Van alle protesten tegen de strenge anti-corona maatregelen blijft de Italianen die van zaterdag 9 oktober 2021 het sterkste bij: het is de meest gewelddadige. In Rome vindt die dag een grimmige betoging plaats tegen de invoering van de coronapas. Later die week moet iedereen die werkt in Italië kunnen aantonen dat hij of zij is gevaccineerd, van Covid-19 genezen is, of kort tevoren negatief is getest.
Het zwaar getroffen Italië is het eerste land in de EU dat zo’n verstrekkende verplichting aan de bevolking oplegt. Extreem-rechts kaapt de betoging, en zijn aanhangers dringen het gebouw binnen van de CGIL, de grootste vakbond van Italië en van linkse signatuur. De extremisten slaan er alles kort en klein. Roberto Fiore, de oprichter van het neofascistische Forza Nuova, en Giuliano Castellino, de leider van de organisatie in Rome, worden gearresteerd. Later worden ze allebei veroordeeld tot meer dan acht jaar cel.
Zowat alle Italiaanse politici spreken hun afkeer uit. Giorgia Meloni, op dat moment voorzitter van de enige oppositiepartij, het uiterst rechtse Broeders van Italië, reageert ambigu. Ze veroordeelt de gewelddadige ontsporing wel, maar tegelijk zegt ze niet duidelijk te weten „uit welke hoek” het geweld kwam.
Voor wie de manifestaties tegen de anti-coronamaatregelen vanuit academische hoek bestudeert, is het echter zonneklaar: extremistische krachten – vooral extreem-rechts, en in veel mindere mate extreem-links – infiltreren dit soort betogingen in Italië, met het doel zo het eigen ideologische gedachtegoed te verspreiden onder een breder publiek.
Werven onder antivaxers
Het effect is ook na de coronapandemie nog altijd zichtbaar. Neem de bekendste extreem-rechtse militante groeperingen in Italië, Forza Nuova en CasaPound. Electoraal stellen deze groepen nauwelijks iets voor. Toen deze twee neofascistische partijtjes in 2018 op eigen kracht aan de verkiezingen meededen, haalden ze niet eens 1 procent van de stemmen. „Elk apart hebben ze een paar honderd effectieve leden”, zegt Andrea Molle, „maar dat betekent helemaal niet dat ze geen invloed zouden uitoefenen”. Molle is hoogleraar politieke wetenschappen aan de Chapman University in Californië, waar hij vooral onderzoek doet naar samenzweringstheorieën.
Lees ook
Italiaanse antivaxer: ‘Ik ben een wolf, ik laat me niet chanteren’
Antivaxbewegingen vormden zo een vruchtbare voedingsbodem voor groeperingen als CasaPound en Forza Nuova om meer sympathisanten te werven voor hun zaak. Die nieuwe sympathisanten zullen zich misschien nog steeds niet inschrijven bij zo’n neofascistische beweging, zegt Molle, maar je betrapt hen sinds de pandemie wel op uitspraken als ‘ik zou nooit stemmen voor Forza Nuova, maar ze hebben ook niet over de hele lijn ongelijk’.
Ook vier jaar na het begin van de pandemie blijft het ledental van neofascistische bewegingen in Italië gering, maar de acceptatie van hun standpunten nam zeker toe, net als hun vermogen om in andere bewegingen en manifestaties binnen te dringen.
Dat heeft ook te maken met een sterk veranderd model van politieke participatie. Sinds de coronapandemie gebeurt er veel meer online. Je hoeft niet meer langs te lopen bij het bureau van een partij of politieke beweging, je leest het programma gewoon online, kiest eruit wat jou het sterkst aanspreekt en geeft zo je eigen politieke overtuiging vorm. „Bovenal wisten extreem-rechtse groeperingen zo gematigde mensen aan te trekken die vooral wakker lagen van één thema, namelijk hun weerstand tegen het vaccin, terwijl ze hen tegelijk warm maakten voor nog andere ideeën.”
Toenaderingsmechanisme
Op zich was de vaccinatiecampagne in Italië een groot succes: in oktober 2022 was 80 procent van de bevolking gevaccineerd. De antivaxbeweging was klein, maar wel zeer mondig en aanwezig. Het vaccin weigeren of aanvaarden groeide in Italië uit tot een onderdeel van ieders politieke identiteit, en dat zorgde voor wrevel en sociaal conflict.
De vaccindiscussie is anno 2024 weggezakt naar de achtergrond. „Maar het toenaderingsmechanisme van tijdens de pandemie bleef wel overeind”, merkt Molle op. „Dezelfde groepen en individuen kunnen zich opnieuw verenigen, rond een nieuw thema, bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne.”
Hier hebben de politieke extremen in Italië elkaar al gevonden. Voor extreem-links in Italië was de Sovjet-Unie lange tijd de communistische heilstaat, het radicaal-rechtse kamp beschouwt Rusland dan weer als een bastion van de traditionele, christelijke waarden, en een dam tegen de ‘lhbti-lobby’ en ‘genderideologie’. Omdat pro-Poetin-standpunten politiek sinds de grootschalige invasie in Oekraïne niet meer zo handig zijn, verpakt de radicaal-rechtse Italiaanse vicepremier Matteo Salvini die nu als ‘pacifisme’. Salvini is niet langer gewoon zomaar vóór het Rusland van Poetin, hij is nu ‘voor de vrede’ – en aan de Italiaanse (extreem-)linkerzijde klinkt het precies zo.
Extreem-links en extreem-rechts zijn ook allebei anti-Amerikaans en tegen de NAVO. „Wordt Donald Trump straks opnieuw president, dan verwacht ik niet dat de VS uit de NAVO stappen, maar wel dat het bondgenootschap hierdoor verzwakt”, zegt Molle. China en Rusland zullen dat aanmoedigen, en online materiaal verspreiden om anti-Amerikaanse en NAVO-kritische groepen nog verder op te poken. En mogelijk blaast dit dan het bondgenootschap tussen voormalige vaccinweigeraars en extremisten weer nieuw leven in.
Samenzweringstheorieën
Ook op het vlak van samenzweringstheorieën vonden die groepen elkaar. Neem bijvoorbeeld QAnon, een online samenzweringstheorie waarmee de Amerikaanse oud-president Trump zelf al jaren flirt. Wat in 2017 begon als een ongefundeerde complottheorie over een strijd tegen Democratische saboteurs uit de ‘deep state’ die kinderen zouden verhandelen voor seks, vertakte tijdens de pandemie tot een veelvoud aan complottheorieën over lockdowns en vaccins. „Ook op betogingen in Italië werd Trump voorgesteld als een heroïsche bondgenoot”, zegt de Italiaanse sociologe Donatella della Porta, die over de protesten tegen de coronamaatregelen recent een boek heeft gepubliceerd.
Behalve voor QAnon blijkt de Amerikaanse oud-president ook gevoelig voor de etnische vervangingstheorie, een in oorsprong extreem-rechtse overtuiging dat witte Amerikanen (en Europeanen) door massa-immigratie zullen vervangen worden door moslims en Afrikanen. Sinds ze premier van Italië is, wikt en weegt Giorgia Meloni haar woorden. Maar vroeger kon ook zij op soortgelijke uitspraken worden betrapt.
De pandemie bleek niet alleen vruchtbaar voor dit soort samenzweringstheorieën, corona leidde zelfs tot combinatietheorieën, vaak met eeuwenoude antisemitische wortels. „Zo dook de theorie op dat de ‘kosmopolitische krachten’ die de Grote Etnische Vervanging ondersteunen, een virus in omloop hebben gebracht dat de autochtonen moet vernietigen”, zegt Della Porta. „Dat idee sloot dan weer aan bij de traditionele neiging van extreem-rechts om de migrant aan te wijzen als de zondebok.”
Toen in de VS zwarten, latino’s en inheemse bewoners door hun grote maatschappelijke kwetsbaarheid vatbaarder bleken voor corona, net zoals de migranten die – nauwelijks beschermd tegen het virus – bleven doorwerken in onder meer vleesverwerkende fabrieken, reageerden sommige witte Amerikanen in gebieden met minder besmettingen dat dit ‘niet hun pandemie’ was, stelde Della Porta vast. Dat vergrootte het ‘wij-zij-denken’. In Europa groeide de afkeer jegens moslims en migranten van buiten de EU dan weer vanuit de foutieve overtuiging dat hoewel de grenzen op slot waren gegaan, illegale migranten toch nog steeds ‘massaal’ konden binnendringen. „Sinds corona is het idee dat we afstevenen op een botsing van beschavingen nog veel prominenter”, besluit de sociologe.
Lees ook
Coronaprik jaagt ‘wakkere burger’ naar eigen, parallelle samenleving