoemde argument – de nationale veiligheid – onvoldoende was om de vier te dwingen naar het front te gaan.
„De rechter was heel duidelijk”, zegt Newton Ahmed Barry, de voormalig hoofdredacteur van de Burkinese krant l’Événement en oud-voorzitter van ’s lands kiescommissie. „Hun oproep was illegaal. Maar dat negeren ze gewoon. Ze geven niets om de wet. Die algemene mobilisatie is ook niets meer dan een voorwendsel. Dit zijn gewoon ontvoeringen.”
Hij kijkt zwijgend voor zich uit. Zelf leeft Barry, een van Burkina’s bekendste journalisten, sinds afgelopen zomer in ballingschap in Frankrijk. Daaraan gingen maanden van wat hij „juridische pesterijen” noemt vooraf. Zeven processen kreeg hij aan zijn broek, stuk voor stuk aangespannen door mensen loyaal aan Traoré, die aanstoot namen aan wat Barry zei.
Zoals toen hij op Franse televisie stelde dat zijn leger niet de waarheid sprak. Iedereen weet dat hun strijd tegen de jihadisten niet zo goed gaat als ze willen doen geloven, zegt Barry. Hij zit deze middag met zijn telefoon bij de hand in een hotellobby in Dakar, Senegal waar hij enkele dagen op bezoek is. „Maar niemand mag dat horen.”
Lees ook
Dodelijke aanval op dorpelingen tekent escalatie in Burkina Faso
bijna 8.500 doden bij geweldsincidenten in het land: een verdubbeling ten opzichte van 2022. En dat was al een verdubbeling van het aantal in het jaar dáárvoor. Van Burkina’s twintig miljoen inwoners zijn er ruim twee miljoen hun huis ontvlucht. Steden worden geblokkeerd door jihadisten. Boeren kunnen niet bij hun land. Zondag nog vielen jihadisten op twee plekken in het land een kerk en een moskee aan, waarbij tientallen doden vielen.
Muilkorving
Wie naar de actiefilmachtige video’s kijkt die het regime op sociale media en nationale tv deelt, krijgt een ander idee. Drones die terroristen neerschieten. Oude vrouwen die met soldaten dansen omdat ze konden terugkeren naar hun dorp. Dát is het beeld dat Traoré wil laten zien. Zijn coup verkocht hij destijds immers als „noodzakelijk”: zijn voorganger, die enkele maanden eerder ook via een coup aan de macht was gekomen, slaagde er niet in om de terroristen te stoppen.
Lees ook
Jihadisten rukken ondanks militaire staatsgrepen snel op in de Sahel
Geef ons een jaar, bezwoer Traoré toen. Dan zijn de terroristen teruggedrongen en keren hij en zijn kameraden terug naar hun kazernes. Ook riep hij Burkinezen op zich te melden voor de burgerwacht. Zo’n negentigduizend reageerden.
Traoré’s militaire campagne heeft volgens activisten en journalisten alle lucht uit hun land gezogen. Weinigen durven nog te praten, hoogstens via beveiligde apps als Signal. Een journalist in de hoofdstad vertelt dat hij het leger zelfs niet meer om een reactie waagt te vragen. „Alles kan verkeerd worden opgevat.” Zelfs langsgaan bij kameraden, doet hij niet meer, zegt iemand uit Burkina’s burgerbewegingen. „Te riskant.”
Beiden maken plannen om het land te verlaten.
Een „proces van muilkorving”, noemt Barry het. „Meteen na de komst van kapitein Traoré werd dat ingezet.” Eerst richtte hij zich op internationale media. Franse zenders als RFI en France24 werden verboden, correspondenten uitgezet. Daarna waren lokale media aan de beurt. Zoals het populaire Radio Omega, dat enkele maanden werd geschorst. Barry: „Dat heeft alle andere media tot zwijgen gedwongen.”
Toen, zegt de journalist, kwamen de individuen. Zoals de gedwongen rekrutering in maart van een activist uit de noordelijke stad Kaya nadat hij in een persconferentie president Traoré had aangesproken. In zijn opdracht inderdaad, zei Traoré, die de activist ervan beschuldigde informatie te hebben verspreid die had geleid tot een dodelijke aanval nabij Kaya. „Zo zal het met al diegenen gaan die niet in staat zijn hun land te verdedigen.”
Genant
Een deel van zijn aanhang vindt het prachtig dat „nep-patriotten” naar het front worden gestuurd. Bij anderen groeit het ongemak. Vooropgesteld, zegt Lianhoué Imhotep Bayala aan de telefoon: hij staat volledig achter de mobilisatiewet. Het liefst stond de 31-jarige Bayala, destijds een van de gezichten van Balai Citoyen, zelf aan het front. Maar hij kampt met een kapotte voet, een overblijfsel van de burgeropstand in 2014 en 2015.
Lees ook
‘Brexit in de Sahel’: Mali, Burkina Faso en Niger wijzen Ecowas de deur
op zijn Facebook, waar hij dertienduizend volgers heeft, Traoré’s breuk met de „neo-kolonialistische salonslaven” van het regionale samenwerkingsverband ECOWAS, evenals het verbond dat hij sloot met de junta’s in Mali en Niger, die ieder hun eigen coups kenden.
Maar nu zijn twee oud-kameraden opgepakt. „Tien jaar lang hebben we samen voor ons land gestreden”, zegt Bayala. „Ik twijfel niet aan hun goede bedoelingen. Dan is het betreurenswaardig dat zoiets gebeurt. De mobilisatie moet geen strafmaatregel zijn voor mensen wier toon niet overeenkomt met de toon die je van iedereen wilt horen.” Voor iemand als hij, die veel acties van het regime verdedigt, is het ook genant, stelt Bayala.
„Niemand wil een geliefde, buurman of medeactivist zo van straat zien worden geplukt. Het is nu moeilijk met hetzelfde enthousiasme door te gaan.”