Marechaussee handelde niet zorgvuldig bij ontslag van onderofficier, die kort daarna zelfmoord pleegde

De Koninklijke Marechaussee heeft vorig jaar niet zorgvuldig gehandeld bij het ontslag van onderofficier Lennart Bantema, die kort na zijn ontslag zelfmoord pleegde. Dat meldt demissionair minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Bantema werd ontslagen om een integriteitsschending. Hij had bijverdiend met het verkopen van een handboeiensysteem, wat niet is toegestaan.

Volgens een onafhankelijke commissie die de zaak onderzocht heeft de marechaussee de juiste procedure gevolgd, maar bij het ontslaan van Bantema ontbrak het aan „de nodige zorgvuldigheid, evenredigheid en vereiste motivering waardoor de ontslaggronden het ontslag niet kunnen dragen”. Daarnaast wijst de commissie erop dat Bantema zelf „een aantal zaken is aan te rekenen”.

Voor nabestaanden, collega’s en vrienden van Bantema was het een „enorme shock” dat hij zich van het leven heeft beroofd. Zij verweten de marechaussee een rol te hebben in de plotselinge dood van Bantema. De commissie oordeelt dat zijn leidinggevenden bij de marechaussee Bantema niet aan zijn lot hebben overgelaten bij het ontslag.

Bantema is 49 jaar geworden, was 22 jaar in dienst bij de marechaussee en werkte zijn laatste jaren op locatie Schiphol. Het onderzoek draaide niet om de vraag of zijn zelfmoord een direct gevolg was van zijn ontslag.

Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.