Pianist Rudolf Jansen behoorde tot het kleine clubje liedbegeleiders aan de wereldtop

Pianist Rudolf Jansen is overleden. Jansen werd met name bekend als liedbegeleider op internationaal topniveau. „Een liedbegeleider is een dirigent zonder stok”, vond en doceerde hij. „Klankkleur, tempokeuze, tekstbegrip – het zijn allemaal facetten waarvoor de piano de toon zet.” Jansen overleed maandag 12 februari in zijn woonplaats Laren. Hij werd 84 jaar.

Jansen werd geboren in Arnhem en studeerde piano, orgel (bij zijn vader Simon C. Jansen) en klavecimbel aan het Conservatorium van Amsterdam. In 1964 ontving hij de Prix d’Excellence voor orgel, in 1966 de Prix d’Excellence voor piano. Later werd hij zelf pianodocent aan dat conservatorium.

Jansen speelde samen met grote liedzangers als Dietrich Fischer-Dieskau, Elly Ameling, Peter Schreier en Barbara Bonney. Met bas-bariton Robert Holl vormde hij jarenlang een duo. Samen gaven ze sinds 1995 jarenlang Schubert-masterclasses in Amsterdam. Ook wereldwijd genoot hij aanzien als masterclassdocent.

„Pianisten die geen solistische ambities hebben, en bij voorkeur samenwerken met zangers, worden al te vaak gedrongen in de rol van pianobutler, geheel dienstbaar aan grote solisten”, schreef de NRC-recensent in 1988. „Zo niet Rudolf Jansen: met een helder inzicht en een soepele geest weet hij altijd de juiste balans te vinden met zijn partner, of dit nu een zanger of een instrumentalist is. Zijn inbreng is actief en rijk aan initiatieven, maar tegelijk steeds afgestemd op de ander, nu eens kleurend en ondersteunend, dan weer stuwend en waar nodig virtuoos uitpakkend.”


Lees ook
Een recensie uit 1989: ‘Pianist Rudolf Jansen verbazend begeleider’

Geen eigen keuze

Jansen koos niet zelf voor een carrière als liedbegeleider. „Het is gewoon zo gegroeid”, zei hij in een interview in deze krant in 2001: „Liedkunst is niet iets dat je van jongs af aan meteen waardeert. Je moet eerst wat levenservaring hebben voordat poëzie, en daarmee het lied, voor je gaat leven. Maar dan de combinatie van woord en toon, het elkaar de bal toespelen – voor mij is er geen bevredigender manier van musiceren denkbaar.”

In dat interview typeerde hij de liedbegeleider: „Ik begrijp wel dat men liedbegeleiders vaak waarneemt als volgzame, aimabele mensen, maar het is het soort aimabelheid van een huisarts: gefundeerd op een extreem sterke persoonlijkheid, omdat je met steeds andere mensen werkt, en bij de flexibiliteit die dat vereist, toch moet vasthouden aan je eigen ideeën.”


Lees ook
Een interview met Rudolf Jansen: ‘Niets is mooier dan begeleiden’

Van de meer dan 120 albumopnamen met lied en kamermuziek kregen er twee een Edison: een met hoboïst Han de Vries (1973) en een met sopraan Dorothy Dorow (1987). Voor zijn werk kreeg hij tweemaal een lintje: hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau in 1998 en in 2017 tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. In dat jaar speelde hij zijn carrière feestelijk uit in het Amsterdamse Concertgebouw.

https://www.youtube.com/watch?v=H2rgiIWa4_oVideo: Rudolf Jansen begeleidt Robert Holl in 1995