Het is een zonnige ochtend in Mishmar Ha-Emek, een kibboets in het noorden van Israël. Een smalle asfaltweg kronkelt tussen de huizen en het groen door. Het is er stil. Een enkeling rijdt op een golfkarretje over het terrein.
Hier verblijven al vier maanden ongeveer vierhonderd geëvacueerde bewoners van Nahal Oz, een zuidelijke kibboets, vlak bij Gaza. Ook tijdens eerdere Gaza-oorlogen weken zij uit naar het noorden; de bewoners van de twee kibboetsen kennen elkaar inmiddels goed.
De geëvacueerden uit Nahal Oz hebben in Mishmar Ha-Emek een eigen deel op het terrein, met een gezamenlijke eetzaal en aangrenzend kleine woonvertrekken, bestaande uit een slaapkamer met stapelbedden, een keuken en een badkamer. Kinderen gaan naar een aparte basisschool. De middelbare school, net buiten de kibboets, wordt bezocht door kinderen uit zowel Mishmar Ha-Emek als Nahal Oz.
Gemeenschappelijk bezit
Op een terrasje voor de eetzaal zit Dani Rahamim (69), die tot zijn pensioen als woordvoerder van Nahal Oz werkte. Hij is vol lof over Mishmar Ha-Emek: „Hier wordt nog vastgehouden aan de ideologie van de kibboetsbeweging”, zegt hij, doelend op het gemeenschappelijk bezit. Nahal Oz, in 1951 opgericht, werd in de jaren negentig geprivatiseerd.
Het leven als geëvacueerde valt Rahamim echter zwaar. In Mishmar Ha-Emek woont hij samen zijn vrouw, hun dochter en haar gezin. „Het is helemaal niet makkelijk.” In totaal zijn sinds 7 oktober circa 200.000 bewoners uit het zuiden en noorden van Israël geëvacueerd; zij verblijven nu al maanden in hotels en kibboetsen verspreid over het land. Op het hoogtepunt afgelopen november verbleven er in Mishmar Ha-Emek ongeveer 500 geëvacueerden. Die kwamen niet alleen uit het zuiden, maar deels ook uit het noorden als gevolg van de confrontaties daar tussen Israël en Hezbollah.
Ruim vier maanden na de evacuatie stimuleert de Israëlische regering bewoners uit het zuiden om terug te keren. Bewoners die op een afstand van vier tot zeven kilometer van de grens met Gaza wonen, ontvangen een subsidie indien zij in de komende weken al terugkeren. Wie dichter bij Gaza woont, op minder dan vier kilometer afstand, mag van de regering nog niet terug, in ieder geval tot aan het einde van de zomer. Nahal Oz ligt 1,6 kilometer van Gaza vandaan.
Spullen ophalen
Rahamim en zijn vrouw zouden „liever vandaag dan morgen” naar huis terugkeren. Hij is één keer terug geweest om spullen op te halen. Dat was moeilijk, vertelt hij. Op 7 oktober werden vijftien bewoners van Nahal Oz gedood en zeven gegijzeld bij de door Hamas geleide aanval in het zuiden van Israël, waarbij in totaal 1.200 mensen werden gedood. Vijf van de gijzelaars zijn inmiddels vrijgelaten. Rahamim benadrukt dat de situatie in Nahal Oz onvergelijkbaar is met die in andere kibboetsen die veel zwaarder vernield raakten.
Lees ook
In de kapotgeschoten kibboets hebben overlevers geen ruimte voor empathie met Gazanen: ‘We moeten voort, tot de knock-out’
Een man die vanuit het raam van zijn woning op Hamas-strijders schoot werd door het Israëlische leger aangezien voor een terrorist en doodgeschoten
Vlak bij hun huis waren er vuurgevechten tussen het Israëlische leger en strijders uit Gaza. Een man die vanuit het raam van zijn woning op Hamas-strijders schoot, werd door het Israëlische leger aangezien voor een „terrorist” en doodgeschoten, vertelt Rahamim.
Uren bleven ze in de schuilkelder, tot Rahamim rond één uur ’s middags Hebreeuwse stemmen hoorde. „Toen was het me duidelijk dat dit onze soldaten waren en niet Hamas.” Na een dag in onzekerheid, zonder contact, kwamen ze eindelijk te weten dat hun zoon en zijn gezin verderop in de kibboets nog in leven waren.
Militaire basis
De bewoners van Nahal Oz werden in de nacht van 7 op 8 oktober eerst naar een militaire basis gebracht in de Negevwoestijn. Van daar uit werden ze met bussen naar Mishmar Ha-Emek gebracht.
Sagit Lilo (48), die vanuit Mishmar Ha-Emek het contact met Nahal Oz-bewoners coördineert, herinnert zich hoe zij die nacht „in hun pyjama uit de bus stapten”. De eerste weken waren chaotisch; er moesten een kinderdagverblijf en scholing worden opgezet, vervoer voor begrafenissen worden geregeld. De regering betaalt inmiddels honderd shekel (25 euro) per geëvacueerde persoon per dag aan de kibboets.
De bewoners van Nahal Oz krijgen in Mishmar Ha-Emek ook psychologische hulp. „Het ergste wat er met ons gebeurd is, los van de verschrikkingen die dag, is dat we door angst worden beheerst”, zegt Rahamim. Hij noemt zichzelf een vredesactivist: „Tegen mensen die zeggen dat er geen vrede meer komt, zeg ik: wat er nu gebeurt heeft niets met het conflict te maken tussen ons en de Palestijnen.” Het heeft daarentegen alles te maken met Hamas, meent Rahamim, een „islamitische extremistische organisatie” die zich „tegen alle niet-moslims keert”.
Hij vindt het moeilijk om te denken aan wat er in Gaza gebeurt: „Ik weet dat er enkelen zijn die wraak willen, maar ik geloof dat ons leger volgens de wet optreedt.”
Joodse opvoeding
Kort na het middaguur zit nog een enkeling te lunchen in de eetzaal van Nahal Oz. Mirjam Reijnen (43) is alvast bezig om de zaal te bezemen, een dagelijkse taak die zij op zich heeft genomen sinds haar aankomst hier, vier maanden geleden. Ze is inmiddels verhuisd naar een plaatsje in de buurt, maar komt nog dagelijks naar de kibboets vanwege de schoolbus die vanuit hier vertrekt.
Reijnen verhuisde zes jaar geleden met haar man en drie jonge kinderen vanuit Nederland naar Nahal Oz. Ze wilden de kinderen een joodse opvoeding geven. Voordat ze emigreerden, verbleven ze eerst twee weken ‘op proef’ in de kibboets. „Toen werd ons verteld dat het na de Gaza-oorlog van 2014 rustig was en dat er ook de komende jaren niks zou gebeuren.” Op de dag dat ze verhuisden, in 2018, werden er raketten afgeschoten vanuit Gaza. „Het is nooit meer stil geworden.” Gedurende de zes jaar dat ze er woonden zijn ze acht keer geëvacueerd.
Haar man werkte in de veehouderij op de kibboets. Reijnen gaf in een bezoekerscentrum vlak bij de grens met Gaza voorlichting aan toeristen, soldaten en schoolkinderen over hoe het is om aan de grens te wonen „onder dreiging van terreur”. „De muur om Gaza is er gekomen omdat Israël ons moest beschermen tegen aanslagen”, meent Reijnen. „Hamas is de oorzaak van de situatie waarin mensen daar leven.”
Reijnen en haar man zeiden altijd tegen elkaar dat zolang het bij raketten bleef, het wel goed zou komen. Ze hadden immers een ‘veilige kamer’ in hun huis, om te kunnen schuilen tijdens raketaanvallen. „Op mijn werk vertelde ik dat terroristen onmogelijk Israël binnen kunnen komen, de muur om Gaza loopt diep onder de grond door, tot waterniveau. Na 7 oktober dacht ik: wat ik heb daar nou staan te vertellen?”
Ze betreurt het dat er zoveel doden vallen in Gaza, maar vindt het verkeerd om daar alleen Israël de schuld van te geven. „Egypte had ook kunnen zeggen, we doen de grens open voor de twee miljoen Palestijnen die nu in het zuiden van Gaza zitten. De Sinaï-woestijn is hartstikke groot, er is daar zat plek. Maar dat doen ze niet omdat ze weten wat ze binnen zouden halen.”
Een maand geleden heeft de kibboetsgemeenschap van Mishmar Ha-Emek gestemd over het verblijf van de geëvacueerden. Een meerderheid vond dat Nahal Oz mag blijven tot de regering het veilig acht om terug te gaan. „We willen dat ze hier in alle rust kunnen blijven zo lang nodig is”, zegt coördinator Sagit Lilo.
Stacaravans
In een uithoek van Mishmar Ha-Emek zijn graafmachines bezig op een grote zandhoop. Hier worden stacaravans gebouwd voor de inwoners van Nahal Oz, die al dit voorjaar klaar moeten zijn.
Tot die tijd zit Ella (37), die niet met haar achternaam in de krant wil, nog met haar man Felipe en kinderen van twee en vier in een krap tweekamerappartement, met een bomvolle keuken. Ze werkt als veiligheidsonderzoeker voor de Amerikaanse chipproducent Intel, en verhuisde afgelopen augustus met haar gezin vanuit Tel Aviv naar Nahal Oz. Het voelde meteen als thuis. Felipe zat in het leger tijdens de vorige Gaza-oorlog en Ella kwam vaak naar Nahal Oz om bij hem in de buurt te zijn.
Zelf was ze als soldaat in 2005 in Gaza gestationeerd bij de ontruiming van de joodse bevolking van Gush Katif, een cluster van zeventien nederzettingen in het zuiden van Gaza. „Wat we daar hebben gedaan, bleef bij me hangen. We hadden die mensen nooit uit hun huizen moeten halen. Het was overduidelijk fout, dat weet iedereen nu.” Ella verwoordt een sentiment dat in Israël vaker klinkt: dat de ontmanteling van de – volgens het internationaal recht illegale – nederzettingen en de (gedeeltelijke) militaire terugtrekking uit Gaza in 2005 een fout is geweest, en heeft bijgedragen aan het militaire „falen” op 7 oktober.
Ze hoopt, behalve op een terugkeer naar Nahal Oz, ook op een terugkeer van Israëlische nederzettingen in Gaza, maar ziet dit niet snel gebeuren. „Er is nu teveel verzet tegen. Maar op den duur zal het gebeuren.”
Lees ook
Israëlische historicus Shlomo Sand: ‘Voor het eerst in mijn leven heb ik de hoop verloren dat het hier goed komt’