Ombudsman onderzoekt terrorismelijst politie na klachten

De Nationale Ombudsman doet onderzoek naar burgers die in de problemen komen omdat ze een terrorismelijst staan. „Ondanks de grote gevolgen van een dergelijke registratie, is het onduidelijk waar burgers terecht kunnen met vragen”, schrijft ombudsman Reinier van Zutphen maandag.

Het gaat om de zogeheten CTER-registratie, kort voor Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering. Mensen kunnen zonder het zelf te weten op die lijst van de politie komen, en komen vervolgens in de problemen omdat hun gegevens met andere autoriteiten of landen wordt gedeeld. Daar is bij de ombudsman „een tiental” klachten over binnengekomen.

Burgers weten niet goed waar ze terecht kunnen en krijgen met moeite informatie over hun registratie, blijkt al uit de klachten. „We spreken burgers die het gevoel hebben van het kastje naar de muur te worden gestuurd”, zegt Van Zutphen in een verklaring. „Dat is onacceptabel.” Naar verwachting is het onderzoek voor het eind van het jaar af.

Vastgezet

Voor de mensen die de klachten hebben ingediend, is het onduidelijk of ze op de CTER-lijst staan, waarom, en met wie hun gegevens zijn gedeeld, zegt een woordvoerder van de Nationale Ombudsman. „Met name als ze de grens overgingen merkten ze dat andere organisaties informatie over hen hadden. Visa werden bijvoorbeeld geweigerd, ze werden extra gecontroleerd aan de grens of staande gehouden in een ander land.”

Het is dus niet helemaal zeker of de CTER-registraties daadwerkelijk tot de problemen hebben geleid waar de burgers tegenaan liepen. Toch heeft de ombudsman „genoeg reden om te denken dat CTER de constante is”, zegt de woordvoerder.

‘Tienduizenden mensen’

Follow the Money berichtte eind vorig jaar dat tienduizenden Nederlanders een CTER-registratie hebben, terwijl maar „enkele honderden” als potentieel gevaarlijk werden gezien. Reden voor Tweede Kamerlid Ismail el Abassi (Denk) om het kabinet in een motie te vragen te onderzoeken wie ten onrechte op de lijst staat. Een meerderheid stemde tegen.

Justitieminister Dilan Yesilgöz (VVD) noemde de berichtgeving van Follow the Money „feitelijk onjuist”. In een Kamerdebat zei ze: „Het beeld dat tienduizenden mensen onterecht beschuldigd worden, werp ik echt verre van me. Onze diensten werken dag en nacht keihard om ons veilig te houden en te beschermen tegen terroristen. Dat is wat erachter zit, en niet iets anders.”

Doel onduidelijk

De CTER-organisatie waar het register bij hoort, is „met stoom en kokend water” opgericht na de aanslagen in Parijs en Brussel van 2015 en 2016, schreef de Inspectie Justitie en Veiligheid enkele jaren geleden na een onderzoek naar de organisatie. Medewerkers waren het er onderling niet over eens wat precies hun taak was, en dat leidde tot „spanningen in de samenwerking en conflicten”.

CTER valt volgens de inspectie onder de landelijke eenheid van de politie, maar de politie heeft er op haar eigen website geen informatie over. De politie was maandagochtend niet direct bereikbaar voor een reactie.