Het gaat slecht met migrerende diersoorten, vissen in het bijzonder

De populaties van ruim vier op de tien beschermde migrerende diersoorten krimpen. Dat is een van de conclusies van een maandag gepubliceerd onderzoek in opdracht van een conventie van de Verenigde Naties. Een op de vijf van die soorten wordt met uitsterven bedreigd.

Het gaat om de lijst van de Convention on Migratory Species (CMS), een VN-verdrag gericht op de bescherming van dieren die met voorspelbare regelmaat over landsgrenzen heen reizen. Daar staan 657 soorten op, zoals de brandgans, de witflankdolfijn en de monarchvlinder. „Of ze overleven, hangt af van de inzet van alle landen waarin ze voorkomen”, schrijft het hoofd van de conventie.

Met name met migrerende vissen gaat het slecht. Maar liefst 97 procent van de vissoorten op de lijst wordt met uitsterven bedreigd, en sinds 1970 zijn de beschermde vissoorten gemiddeld 90 procent minder veelvoorkomend geworden. De andere groepen dieren zijn gemiddeld juist vooruit gegaan.

Leefgebied

De oorzaak laat zich raden: „intense antropogene druk”, oftewel schade toegebracht door mensen. Verkleining, versnippering en verslechtering van leefgebied, vaak door landbouw, speelt een hoofdrol, samen met jagen en vissen. Daarnaast laat vervuiling met onder meer plastic, pesticiden en geluid zijn sporen na. Klimaatverandering heeft ook invloed, en die invloeden nemen naar verwachting toe in de komende decennia – „niet alleen als directe bedreiging voor soorten maar ook als versterking van andere bedreigingen”.

De onderzoekers roepen op tot snelle, internationale actie om de achteruitgang terug te draaien. Goed nieuws is er ook: „Er is een schat aan kennis over de antwoorden en oplossingen die nodig zijn om migrerende populaties te helpen herstellen.”