Fysiek is het slopend, maar het goud maakt alles goed. Eindelijk is goudzoeken in Gabon weer legaal

Onverstoorbaar gaat de man voor, stappend over de gladde keien, op zijn badslippers, langs het beekje dat steeds dieper de jungle in stroomt. Hoog in de bomen kwetteren vogels, dichter bij de klamme grond zijn het de cicaden die zich laten horen. Verder is het stil. Totdat in de verte het ritmische gepuf van een motorpomp klinkt. Rook stijgt op tussen de bladeren en lianen. Opgepast, zegt hij, terwijl hij een steile helling afdaalt in de richting van het geluid. Het is glad.

Zelf staat Youngou Müller binnen no time op de open plek beneden. Met een zwaai begroet de 28-jarige gouddelver de twee mannen die daar in ontblote bovenlijven, glinsterend van het zweet, de aarde te lijf gaan. De een met een schep, de ander met een slang verbonden aan de motor. Die pompt water uit een uitloper van het beekje en spuwt het iets verderop met volle kracht weer uit. Op de grond ligt een aluminium schaal, waarop losgewoelde aarde wordt gecheckt op glinsterende stukjes goud.

Dit is het voorbereidende werk, legt Müller uit, terwijl hij de nu nog lege schaal met zijn voet aantikt. „Daarna is het aan God.”

Hier, in het hart van Gabons regenwoud, herleven oude tijden. Mannen, vooral mannen, maar ook vrouwen, op blote voeten of in regenlaarzen, struinen de rivierbeddingen en nabijgelegen heuvels af op zoek naar korrels goud, een van de vele rijkdommen in Gabons grond. Daarna keren ze terug naar provisorische kampen, opgetrokken uit zeil, wat golfplaten en takken, verstopt tussen de hoge bomen. Maar nu zonder de angst dat militairen hen komen verjagen.

Kat-en-muisspel

De reden: een verbod op goud delven, dat jarenlang leidde tot een kat-en-muisspel tussen mannen als Müller en de lokale autoriteiten, werd afgelopen zomer even plots als het was ingevoerd afgeschaft. Dit besluit kwam van de nieuwe militaire leiders die in augustus de macht hadden grepen in het Centraal-Afrikaanse land. Zij maakten zo een einde aan de heerschappij van de familie Bongo, die Gabon en zijn bodemschatten – olie, mangaan, goud – beschouwde als privébezit.


Lees ook
Drie maanden na de coup vraagt Gabon zich af: is het Bongo-regime echt verdwenen?

Toegangspoort van de Université Omar Bongo in Libreville, september 2023. Zoals veel gebouwen en straten in de hoofdstad is de universiteit vernoemd naar de man die tussen 1967 en 2009 president was.

In Ndjolé had het verbod op goud delven alles ontregeld. Het stadje aan de rivier de Ogooue had de laatste decennia mensen uit heel Gabon en buurlanden getrokken om er te graven in de rode aarde. De bedrijvigheid in de bossen aan de overkant van de rivier was op een gegeven moment zo groot, dat de bewoners grapten over Ndjolé II, waar volgens hen meer mensen woonden dan de pakweg 7.500 zielen in het over heuvels uitgestrekte origineel.

Het zijn vooral mannen die in Gabon naar goud zoeken.

Officieel was wat zij deden illegaal: volgens de mijnwet van Gabon hebben gouddelvers een zogeheten carte d’exploitation nodig, een soort ID-kaart waarmee ze bij het ministerie worden registreerd. Alleen kwam van die kaart en registratie in de praktijk weinig terecht, de delvers trokken zich dan ook weinig van die verplichting aan. De staat liet hen goeddeels begaan. Tot 2018.

Middels een aankondiging op nationale tv en in kranten verbood de toenmalige president Ali Bongo per direct al hun werkzaamheden. Het was noodzaak, aldus de minister van mijnen, vanwege „een zorgwekkende toename van illegale activiteiten die het milieu aantasten en de openbare orde verstoren”. Wat ook meespeelde: de aanwezigheid van veel niet-Gabonezen onder de delvers, vooral uit Kameroen. Volgens de minister ging tegenover de ton goud die Gabon officieel jaarlijks produceerde, nog eens vier ton illegaal de grens over. Een onderbouwing daarvoor gaf hij niet.

Het verbod was tijdelijk, werd de delvers beloofd. Ondertussen mochten alleen bedrijven met de juiste papieren – en de juiste connecties – nog naar goud zoeken. Zoals het Marokkaanse Managem of Alpha Centauri Mining (ACM).

In de twee, drie jaar die volgden kamden het leger en de gendarmerie de jungles rond goudmijnplekken als Ndjolé uit in wat ‘operatie Bayende’ was gedoopt – vrij vertaald betekent dat iets als opruimen, verwijderen. De dorpen die de delvers hier in de loop der jaren hadden gebouwd, werden afgebroken of afgebrand, hun werktuig vernietigd en motoren in beslag genomen. Wie op delven werd betrapt, ging de gevangenis in of moest hoge boetes betalen.

Militaire operaties

„Het leek net of we een land in oorlog waren.” Love Makouba, een lange, pezige man met een tasje voor zijn borst gebonden, fluit door zijn tanden. Bij het licht van felle peertjes zijn de oevers van Ndjolé in het nachtelijk donker een en al bedrijvigheid. Vrouwen staan achter rokende barbecues vol zwartgeblakerde vissen en coupés-coupés, geurende hompen vlees die in dunne repen worden verkocht. De markt is nog open, de theestalletjes zijn omringd door klanten.

In de hoofdstad Libreville werkte hij in de bouw van appartementen, vertelt Makouba (35), een halveliterfles bier met tequilasmaak in zijn hand, zittend op een wankel bankje. Via via kwam hij in Ndjolé terecht. In eerste instantie voor de bouw. Maar het goud hield hem hier, grijnst hij. De eerste keer dat hij de bossen in ging, verdiende hij 850.000 CFA-frank (1.300 euro). Dat komt neer op 5,5 keer het minimum maandloon in Gabon.

De tweede keer verdiende hij 1,1 miljoen CFA-frank. „Dat was voor twee, drie weken werk. Zoveel geld had ik nog nooit verdiend.”

Kampement van gouddelvers in de jungle nabij Njdolé.

En ja, fysiek is het slopend, zegt Makouba, die met sokken in zijn slippers loopt – door de vele uren in de modder zijn zijn voeten geïnfecteerd geraakt. Maar dat is het allemaal waard.

Dat was in 2018. Een paar maanden later zou de president het verbod afkondigen. Eind 2019, begin 2020, bereikte operatie Bayende Ndjolé. „Overal zag je militaire vrachtwagens”, zegt Makouba. „We werden opgejaagd alsof we dieven waren. Maar wij zijn Gabonezen. Deze bossen zijn van ons.”

Niet alleen de gouddelvers zaten plotseling zonder werk: een hele economie zakte in. De eigenaren van bootjes die delvers naar de overkant vervoerden, de ondernemers die spullen aan hen verkochten, de barretjes waar zij hun verdiende geld kwamen uitgeven.

Ook het lokale bestuur zag een gat in de begroting ontstaan, vertelt Pierre Nguema-Nkoume, hoofd van het departement waar Ndjolé onder valt. „De delvers betaalden belasting. Iedereen hier leefde ervan.”

De gouddelvers zagen het verbod als een truc om de familiekas van de president te spekken

De delvers zagen het verbod als een truc van de president om de familiekas via deals met bedrijven te spekken. Zoals dat ook gebruikelijk was onder vader Omar Bongo, die Gabon van 1967 tot zijn dood in 2009 regeerde. Maar deze zomer kwam zijn zoon Ali ten val. Gabons nieuwe leider, generaal Brice Oligui Nguema, voert sindsdien in hoog tempo hervormingen door om de bevolking voor zich te winnen.

Vergunningen die onder de Bongo’s aan veelal buitenlandse bedrijven werden vergeven worden tegen het licht gehouden, zoals die van ACM. Hun activiteiten liggen momenteel grotendeels stil en hun site is uit de lucht.

In de ochtend vertrekken bij ‘le trou’ (het gat) gouddelvers vanuit Njdolé naar de overkant van de rivier waar zij in de bossen naar goud zoeken.

De nieuwe minister van mijnen, een zakenman die ook belangen heeft in de sector, verspilde evenmin tijd. Elf dagen na zijn aantreden kondigde Hervé Patrick Opiangah aan het verbod op goud delven op te heffen. „Uit solidariteit met de lokale bevolking” en om „de werkloosheid op het platteland te bestrijden”, aldus de minister in zijn communiqué. Ruim een derde van de Gabonezen zit zonder werk, vooral jongeren. Dat heeft geleid tot een grote leegloop richting de stad.

Hij had best iets anders willen doen, zegt de 21-jarige Freddy Bifete. In Ndjolé wacht hij in het ochtendlicht met andere jongens tot hun bootje hen naar de overkant van de rivier brengt. „Maar iets anders dan goud is hier niet.” Ja, er zijn houtkapbedrijven. Die geven alleen tijdelijke contracten en de betaling stelt weinig voor. „We hebben families om voor te zorgen.”


Lees ook
Militaire coup maakt einde aan Bongo-dynastie in Gabon

Inwoners van de Gabonese stad Akanda vieren woensdag feest op straat, nadat een militaire coup een einde maakte aan het bewind van president Ali Bongo.

Gabonees

Afgelopen oktober zaten de jongens klaar onder grote partytenten, dossiers met hun identiteitspapieren in de hand, toen een overheidscampagne om het goudzoeken te reguleren in Ndjolé werd afgetrapt. Een team van ambtenaren trok de afgelopen maanden van provincie naar provincie om gouddelvers te registreren en hun de ooit beloofde carte d’exploitation te geven. Daarmee mogen zij voortaan in afgebakende zones naar goud zoeken. Legaal.

Er is één belangrijke voorwaarde: de delvers moeten Gabonees zijn. En het goud dat zij vinden, dienen ze te verkopen via zogeheten comptoires, loketten van of goedgekeurd door staatsmijnbedrijf Société Équatoriale des Mines (SEM). Niet, zoals nu nog gebeurt, op de zwarte markt. In juni werd iets buiten de hoofdstad al Gabons eerst goudraffinaderij geïnaugureerd.

Elke keer als ze mij pakten, poef, was ik wegYoungou Müllergouddelver

Zo’n achthonderd gegadigden, vooral mannen, meldden zich tussen midden en eind oktober in Ndjolé. Maar lang niet iedereen bleek de benodigde papieren of geld voor de borg te hebben. Vijfhonderd mensen kregen hun carte wel. Een paar weken later kwamen daar nog een paar honderd bij. In totaal zijn volgens het ministerie nu bijna drieduizend gouddelvers geregistreerd, met nog drie van de zeven provincies te gaan. Eerder werd hun aantal geschat zo’n vijf- tot tienduizend geschat, onder wie een (groot) deel buitenlanders.

De kaart geeft hun veiligheid, zegt Bifete, zijn duimen gestoken onder de riemen van zijn rugtas waarin die van hem opgeborgen zit. „Nu kunnen we rustig werken.”

De lokale gendarmes kennen hem als ‘de rebel’, zegt Youngou Müller.

Niet dat hun werk echt was gestopt. Ondanks het verbod ging het goud delven de afgelopen jaren gewoon door. Stiekem. ’s Nachts. De lokale gendarmes kennen hem als ‘de rebel’, grijnst Youngou Müller. Talloze keren is hij naar eigen zeggen aan de gendarmes ontsnapt („Elke keer als ze mij pakten, poef, was ik weg”). Hij heeft vrienden die nog steeds in de gevangenis zitten, zegt Müller. De nacht maakte hun werk nog gevaarlijker. De olifanten die hier plots opdoemen, de grond die kan verzakken. Eind 2022 overleden tien gouddelvers nadat de twintig meter diepe pit die zij hadden gegraven, was ingestort. Tegenover lokale media zeiden de ouders van de slachtoffers dat de gendarmes naderhand hadden geweigerd hun lichamen te helpen uitgraven.


Lees ook
Gabon wil iets terugzien voor de CO2 die zijn jungle opslaat. Alleen: wie wil daarvoor betalen?

Olifanten in het Nationaal Park van Lopé in Gabon.

Hij vertrouwt ze nog steeds niet, zegt Müller gedecideerd. Tijdens de militaire operatie verloor hij zijn werktuig, inclusief zijn pomp. „Weet je hoe duur zoiets is?” Ook nu is hij nog niet veilig. De gendarmes hebben het hun missie gemaakt iedereen te pakken die nog geen pasje heeft, zegt hij. Müller komt uit het noordwesten van Gabon, al snel twee dagen reizen vanaf Ndjolé. Hij heeft nog geen tijd gehad zijn papieren op te halen, zegt hij.

Dat geldt ook voor de twee jongemannen die naast hem in de weer zijn. Ze halen hun schouders op. Als ze nu gepakt worden, komen ze er met een ‘boete’ van af, zeggen zij. „Een gram goud per persoon.” Omgerekend zo’n 35.000 frank, iets meer dan 50 euro. Die gendarmes zijn pas boeven, zegt Müller. Als hij straks zijn kaart heeft, weet hij al precies wat hij gaat doen. De delver grijnst een gat bloot waar zijn hoektand zou moeten zitten: een huisje bouwen vlak naast het kamp van de gendarmes.