Bij het „productieproces” van cabaretier Andries Tunru (32) „was weliswaar een Aziaat betrokken”, maar dat betekent voor hem weinig. Hij is Aziatisch op dezelfde manier als Conimex dat is, zegt Tunru in Marmer. „Ik zit in een soort Aziatische verpakking.”
Afkomst op zichzelf vormt je niet, je omgeving wel, zo vindt Tunru. In Marmer, zijn derde voorstelling, vertelt hij over de stempel die zijn stiefvader op zijn jeugd heeft gedrukt. Hij is er wellicht zelfs cabaretier door geworden. Om de voortdurende druk dragelijk te maken, deed hij immers op jonge leeftijd al veel praktijkervaring op met het ontluchten van spanning middels grapjes. Nu Tunru zelf een kinderwens heeft, denkt hij veel terug aan de houdgreep waarin zijn stiefvader het gezin vroeger hield, geen letterlijke houdgreep, fysiek was het geweld van zijn stiefvader niet. Tunru vertelt er raak over. Het is knap hoe hij de constant aanwezige spanning waar het hele gezin onder gebukt gaat invoelbaar weet te maken.
Lees ook
Cabaretier Andries Tunru (30) is een ras-entertainer
Strak vertelde anekdotes
Tunru doet dit met beeldende en strak vertelde anekdotes, vaak tragisch en komisch tegelijkertijd. Zo horen we over hoe er dagelijks verplicht het ‘pluimenspel’ werd gespeeld. Elke dag kregen Tunru en zijn broers punten toegekend. De kinderen werden zo dagelijks met elkaar vergeleken, de ene was ‘beter’ dan de andere. Schrijnend is de anekdote over de keer dat de smetvrees van zijn stiefvader ervoor zorgde dat Tunru en zijn broertje niet naar binnen mochten. Uren stonden ze buiten, waarna ze uiteindelijk naar binnen mochten nadat ze zich buiten helemaal hadden uitgekleed. Nooit eerder had Tunru zich zo geschaamd als toen.
Net als hoe hij het deed in zijn jeugd, probeert Tunru ook in Marmer het zwaardere voortdurend door te prikken met meer luchtige onderwerpen en grapjes. Zo vertelt hij over zijn fascinatie voor het tv-programma Een huis vol. Komisch is het verhaal over de vader die slechts één didactische ingreep in zijn arsenaal heeft: „Als je dat doet, mag je nooit meer op de iPad.” Dit soort terzijdes zijn soms grappig, maar het is jammer dat de overgangen vaak erg gekunsteld zijn. Dat komt doordat Tunru wel heel abrupt verandert van toon en stijl en plots kan veranderen in een hypersnelle stand-upper. Ook blijft de samenhang tussen het hoofdverhaal en deze zijpaden meestal onduidelijk. Hierdoor laat het zich wat makkelijk aanzien voor noodzakelijk opvulsel en verliest het aan kracht.
Het maakt Marmer – de betekenis van de titel wordt niet helemaal duidelijk – soms wat stroperig. Buiten kijf blijven Tunru’s talent voor improvisatie en zijn muzikale kwaliteiten. Daarnaast blijft overeind dat Tunru met zijn persoonlijke relaas over de invloed van zijn stiefvader knap duidelijk maakt dat mishandeling vele vormen kan aannemen. Narigheid laat zich niet met elkaar vergelijken, elk leed is uniek. Dat is een belangrijke boodschap.