Tv-recensie | ‘Lieve mafketel’ Martien Meiland leerde zichzelf accepteren, maar makkelijk ging dat niet

Soms slaakt hij plots een schelle kreet als een pauw, Martien Meiland, alsof hij even wil laten weten dat hij nog steeds de zenuwzieke paniekzaaier van weleer is. Maar verder is de pensionhouder een stuk rustiger en normaler geworden. Maandag begon zijn nieuwe realityserie Chateau Meiland VIPS (SBS6).

Het programma begon in 2019 in een Frans kasteel maar inmiddels zijn Meiland en zijn gezin na wat omzwervingen neergestreken in een pension in badplaats Noordwijk: Code Rosé. Tot nu toe volgde de reeks gewoon het dagelijks leven van de Meilandjes. In deze spin-off ontvangen ze bekende mensen met wie ze een activiteit doen en een beetje kletsen. Vandaar de toevoeging VIPS.

De eerste vips zijn politica Caroline van der Plas (BBB) en volkszanger John de Bever. Die laatste heeft zijn eigen koffiezetapparaat meegenomen want hij heeft slechte ervaringen met horecakoffie. Van der Plas schiet vol omdat ze de foto van haar gezin is vergeten. Later vertelt ze dat haar man vier jaar geleden is overleden en dat ze geen nieuwe wil. Verder is haar inbreng deze aflevering gering.

Het huishouden in Code Rosé gaat volgens het traditionele rolpatroon: de vrouwen gaan pottenbakken, koken en schoonmaken. Ook Van der Plas staat in de keuken. De mannen gaan biljarten en doen verder helemaal niets. Deze eerste aflevering kabbelt gemoedelijk voorbij zonder drama en hysterie. De dochters Maxime en Montana proberen het door „O meid!” en „Nou dat kán toch niet!” te roepen, maar daar blijft het bij.

John de Bever en Meiland kunnen het meteen goed vinden. De Bever vindt hem „een lieve, warme mafketel.” Ze hebben twee korte gesprekken over hun geaardheid. De Bever – blijkbaar geen trouwe kijker – vraagt Meiland naar de samenstelling van zijn gezin. Hij is toch homo, hoe kan hij dan twee dochters hebben? De Bever vertelt dat hij zelf al lange tijd openlijk gay is. Vroeger was hij zaalvoetballer. „Hoe reageerden ze erop dat jij van de mannen was?” vraagt Meiland. Och, zegt De Bever, hij liet vervelende opmerkingen van zich afglijden en maakte er zelf een grapje over. Dan vonden ze het wel best.

Zelf-acceptatie

Bij niet iedereen gaat het zo makkelijk. Zo zegt Meiland dat hij het „vréselijk” vond om te ontdekken dat hij gay was. Hij vroeg zijn huisarts of een hormoonkuur hem wellicht kon genezen. De documentaire Who I Am Not (NPO2) volgt twee intersekse personen in Zuid-Afrika die ook worstelen met zelf-acceptatie.

Sharon Rose Khumalo wil graag vrouw zijn. Ze doet mee aan miss-verkiezingen, ze haalt de finale van Miss Zuid-Afrika, om bevestiging te zoeken voor haar vrouwelijkheid. Ze ziet het als haar grootste probleem dat ze geen baarmoeder heeft. We zien we haar bij een babyshower spelen met de tweeling van een vriendin. Op een schaatsdate loopt de man meteen weg nadat ze vertelt dat ze geen kinderen kan krijgen.

Voor deze documentaire, het regiedebuut van Roemeense actrice Tünde Skrován, ontmoet Khumalo een andere intersekse persoon. Dimakatso Sebidi wil graag een man zijn, is tweeslachtig geboren, maar in hun jeugd is de penis verwijderd. Sebidi kan geen werk krijgen bij een stomerij – tussen de vrouwen – en ook niet in een fabriek – tussen de mannen. Te ingewikkeld, vindt de baas.

Who Am I Not is een intiem, teder dubbelportret dat bredere vragen opwerpt over omgaan met anders zijn, en over de stringente indeling in wat als ‘mannelijk’ en wat als ‘vrouwelijk’ wordt beschouwd. Het leed vangt Skrován in prachtig gestileerde beelden. De toon is soms luchtig, zelfs geestig. Bijvoorbeeld als Sebidi en hun vriendin meedansen met de nieuwe wasmachine die ze in de tuin hebben geplaatst.

De intersekse Sharon Rose (r.) en Dimakatso in de documentaire Who I Am Not.
Beeld VPRO