Douwe Bob onwennig in uitverkocht Paradiso

Tijdens het eerste optreden van zijn tournee, in een uitverkocht Paradiso in Amsterdam, heeft zanger Douwe Bob het niet makkelijk. Het publiek is afwachtend, zanger en muzikanten presenteren zich statisch. Bovendien zijn de nummers van het afgelopen woensdag verschenen album, Where Did All The Cool Kids Go? voor de meeste aanwezigen nog onbekend. Liedjes worden dus (nog) niet onthaald door enthousiast applaus.

‘Where Did All The Cool Kids Go?’, het openingsnummer van het optreden, valt mooi met de deur in huis en belooft een uptempo en dansbaar repertoire. Maar daarna verliest het concert zijn pit. Mede door de wat ouderwetse rozerode belichting, de rookwolken, en de opstelling van de twee drummers plus keyboardspeler achter op het podium, en vijf gitaristen daarvoor. De twee drummers spelen doorgaans dezelfde partijen, en de overmacht aan gitaristen voegt aan het geluid weinig nuance toe. Het is juist die grote groep muzikanten die het gebrek aan beweeglijkheid en dynamiek veroorzaakt.

Douwe Bob’s muziek is nostalgisch, met invloeden uit Americana, en de gouden jaren van de countryrock (jaren zestig, zeventig). Hij zingt met een nadrukkelijk Amerikaans accent, de bandleden zijn geoefend in zangharmonieën en in elkaar hakende gitaarpartijen, ook op de banjo.

Nagenoeg alle liedjes van het nieuwe album, zijn eerste in drie jaar, worden gespeeld. Nummers als ‘Step Outside’ en ‘You Got Me’ krijgen een degelijke melodie maar het album heeft ook voor hand liggende momenten, zoals de onderbreking in ‘This World Is Our Home’, speciaal gemaakt voor publieksgejuich. Het oudere ‘Was It Just Me’ wordt mooi gespeeld: met een gedifferentieerder geluid vanuit de haag aan gitaristen, en een zwelgende zangpartij van Douwe Bob.

Maar de presentatie in Paradiso voelt onwennig. Hij speelt gemoedelijk op zijn akoestische gitaar, maar muzikale vervoering lijkt te ontbreken. Dat is verrassend want in het verleden was hij wervend en enthousiasmerend. De zanger, die een turbulente periode achter de rug heeft – hij moest afkicken van de alcohol – laat weten dat hij niet meer drinkt en dat dat nieuw is.

Er zijn bijdragen van talkshow-gastheer Renze Klamer, die vanuit de zaal het podium opklimt voor een extra gitaarpartij in ‘Step Outside’, en samen met Jennifer Ewbank zingt Douwe Bob twee nummers. Het is uiteindelijk zijn stem, meer dan muziek of presentatie, die het concert – bijna twee uur lang – overeind houdt.

Het sober geïnstrumenteerde ‘Light Of My Life’ voor zijn ‘verloofde’ in de zaal heeft geen opvallende melodie. Maar de zang is aantrekkelijk, zoals vaker in de langzamere nummers: in gelijke delen honing en huivering golft hij langs de noten. Daardoor worden de twee toegiften met zanger Melle en opnieuw Ewbank hoogtepunten: a capella met prachtige samenzang.

Douwe Bob heeft een grote aanhang, de optredens die hij de komende maanden geeft, zijn zo goed als uitverkocht. Hij eert de Amerikaanse voorbeelden maar voegt daar op dit moment weinig eigen accenten aan toe. Die zouden zijn muziek persoonlijker maken.