Opinie | Een structurele oplossing bij de publieke omroep? De poppenkast draait door

‘Stomme baby!’ Ik sta in Istanbul naast de regisseur van het NPO-programma dat ik presenteer. Ze kijkt naar mijn buik en heeft het tegen mijn baby. Ik ben drie maanden zwanger en misselijk. Dat is niet handig voor het draaischema. Ik weet niet hoe ik op haar uitspraak moet reageren. De opmerking is ongepast, zelfs als grap. Ik schrik ervan, maar zeg niets.

Enkele jaren heb ik gewerkt voor een omroep die prat ging op vrijzinnigheid en verdraagzaamheid. Achter de façade van de omroepslogans, was het een hiërarchische slangenkuil. ‘Je kunt het niet.’ ‘Open je mondje maar.’ ‘Ik zie toch dat je geil bent.’ Sinds de gelekte incidenten en, uiteraard, het rapport van de commissie-Van Rijn weet ik dat ik niet de enige was die worstelde met de werkomgeving. Achteraf gezien vind ik het moeilijk te begrijpen waarom ik destijds niet in de gaten heb gehad dat anderen er ook mee worstelden. Ik had meer willen en moeten zeggen. Dat deed ik niet, omdat het nergens veilig voelde en uit vrees voor repercussies.

Grenzeloosheid

In Hilversum overheerst de gedachte dat je blij mocht zijn dat je een van de gelukkigen was die voor de televisie mocht werken. Voortdurend werd je duidelijk gemaakt: voor jou tienduizend anderen. Wie toch over de misstanden durfde te klagen, werd ontslagen of verplaatst, zo blijkt uit het rapport. Het probleem is niet dat er grenzen werden overschreden, maar dat er geen grenzen wáren. Wie zich het langste aan kon passen aan de grenzeloosheid, bleef.

Na vijf jaar, doodmoe van het gedoe, hield ik het voor gezien. Ik ben absoluut niet bitter en er waren ook veel positieve momenten en fijne mensen, maar ik kan me goed voorstellen dat werknemers jaren later nog steeds worstelen met de ervaringen. Ergens is het makkelijk voor me om dit stuk te schrijven: mijn baan staat niet op de tocht. Andere oud-collega’s die nog steeds in Hilversum werken, zwijgen. Hun stilte voorspelt weinig goeds over de effectiviteit van het rapport. Een lange lijst anoniem opgetekende gebeurtenissen uit het verleden biedt nog geen bescherming op de werkvloer nu, en geen garanties voor de toekomst.

De afgelopen weken stuiterden de media van onthulling naar onthulling. Daarbij ontstond een vreemde spagaat tussen medium en message: vaak leek het alsof de omroepen nauwelijks doorhadden dat ze berichtten over zichzelf. Ironisch genoeg sponnen ze garen bij hun eigen misstanden: de verhalen over verwensingen, klappen en avances verkochten kranten en bleken uitstekende gespreksstof voor alles van het journaal en de talkshowtafel tot het koffieapparaat.

Het probleem is niet dat er grenzen werden overschreden, maar dat er geen grenzen wáren

Dat is tijdelijk. Het rapport-Van Rijn is ruim een week geleden verschenen, nog even en we hebben het er niet meer over. Zo gaan die dingen. Terwijl het échte nieuws dan pas begint. Het signaleren is een eerste stap, nu moet er worden toegewerkt naar een oplossing. De opdrachtgevers zijn optimistisch en doen alsof met het rapport een grote stap is gezet. Maar, er beweegt nog niets. De structuren staan nog overeind. Figuren op leidinggevende posities zoals MAX-directeur Jan Slagter blijven twijfel zaaien, Mart Smeets toonde in gesprek met Coen Verbraak geen greintje zelfreflectie, en presentator Matthijs van Nieuwkerk blijft gedeeltelijk ontkennen.

Een structureel probleem vereist een structurele oplossing, vindt de commissie-Van Rijn. Heerlijk woordje: structureel, maar wat betekent het concreet? Gaan we de machtsstructuren in Hilversum slopen en vanaf de grond opbouwen? Natuurlijk niet. Er zullen op bepaalde plekken nieuwe poppetjes komen, vast niet veel, en de meeste oudgedienden zullen blijven. De poppenkast draait door.

Verkeerde timing

RTL, de huidige (beoogde) werkgever van Matthijs van Nieuwkerk, nam deze week zelfs een voorschot op die voorspelbare gang van zaken. Het nieuwe programma dat Van Nieuwkerk zou presenteren wordt voorlopig niet uitgezonden. Volgens programmadirecteur Peter van der Vorst is het tijd om „de pauzeknop” in te drukken. De timing is verkeerd.

Dit besluit van RTL lijkt op het eerste gezicht de ernst van de bevindingen uit het rapport-Van Rijn te onderkennen, maar doet in werkelijkheid het omgekeerde. De aantijgingen tegen Van Nieuwkerks handelen zijn talrijk. Beschuldigingen worden door meerdere getuigen bevestigd. Van Nieuwkerk heeft gedeeltelijk bekend en zich gedeeltelijk verontschuldigd. Ondanks dat alles, beschouwt RTL Van Nieuwkerk toch als dé aangewezen persoon om een nieuw primetime programma te presenteren. Nee, volgens de omroep is niet Matthijs van Nieuwkerk, maar de timing verkeerd.

Met zijn fameuze „pauzeknop” verraadt Van der Vorst een pijnlijk gebrek aan inzicht in de structuren die tot het wangedrag hebben geleid, of wat ervoor nodig is om naar een oplossing te bewegen. Logisch, want ook van der Vorst is zo’n Golden Boy, een exponent van het systeem waarin Van Nieuwkerk en vele anderen, hebben kunnen gedijen. Zodra het stof is neergedaald, mag de Golden Boy opnieuw beginnen. Gelouterd. Ach, iedereen maakt weleens een foutje. Het past perfect bij de bestaande gedoogstructuur: een klimaat van grenzeloosheid biedt grenzeloze herkansingen. Gezien. Gehoord. Niets gedaan.


Lees ook
Rapport wangedrag bij NPO: toxisch leiderschap bij DWDD en wegpesten bij NOS Sport

Voorzitter Martin van Rijn presenteert zijn rapport over sociale veiligheid bij de NPO.

De beslissing van RTL is wezenlijk: als Matthijs van Nieuwkerk niet meer terugkeert in zijn functie als presentator, wordt daarmee een signaal afgegeven. Als hij dat wel doet, ook. De kracht van symboliek valt in deze kwestie nauwelijks te onderschatten. Misschien is het wel één van de weinige effectieve middelen om een diep vastgeroeste cultuur in beweging te krijgen.

Waar begin je?

Juist daar schiet de commissie-Van Rijn tekort. Het rapport levert gedegen informatie, maar heeft ervoor gekozen geen namen te noemen om ‘juridische redenen’. Met die keuze voor volledige anonimiteit (waarom niet gedeeltelijk?) boycot de commissie een elementair instrument. Als je niet met naam en toenaam, maar in algemene zin over beschuldigingen blijft spreken, worden die beschuldigingen nooit concreet. Daarmee doe je niet alleen de slachtoffers, maar ook je eigen slagkracht tekort. De opgetekende getuigenissen dreigen te verdwijnen in een brij van inwisselbare anekdotes die deel uitmaken van een bekend, wijdverbreid probleem: in talloze sectoren heerst seksisme en grensoverschrijdend gedrag. Als je die cultuur wilt aanpakken, tja, waar begin je dan?

Hier. Bij dit onderzoek had het kunnen beginnen. Helaas is er door de commissie gekozen voor halve openheid. Wie geen namen noemt, verzwijgt. Nee, ik noem de regisseur evenmin, maar ik ben geen commissie. Bovendien kunnen de slachtoffers in het rapport zich anoniem uitspreken en gaat dit stuk niet over haar.

Er klinkt kritiek op de vrijblijvendheid van de adviezen in het rapport: kun je met wat extra begeleiding en een paar cursussen een ingesleten arbeidsklimaat veranderen?

Nogal naïef

De laatste aanbeveling van de commissie luidt: ‘Doe normaal tegen elkaar.’ Wat is normaal? Het hele probleem is juist dat we ons allemaal, daders inclusief, te lang hebben gedragen volgens het Hilversumse normaal. Bovendien, wie moet dat ‘nieuwe normaal’ gaan organiseren? Precies, onder meer de naamlozen uit het rapport die op hun posities blijven. Wie denkt dat dezelfde mensen die jarenlang een giftig klimaat hebben gedoogd, dat klimaat ineens zullen bestrijden, is nogal naïef.

Daarom is het onderzoek, hoe belangrijk en gedegen ook, een gemiste kans. Publiceer die rugnummers. Noem de posities en de namen. Niet alleen die van de Golden Boy, maar ook van alle anderen. Laat de daders na publicatie gerust ervaren wat ze hun slachtoffers jarenlang hebben aangedaan: een gevoel van onveiligheid en schaamte op de redactie, elke dag.


Lees ook
Waar blijven de stevige aanbevelingen van Van Rijn?

Waar blijven de stevige aanbevelingen van Van Rijn?

Er is één troost: televisie is niet de toekomst. Werken voor een omroep is allang niet meer zo sexy als dertig jaar geleden en na het verschijnen van het rapport-Van Rijn moet je haast masochistisch zijn om er nog een carrière te ambiëren. Televisiekijkers haken af en vergrijzen. Mijn ‘stomme baby’ is inmiddels dertien en zit nooit voor de buis. Dit stuk vindt ze niet boeiend, want het gaat niet over haar wereld. Ze maakt deel uit van een nieuwe generatie die hopelijk niet dezelfde fouten maakt.

Het is dan ook essentieel om verder te kijken dan de omroepen, naar de nieuwe arena’s van de macht: streamingdiensten en sociale media. Daar liggen kansen om lessen te trekken, om geen foute groeven aan te leggen, om te voorkomen dat zich herhaalt wat in de televisiewereld zo faliekant is misgegaan. Opdat de makers van de toekomst beseffen wat de televisiewereld jarenlang niet heeft begrepen: dat het beste werk ontstaat in een omgeving waar men zich gerespecteerd voelt en in veiligheid kan creëren.