Als Ian Maatsen in de zomer van 2020 voor het eerst de kleedkamer van Charlton Athletic binnenstapt, een Londense club actief op het derde Engelse profniveau, voelt hij zich „een baby tussen grote mannen”. Hij is net achttien, uitgeleend door Chelsea, zijn nieuwe Mercedes CLA staat buiten geparkeerd. „Dan staan je medespelers niet klaar om je met open armen te ontvangen”, zegt hij.
Met het reguliere ontgroeningsritueel, een liedje zingen voor de groep, heeft Maatsen weinig moeite. Hij rapt ‘Het is een feit’ van Broederliefde (Soms kom ik lief op een track / zo verdien ik met rap / Fans worden gek als ze me zien in het echt). Daarna begint het gedonder. Hij krijgt trappen op de training, zijn handdoek wordt verstopt. „De standaardgrapjes”, zegt Maatsen. „Ze gaan je een beetje uitdagen.”
Ruim drie jaar later is Ian Maatsen opgeklommen van een plek onderaan de pikorde van de League One tot basisspeler in de top van de Bundesliga. Dinsdag speelt de Nederlandse linksback met Borussia Dortmund tegen zijn oude club PSV in de achtste finale van de Champions League. Hij is pas 21, maar hij heeft al meer meegemaakt in het profvoetbal dan sommige spelers aan het einde van hun loopbaan.
In cijfers ziet dat er zo uit: 140 wedstrijden in vier competities, waaronder de Premier League en de Bundesliga, acht doelpunten, een keer gepromoveerd, twee keer opgeroepen voor Oranje (nog niet gedebuteerd). Ter vergelijking: PSV-middenvelder Ismael Saibari, twee jaar ouder dan Maatsen, speelde nog geen negentig profduels, waarvan ruim de helft voor Jong PSV.
Het uitgebreide cv van Maatsen is het gevolg van een keuze die hij maakte op zijn zestiende. Hij stond op het punt zijn eerste contract te tekenen bij PSV toen zijn vader vertelde dat Chelsea had gebeld. De Londense club zag in de jonge verdediger een groot talent en wilde dat hij naar Engeland kwam. PSV-trainer Mark van Bommel probeerde hem nog op andere gedachten te brengen. Ook zijn moeder was sceptisch. Maatsen luisterde beleefd, zegt hij, maar ging toch. „Die bus komt misschien maar een keer voorbij, dacht ik. Ik wilde op avontuur.”
Tieners in het buitenland
Als minderjarige speler de stap maken naar het buitenland is om twee redenen omstreden. Kinderen gedijen het beste in de buurt van vrienden en familie, is een veelgehoorde kritiek, en zouden beschermd moeten worden tegen clubs en zaakwaarnemers die jonge voetballers vooral beschouwen als handelswaar. Sinds de eeuwwisseling zijn wereldwijd honderden minderjarigen over de grens getransfereerd, meestal binnen of naar Europa, om bij tegenvallende prestaties soms zomaar aan hun lot te worden overgelaten. De financiële logica voor clubs is evident: jeugdspelers kosten relatief weinig, maar brengen in geval van een doorbraak al gauw een fortuin op.
Daarnaast is de kans op succes relatief klein. Slechts één op de acht minderjarige voetballers die tussen 2011 en 2022 naar een buitenlandse club gingen, heeft daar minuten gemaakt in het eerste elftal, blijkt uit recent onderzoek. Van degenen die wel hun debuut maken in de hoofdmacht, komt bijna de helft niet verder dan vijf wedstrijden. Vier op de vijf spelers die als tieners naar het buitenland gaan, spelen op hun 23ste op een lager niveau.
Chelsea, dat net als Manchester City voor Brexit de reputatie had veel buitenlandse jeugdspelers aan te trekken, geeft jongens als Maatsen desondanks het gevoel dat het eerste elftal binnen handbereik is. Het trainingscomplex van Chelsea, even buiten Londen, is net als De Herdgang van PSV. De duurbetaalde sterren, destijds spelers als Cesc Fabregas, N’Golo Kanté en Eden Hazard, trainen vlak bij de jeugdteams en lunchen in dezelfde ruimte. „Dat is heel motiverend”, zegt Maatsen.
Qua salaris is de afstand tot de Premier League dan nog gigantisch, maar Chelsea zorgt goed voor zijn buitenlandse tieners. In zijn eerste jaar in Londen zit Maatsen op een scholarship, een soort studiebeurs. Als hij zeventien wordt, krijgt hij een volwaardig contract, vertelt Maatsen. De club betaalt hem aanzienlijk meer dan hij bij PSV zou verdienen, „En veel meer dan het loon van een gewone burger in Nederland”, realiseert hij zich. „Niet normaal eigenlijk, toch?”
Veel tijd om het geld uit te geven heeft hij niet. Vijf dagen in de week komt een busje hem ’s ochtends om half acht ophalen bij zijn gastgezin, rond etenstijd wordt hij weer thuisgebracht. Daar tussendoor: trainen, school, wedstrijden en ‘individuele workshops’. Koppen bijvoorbeeld, mediatraining, of passen met je zwakke been. Maatsen heeft een paar maanden nodig om te wennen aan het nieuwe ritme, ook omdat de trainingen zwaarder zijn dan bij PSV. „De intensiteit lag hoger, we deden meer duurtrainingen en het spel is fysieker in Engeland”, zegt hij. „Ik was kapot na een dag op de club.”
Heftig voor een jongen van zestien? Best wel, vindt John Simpson, die samen met zijn vrouw gastouder was van Maatsen in Londen. Simpson, inmiddels gepensioneerd, was jarenlang zakelijk begeleider van topgolfers als Nick Faldo en Greg Norman. Hij weet wat gevraagd wordt in topsport en raakte onder de indruk van de discipline van de jonge Nederlander. Wat Maatsen hielp, zegt Simpson, is dat hij goed bevriend raakte met de Franse Chelsea-jongeling Pierre Ekwah, die ook in het gastgezin verbleef. Allebei ver van huis, in een zwaar competitieve omgeving.
„Ze vonden ontspanning bij elkaar”, zegt Simpson. „Als ze muziek luisterden na het eten, of geintjes maakten tot ze huilden van het lachen.”
Eenzaam bij Charlton
Praat met Ian Maatsen over zijn loopbaan en je beseft hoe bepalend persoonlijke relaties zijn voor de kans op succes. Ook hij begint over het belang van zijn hechte vriendschap met Ekwah, tegenwoordig speler van Sunderland. En hij vertelt hoe twee medespelers en een secretaresse hem door een zware periode hielpen bij Charlton Athletic, de club waar hij op zijn achttiende terechtkomt als huurspeler van Chelsea.
Maatsen voelt zich eenzaam die eerste maanden bij zijn nieuwe club. Hij woont voor het eerst op zichzelf, door corona kan zijn familie maar heel sporadisch overkomen uit Vlaardingen. Hij mist de omhelzingen van zijn moeder, vertelt hij. Tegelijkertijd moet hij zich invechten in het team. „Je bent een kind, maar je moet volwassen zijn”, zegt Maatsen. „En ik ben niet echt een prater, dus ik liet de pesterijtjes begaan.”
Totdat twee medespelers een arm om hem heen slaan. Je hebt het talent om de top te halen, zeggen ze tegen de jongeling, bijt van je af. Het is alsof twee broers hem bij de hand nemen, zegt hij. En dan is er nog clubsecretaresse Tracy die hem helpt met zijn appartement, boodschappen doen, rekeningen betalen – simpele zaken die ingewikkeld zijn voor een achttienjarige topsporter in het buitenland.
Hij voelt zich bij Charlton Athletic langzaam sterker worden, ook omdat hij basisspeler is en de coach hem waardeert. De League One? „Dat is alleen maar beuken”, zegt Maatsen, 1,67 meter groot. „Gek misschien, maar het lag me wel. Tegenstanders konden niet omgaan met mijn techniek.” Ook belangrijk: hij blijft fit, naar eigen zeggen onder meer omdat hij een masseur in de arm neemt en veel voor zichzelf traint. Maatsen speelt in zijn eerste profseizoen 35 wedstrijden.
Bij een Nederlandse topclub komt na zo’n verhuurperiode het moment om te debuteren in het eerste óf te worden verkocht. Chelsea functioneert anders, met veel jonge huurlingen die met gemak drie of vier keer worden uitgeleend voordat ze een kans krijgen – als die er al komt. Maatsen hoopt na Charlton dat hij al klaar is voor het grote werk, maar Chelsea-coach Thomas Tuchel helpt hem uit de droom. Hij gaat naar Coventry City FC, dat uitkomt in de Championship, het tweede niveau in Engeland.
„Daar ging een wereld voor me open”, zegt hij. Door zijn seizoen bij Charlton komt Maatsen met meer zelfvertrouwen de kleedkamer binnen. Zo speelt hij ook. Hij durft meer aan de bal, geeft assists, scoort zelfs af en toe. De pandemie is min of meer voorbij, voor het eerst speelt Maatsen wekelijks in volle stadions. Meer dan dertigduizend toeschouwers zingen hun kelen schor bij thuiswedstrijden. Hij vindt het geweldig. Voor het eerst heeft de dan negentienjarige Chelsea-huurling écht het gevoel profvoetballer te zijn.
Als Maatsen in die tijd bij Jong Oranje komt, merkt hij dat zijn medespelers geen idee hebben van de wereld waarin hij zich beweegt. Leeftijdgenoten als Devyne Rensch en Ryan Gravenberch hebben basisplaatsen bij Ajax, anderen spelen bij kleinere clubs of in beloftenelftallen. Alles beter dan Coventry City, lijkt de heersende gedachte. „Terwijl ik juist het gevoel had dat ik verder was dan de meesten, met mijn ervaring in het mannenvoetbal”, zegt Maatsen.
Hij moet nóg meer ervaring opdoen, vindt Chelsea. Dus belandt Maatsen in de zomer van 2022 in Noord-Engeland bij Burnley, net gedegradeerd uit de Premier League. Onder coach Vincent Kompany beleeft hij zijn beste seizoen tot nu toe. Met Maatsen als basisspeler wordt Burnley met gemak kampioen. Chelsea-coach Mauricio Pochettino is zo onder de indruk dat hij de 21-jarige verdediger bij zijn selectie haalt voor het huidige seizoen.
Basisplaats in Dortmund
In Londen volgen „frustrerende maanden”, zegt Maatsen. De selectie is overvol, het team draait niet, toch hoort de Nederlandse back bij de reserves, op een paar invalbeurten na. Daar is hij niet voor teruggekomen, denkt hij, en hij dient een verzoek in om in de winterstop opnieuw verhuurd te worden. Geeft hij daarmee zijn oorspronkelijke droom op? Maatsen: „Het is leuk om bij Chelsea te spelen, maar het moet mijn ontwikkeling niet in de weg staan. Ik wil spelen, dat is veel belangrijker.”
Zo is Ian Maatsen bij Borussia Dortmund terechtgekomen, ruim vijf jaar na zijn vertrek uit Nederland. Een „familieclub” met een plan, is zijn eerste indruk, in tegenstelling tot de chaos die is ontstaan bij Chelsea sinds de club twee jaar geleden werd overgenomen door Amerikaanse investeerders. Maatsen heeft in Duitsland direct een basisplaats veroverd, eerder deze week werd hij verkozen tot rookie of the month van de Bundesliga. Als het aan Maatsen ligt, verkoopt Chelsea hem deze zomer aan Borussia.
Dinsdag wacht een nieuwe mijlpaal. Debuteren in de Champions League, tegen zijn oude club PSV bovendien. Van zijn lichting in de PSV-jeugd, met onder anderen Mo Ihattaren en Yorbe Vertessen, is Maatsen de enige die op het veld zal staan. De enige die in de Europese (sub-)top speelt ook. Het laat maar zien: hij heeft misschien een moeilijke route gekozen, bij PSV blijven was ook geen garantie op succes.
Wat maakt nu dat Maatsen het wél heeft gered, terwijl zoveel jonge spelers zijn verdwaald in het buitenland? Talent en hard werken natuurlijk, zegt hij, en geluk, vooral dat hij niet of nauwelijks geblesseerd is geweest. Maar bovenal: realisme en bescheidenheid. „Natuurlijk droom ik”, zegt Maatsen. „Maar de realiteit is nu. Het is niet erg als je nog niet klaar bent voor het grote werk. Bij een club als Charlton spelen is ook mooi. Daar moet je je niet te groot voor voelen.”