Jacob de Greeuw (54) zoekt de eenzaamheid. Overdag, als zijn vrouw naar haar werk is, is hij alleen thuis – afgezien van twee katten. Ook zijn gitaarband Johan, waarin hij zanger, gitarist en liedschrijver is, is een eenmanszaak. Inmiddels bestaat de groep Johan, vernoemd naar Johan Cruijff, bijna dertig jaar. In die tijd verschenen zes albums waarvan sommige heel populair werden. De groep ging op tournee, speelde op festivals en verdween dan weer uit beeld. Soms heette het ‘pauze’, soms was de groep opgeheven en zou De Greeuw een solo-carrière beginnen. Maar vervolgens kwam er altijd weer een Johan-album.
De lange intermezzo’s hingen samen met De Greeuws terugkerende depressies, door hemzelf eufemistisch ‘dips’ genoemd. Die kwetsbare conditie is terug te horen in de Johan-stijl, in De Greeuws hoge smachtende zang en de gevoelige koortjes.
Op een nieuw album, The Great Vacation (vernoemd naar de recente lockdown), hoor je sprankelende gitaar en synthesizer, met een koelbloedige basis van drums en bas in de luwte. Uit de nog altijd nostalgische muziekstijl, geïnspireerd door de jaren zestig en zeventig, spreekt een streven naar onbekommerdheid. Soms is er een vrolijk ritme en in de single ‘Cincinnati’ doemt koesterende koorzang op, De Greeuws vocalen omlijstend als reddingswerkers die een drenkeling toespreken.
Na drie eenzame decennia vond De Greeuw alsnog een schrijfpartner in Robin Berlijn (52). Berlijn, ooit muzikant in de bands Shine, Moke, Kane en bij Ellen ten Damme, sloot zich na ‘enkele nachten praten’ als gitarist aan bij Johan, en bleek aan te sluiten bij De Greeuws schrijfstijl. „Ik ben niet goed in controle uit handen geven. In het verleden bedacht ik elke basnoot en drumpartij voor mijn bandleden”, zegt De Greeuw. „Maar bij Robin lukt het wel. Waarschijnlijk doordat ik hem bewonder. Om zijn smaak, zijn toewijding aan de muziek en onze vriendschap.” Met Berlijn heeft hij geen ‘muzikantengesprekken’ over instrumenten. „Daar hebben we allebei een hekel aan. We praten over muziek, het leven, onszelf.”
Domme dingen
Vandaag, zoals meestal, zit Jacob de Greeuw thuis in zijn appartement in Amsterdam-Zuid. De Greeuw praat snel en lacht veel. Hij friemelt aan de tafelrand. „Met Robin was ik enthousiast bezig aan een nieuw album, dat voor de verandering eens snel zou volgen op voorganger Pull Up uit 2018. Toen begon de pandemie, en konden we niet samenkomen en niet spelen. In zo’n situatie laat ik alles uit mijn handen vallen en ga ik domme dingen doen. Gamen, zuipen, van alles.”
Hij omschrijft zichzelf als ‘lui’, maar achter zijn lage productiviteit zit eigenlijk iets anders. „Ik word belemmerd door angst. Angst voor de emoties die met de muziek meekomen.” Zijn teksten gaan vaak over verlies van dierbaren, over dystopische gevoelens, over zich vervreemd voelen van zijn omgeving, over geluk zoeken en dat niet kunnen vinden. „De gevoelens van waaruit ik schrijf, wil ik niet steeds over me heen krijgen. Die komen uit een andere wereld, een wereld die ik soms niet zo leuk vind. Dan denk ik: ik voel me goed. Waarom zou ik nu die zware gevoelens opzoeken?”
In 2022 konden de muzikanten eindelijk weer voluit musiceren en opnemen. Na voltooiing stond The Great Vacation ‘in de rij’ bij de platenmaatschappij die meer uitgestelde albums te verwerken had. Zelf had hij de liedjes het liefst meteen online aangeboden. De Greeuw komt uit de Do It Yourself-tijd, zegt hij. Als jonge muzikant in Hoorn, besloot hij in de oefenruimte van buurtcentrum Troll dat een nieuw liedje op vinyl geperst moest worden, en dan was het twee dagen later klaar. „Dat gaat nu nog sneller. Jongens en meisjes tegenwoordig kunnen hun muziek direct op Spotify aanbieden. Dat vind ik geweldig.” Maar bij hem past het niet. „Daar zie ik een generatiekloof. Die werkwijze hoort bij de elektronicamuzikanten die dance en hiphop maken. Iemand als ik, die gitaarpop speelt, zit in een conservatieve tak van de industrie. Wij moeten alles plannen, overleggen, managen. Dat vind ik jammer, ik heb het DIY-gevoel nooit verloren.”
Vertrouwen in technologie
Als muzikant noemt hij zichzelf een ‘klooier’. Hij heeft niet de toewijding die hij ziet bij bijvoorbeeld Robin Berlijn. „Robin wil nu meesterpianist worden. Hij oefent minstens drie uur per dag. Dat doe ik nooit, op mijn gitaar nog geen uur. Daarom bedenk ik ook niet van die geweldige gitaarlicks. Ik wou dat ik in mijn leven meer gitaar had gestudeerd.”
Zo gedreven als Berlijn oefent, zo monomaan is De Greeuw bij de zoektocht naar iets moois. „Dat is voor mij de essentie van songschrijven, eindeloos zoeken. Vaak lijkt het alsof het al ergens in mijn hoofd aanwezig is, maar ik het niet kan pakken.” Tijdens wandelingen of fietstochten lukt het alsnog. „Juist als ik aan iets anders denk. Ik luister bijvoorbeeld naar een podcast en tijdens een saai stukje begin ik te neuriën. Soms ben ik tevreden met het deuntje en neem ik het op.” Hij houdt zijn pols voor zijn mond. „Op mijn horloge.”
Voor The Great Vacation schreef hij vanuit het perspectief van zijn inmiddels overleden moeder die Alzheimer had. Dat werd het nummer ‘Undone’: ‘So many dreams in disarray/The fabric of my life, it seems has come/ undone’. Voor ‘Biker S.’ verplaatste hij zich in zijn kat Philip, die hem vaak ‘verwijtend lijkt aan te kijken’. „Tijdens de lockdown realiseerde ik me eens te meer hoe hij leeft: altijd maar in dat appartement in Amsterdam, met alleen een balkon.”
Ook in sombere perioden is er één onderwerp dat hem altijd weer hoop geeft, zegt De Greeuw: zijn vertrouwen in technologie en wetenschap. „Bijvoorbeeld in medisch opzicht, maar ook muzikaal.” Hij houdt de digitale ontwikkelingen bij, verzamelt software-instrumenten en ‘plug ins’ (uitbreidingen in muzieksoftware). „Een programma als Pro Tools is onmisbaar om thuis je partijen op te nemen en te bewerken”, zegt hij wijzend op zijn laptop. „Ook de digitale synthesizers worden steeds beter. Hun imitatie van synthesizers uit de jaren zeventig en tachtig klinken geweldig.”
Composities ontstaan soms op de virtuele synthesizer. „Bijvoorbeeld het nummer ‘Cincinnati’. Ik was aan het oefenen met Casio-software en hoorde plotseling iets dat ik de moeite waard vond.” De digitale partijen werden door de bandleden vervolgens op instrumenten uitgevoerd. De dreigende klanken in het couplet zijn een combinatie van een Moog-synthesizer en de drumpartij. „De drums hebben we buiten opgenomen. Met schermen eromheen om de echo van de klinkers te vangen.” Hij maakt een tjakkatjakka-geluid. „Dat zijn de straatstenen.”
Dat zijn carrière tot nog toe verliep als een stippellijn, beaamt hij. Maar nu hebben ze haast, hij en Robin Berlijn, om snel een volgend album op te nemen en zoveel mogelijk op te treden. „Ik ben tevreden met mijn carrière maar als ik in 1997 wat beter mijn best had gedaan, had ik nu ook in een penthouse in New York kunnen wonen met allemaal coole gasten om me heen.” Destijds had directeur Seymour Stein van de Amerikaanse platenmaatschappij Sire Records belangstelling voor Johan. Hun debuutalbum lag klaar voor verkoop op de Amerikaanse markt, compleet met het Sire logo erop. „Twee maanden later was het hele plan van de baan. Waarom, daar heb ik nooit duidelijk antwoord op gekregen. Misschien drong ineens tot ze door dat wij helemaal in Hoorn woonden en dat er in Amerika genoeg groepen zoals wij rondliepen. In ieder geval hebben we nooit meer iets van Sire vernomen.”
Een van de liedjes op The Great Vacation blijkt symbool te staan voor De Greeuws kijk op zijn leven. ‘Fly On The Wall’ gaat over jonge vrouwen op de dansvloer (‘I see you dancing all alone on the floor/ The way you move makes me praying for more’) . „Onze producer vond het te plat, omdat ik mezelf afschilder als een vieze oude man. Maar dat kon me niet schelen, ik vind het lekker om te zingen. Het nummer gaat over een gevoel dat ik heb als ik ’s avonds in Paradiso sta en daar al die mooie jonge mensen zie dansen. Stiekem zou ik daar bij willen horen. Maar dat is nu eenmaal niet zo.” Het verlangen naar iets dat nooit zal gebeuren, dat is waar veel liedjes over gaan, zegt hij. „Ik ben content. Maar zo is hoe ik mijn leven en carrière zie: net niet helemaal gelukt.”