Animatiefilm ‘Robot Dreams’ is een melancholische liefdesbrief aan New York in de jaren tachtig

Natuurlijk verwijst de titel Robot Dreams naar sciencefiction-schrijver Isaac Asimov die zich afvroeg of robots dromen en naar zijn navolger Philip K. Dick die opperde dat androïden elektrische schaapjes tellen voor het slapengaan. Maar deze handgetekende film van de Spaanse regisseur Pablo Berger kan het helemaal niet schelen of je je klassiekers kent of niet. Of je in de straten waar hoofdpersonen Dog en Robot doorheen lopen het New York van de jaren tachtig herkent. Of je voeten meteen beginnen te dansen bij het horen van het muzikale leidmotief ‘September’ van discosoulband Earth, Wind & Fire.

Berger liet zich voor zijn eerste animatiefilm inspireren door de gelijknamige graphic novel van Sara Varon uit 2007. Hierin herkende hij zijn eigen eindeloze wandelingen door de stad toen hij in New York studeerde. Zijn film is vooral een volstrekt uniek en liefdevol eigen universum geworden, vol weemoed en nostalgie.

We maken kennis maken met de eenzame antropomorfe hond Dog die in zijn klassieke East Village-appartement avond aan avond op zijn Atari-spelcomputer Pong zit te spelen en tv-maaltijden eet. Maar in je uppie is daar natuurlijk helemaal niets aan. Daarom besluit hij een Amica 2000-zelfbouwrobot te bestellen, met wie hij vervolgens typisch New Yorkse dingen gaat doen als rolschaatsen in Central Park, hotdogs eten, foto’s maken in een pasfotohokje en een dagje naar het strand op Coney Island.

Berger maakte eerder furore met het geheel dialoogloze dwarse live action sprookje Blancanieves (‘Sneeuwwitje’) in 2012. En net als die film bevat ook Robot Dreams geen enkele tekst. De vriendschap, of is het liefde, tussen Dog en Robot lijkt wel telepathisch. Ze hebben aan een hoofdknik of een kneepje in elkaars hand genoeg. Dat is ook de opmaat naar het echte verhaal: als ze elkaar halverwege de film kwijtraken, beginnen de robotdromen.

Robot Dreams is daarmee niet per se een film voor een jong publiek, maar wel voor alle leeftijden. Er zitten grote thema’s in als identiteit, vrijheid en ethische dilemma’s rondom het fabriceren van wezens met bewustzijn. Alles zit erin, van Pygmalion tot Frankenstein, en Pinokkio tot Blade Runner. Droomt de robot dat hij een hond is, die droomt dat hij een robot is, of zit het toch nog allemaal wat filosofischer in elkaar?

Tegelijkertijd is de film ook een liefdesbrief aan een stad, aan wandelaars en dwalers die oog hebben voor de duiven op de vensterbank en de afgebladderde posters op de muren. De retrofuturistische stijl doet denken aan ouderwetse cartoons.

Dat Robot niet van elektrische schapen droomt, zoals de androïden in de Philip K. Dick-verfilming Blade Runner (1982), maar van menselijke verlangens en emoties als liefde en jaloezie, levert stof op voor verdere dagdromen als de film is afgelopen. Wat is dat al te menselijke verlangen om iets te herkennen in niet-menselijke wezens? Animatie betekent natuurlijk niet alleen tekenfilm, maar ook bezielen, en dat is precies wat Berger met zijn film doet. Hij geeft zijn hoofdfiguren een leven, of het nou een droom is of niet.

https://www.youtube.com/watch?v=Gj8RQ3AY0oc