Brexit blijkt geen reclame voor Nexit, Frexit of Italexit

Europese Unie Animo voor vertrek uit de Europese Unie is sinds de Britse uittreding in andere lidstaten fors gedaald, blijkt uit opinie-onderzoek.

Voorstanders van Brits lidmaatschap van de Europese Unie eisen tijdens een betoging in Londen in oktober dat het Verenigd Koninkrijk de Brexit terugdraait.
Voorstanders van Brits lidmaatschap van de Europese Unie eisen tijdens een betoging in Londen in oktober dat het Verenigd Koninkrijk de Brexit terugdraait.

Foto Tolga Akmen / EPA

Stel dat de inwoners van alle lidstaten morgen in een referendum stemmen over lidmaatschap van de Europese Unie, zouden ze dan kiezen voor blijven of vertrekken? Dat onderzocht de European Social Survey (ESS) in verscheidene Europese landen. De steun voor het verlaten van de EU daalde tussen 2016 en 2018 fors en blijft ook in 2022 relatief laag. Deskundigen zien de weinig succesvolle Brexit als belangrijkste oorzaak van deze daling.

De ESS, verbonden aan de Universiteit van Londen, peilt sinds 2001 elke twee jaar de opinie van Europeanen. Het toonaangevende pan-Europese instituut is actief in diverse Europese landen, waaronder Nederland.

Ook in Nederland daalde de steun voor een vertrek uit de EU tussen 2016 en 2020 sterk, van 23 naar 13,5 procent. Josje den Ridder, politicoloog bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), merkt op dat de grootste verschuiving plaatsvond tussen 2016 en 2018, toen het percentage op 11,2 procent lag.

Demograaf Aart Liefbroer is in Nederland nationaal coördinator van de ESS en keek specifiek naar de cijfers van de respondenten die voor een vertrek zouden stemmen. Onder respondenten die zichzelf als rechts identificeerden daalde de steun voor een vertrek uit de EU het sterkst: van 26,9 procent in 2016 naar 13,4 procent in 2018. In dezelfde periode daalde de steun onder linkse respondenten van 14 procent naar 5,4 procent.

Vijf premiers

Politicoloog Den Ridder en andere deskundigen wijzen naar de Brexit als de oorzaak van de daling. Tussen het jaar van het Britse referendum, 2016, en nu telde het Verenigd Koninkrijk vijf premiers. Ook gaat het sinds de formele Brexit, op 31 januari 2019, economisch niet geweldig met het Verenigd Koninkrijk. „Het laat mensen zien wat het doet als je niet meer in de EU zit”, zegt Den Ridder.

De enquêtes tussen 2016 en 2022 vallen deels ook samen met de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne. Volgens Den Ridder laat de oorlog het belang van de EU zien bij het waarborgen van de Europese veiligheid. Tijdens de coronacrisis werd de EU juist niet zo positief beoordeeld. Bij de laatste peiling, tussen 2020 en 2022, nam de steun voor een vertrek uit de EU in enkele landen weer enigszins toe.

Zo ook in Nederland. Hoewel linkse respondenten bij de laatste peiling nog minder enthousiast bleken over een vertrek uit de Unie, steeg de steun onder de rechtse respondenten weer, naar 20,3 procent. Over het algemeen is de groep die voor een Nexit zou stemmen relatief klein. „Toch zijn veel Nederlanders niet echt fan van de EU”, ziet Den Ridder, die veel onderzoek doet naar de Nederlandse publieke opinie over de EU.

Ook in Italië en Zweden, waar relatief veel inwoners voor een exit zouden stemmen, daalde het percentage voorstanders van vertrek

Den Ridder wijst op de complexiteit van de EU, die in de ogen van veel Nederlanders zowel voor- als nadelen heeft. Daardoor kan het volgens haar soms lastig zijn om de publieke opinie te meten. „De Europese Unie is een nogal ingewikkeld onderwerp, waardoor ik soms wel interne tegenstrijdigheden signaleer bij Nederlanders.”

De grootste daler tussen 2016 en 2022 is Finland, waar 28,6 procent van de bevolking in 2016 de EU wilde verlaten, tegen slechts 15,4 procent vorig jaar. Ook in landen als Italië en Zweden, waar relatief veel inwoners voor een vertrek zouden stemmen, daalde het percentage van voorstanders van vertrek. Spanjaarden zien een vertrek uit de EU het minste zitten: slechts 4,7 procent staat daarvoor open.


Lees ook Oud-Brexitonderhandelaar EU over Londen: ‘Het is moeilijk onderhandelen met mensen die niet weten waar ze heen willen’

De data zijn in de meeste landen vergaard door persoonlijke interviews met de respondenten, zegt ESS-onderzoeker Tim Hanson. Vanwege de pandemie kozen zes landen voor een enquête in de vorm van een vragenlijst, waardoor de cijfers in deze landen enigszins verschillen. Zo kozen in deze landen meer respondenten ervoor om zich van stemming te onthouden en stemden ze minder om in de EU te blijven. Volgens Hanson komt dat mogelijk vanwege een verschil in hoe de vraag werd gepresenteerd, en zou dat invloed kunnen hebben op de vergelijking tussen landen.

Het Pew Research Center onderzocht vorig jaar oktober ook in enkele landen buiten de EU de publieke opinie. Een meerderheid van de respondenten in onder meer Zuid-Korea (84 procent) en Australië (72 procent) had een positief beeld van de EU. In Israël (50 procent) en Maleisië (53 procent) waren de meningen meer verdeeld.