Column | Een raad waar niets te beleven valt

‘Zo, tijdje niet geweest?” De twee verslaggevers van Het Parool keken grijnzend mijn kant uit. Op de perstribune van de Amsterdamse gemeenteraad zat ik te klooien met de wifi, die ik maar niet aan de praat kreeg. De inspraakavond over het erotisch centrum van burgemeester Femke Halsema stond op het punt van beginnen.

De Parool-jongens hadden gelijk. Ik wás ook een hele tijd niet meer bij de raad geweest. En dat terwijl de lokale politiek nadrukkelijk deel uitmaakt van mijn portefeuille als Amsterdam-correspondent.

Tja, waar komt dat verzuim vandaan? Het antwoord is simpel: in de raad valt al zeker twee jaar amper iets te beleven. Raadsleden stellen vragen, wethouders doen hun zegje. Er lijkt weinig op het spel te staan. Sinds het aantreden van het nieuwe college (mei 2022) heeft de raad, voor zover ik mij herinner, twee keer met de vuist op tafel geslagen. Eén keer toen ze in grote meerderheid ‘nee’ zei tegen het voorstel van Halsema om buitenlandse blowers te weren uit coffeeshops. En één keer toen de ‘knip’ in de Weesperstraat – een experiment met de drukste verkeersader van de stad – tot problemen leidde voor de nood- en hulpdiensten.

Het gebrek aan urgentie heeft, denk ik, twee oorzaken. Om te beginnen is zo’n beetje iedereen in de vergaderzaal links of progressief (of beide): de coalitie (PvdA, GroenLinks, D66), een flink deel van de oppositie (PvdD, SP, Volt, de overblijfselen van Bij1), soms zelfs de belangrijkste oppositiepartij VVD. De grote lijnen van het beleid staan nauwelijks ter discussie.

De andere oorzaak: het enorme verloop. In de eerste anderhalf jaar van deze collegeperiode zijn er al vijftien raadsleden vertrokken. Dat is een derde van de raad – en meer dan in de hele periode ervoor. Vijf werden wethouder, drie stadsdeelbestuurder, eentje burgemeester van Roermond, weer een ander vertrok naar het waterschap. Een D66-raadslid besloot na een half jaar dat het werk niet te combineren viel met een baan en een gezin. Drie raadsleden verkasten naar de Tweede Kamer, Annabel Nanninga (JA21) gaf haar zetel op omdat ze de stad uit wil. Van de vijf grootste partijen heeft er nog slechts één dezelfde fractievoorzitter als anderhalf jaar geleden – en die gaat binnenkort met zwangerschapsverlof.

Met zo weinig ervaring en zo veel gelijkgezindheid is het niet vreemd dat het college amper weerwoord krijgt. Wethouders lijken soms verbaasd over hoe weinig debat er is. Zelf voelen ze zich daar ook ongemakkelijk over, zo merk ik als ik ze ernaar vraag. Elk college, links of rechts, verdient een kundige en vasthoudende oppositie.

Volgende week verlaat ik mijn post in Amsterdam: ik ga iets anders doen bij NRC. Mijn opvolger – en de lokale democratie – gun ik in ieder geval één ding: een gemeenteraad waarin het vaker schuurt en knettert.

Thijs Niemantsverdriet vervangt Gemma Venhuizen.