Mensen en organisaties die vluchtelingen helpen staan in de Europese Unie onder druk, volgens een donderdag gepubliceerd kritisch rapport van de mensenrechtencommissie van de Raad van Europa. Het betreft vluchtelingenhulp op allerlei gebieden, van reddingen op zee, grensbewaking of humanitaire hulp tot juridische bijstand, verslaggeving of belangenbehartiging.
Lidstaten zijn direct verantwoordelijk, volgens het rapport. Die zien migratie steeds meer als een onderwerp van nationale veiligheid, waardoor volgens de auteurs ngo’s niet overal toegang meer krijgen tot belangrijke plekken. De commissie vindt het zorgelijk dat in Europese lidstaten mensenrechtenverdedigers worden vervolgd voor mensensmokkel. Ook noemen de auteurs surveillance als een zorgelijk punt, verwijzend naar een Grieks incident waar er spyware werd gevonden op apparaten van journalisten en een politicus.
Lokale inwoners zorgen volgens het rapport voor toegenomen werkgevaar. Mensenrechtenverdedigers zijn volgens het rapport slachtoffer van bedreiging, geweld en vandalisme, „en zelfs brandstichting of bomaanslagen.” In januari meldde een lokale krant dat er op Cyprus een explosief afging bij lokale hulporganisatie KISA. De commissie ziet de toename van het gebruik van vijandige retoriek door overheden als achterliggende oorzaak.
Het rapport roept op tot dringende actie met wetshervormingen, opheffing van informatiebarrières, stoppen met stigmatiserende retoriek, het opzetten van veiligheidsmaatregelen voor vluchtelingenhulp en het effectief onderzoeken van incidenten. „Europa moet een einde maken aan deze repressie”, zei mensenrechtencommissaris Dunja Mijatović bij de publicatie van het rapport.