De formatie is abrupt gestopt. En elk nieuw scenario lijkt onaantrekkelijk

Informateur Ronald Plasterk zit met zijn handen in het haar: wat nu? De formatie lijkt op een dood spoor beland. Welke mogelijkheid je ook naloopt, bijna meteen stuit je op bijna onoverkomelijke problemen. Met of zonder Omtzigt, met of zonder Plasterk, met of zonder Wilders: niet één scenario ligt voor de hand, en de onderhandelaars zullen moeten kiezen uit kwaden. Wat zijn de opties? Een verkenning:

1
Een minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB

Een rechtse coalitie is nog altijd mogelijk, ook als NSC definitief stopt met de onderhandelingen. De VVD zou ‘in het landsbelang’ moeten afstappen van de positie dat de partij alleen wil gedogen, en echt wil meedoen. Het is nauwelijks voorstelbaar dat VVD-leider Dilan Yesilgöz dit aandurft: onder VVD’ers valt te horen dat de partij in tweeën scheurt als geregeerd gaat worden met Geert Wilders. In de Tweede Kamerfractie is er ook felle weerstand tegen. Het lijkt dus zo goed als onmogelijk.

De PVV zal dit vast willen proberen, maar zit dan nog steeds met het probleem dat ze nauwelijks ministers of staatssecretarissen heeft voor zo’n kabinet. Met dit verschil: als er minder partijen meedoen, heb je dus nog méér mensen nodig om alle posten te bezetten. Wie krijgen ze zover om namens hen aan zo’n kabinet mee te doen?

BBB wil dit, zo lijkt het, sowieso. Caroline van der Plas heeft vanaf het begin gezegd dat haar partij geen bezwaren heeft tegen een kabinet met de PVV, ze wil het zelfs graag. Aan wat zij te bieden heeft verandert niets: 16 zetels van de 75 in de Eerste Kamer, BBB is daar de grootste.

De partij van Caroline van der Plas heeft als enige al wel openlijk kandidaat-bewindslieden aangewezen: Tweede Kamerlid Gijs Tuinman voor Defensie, oud-bestuursvoorzitter van de Wageningen Universiteit Aalt Dijkhuizen voor Landbouw.

2
Een minderheidskabinet van PVV, VVD en BBB met gedoogrol voor NSC

Bij NSC blijft rondgaan dat die partij wel een rechts kabinet mogelijk wil maken. Pieter Omtzigt sloot ook na zijn vertrek dinsdagmiddag nadrukkelijk niet uit, dat hij verder wil praten over een rol voor zijn partij in het landsbestuur. Maar dat hij zulke gesprekken nog zou willen voeren onder leiding van Plasterk als informateur, lijkt uitgesloten: met zijn verwijt over achtergehouden financiële stukken is de breuk tussen hen zo goed als zeker definitief.

Voor de VVD geldt, opnieuw, dat het voor een deel van de achterban en de Kamerleden nauwelijks te dragen zal zijn in een kabinet met de PVV te stappen. En de partij dan ook nog eens ‘overleveren’ aan een gedoogpartner als Pieter Omtzigt, die aan tafel heeft laten zien dat hij het moeilijk vindt tot beslissingen te komen? Welke eisen zou hij stellen aan zo’n gedoogrol? En wie gelooft nog dat hij niet zal opstappen als het moeilijk wordt? Want dát imago heeft hij nu bij andere partijen in de Tweede Kamer, en zeker niet alleen bij de partijen waarmee Omtzigt aan tafel zat te onderhandelen.

En dan is er BBB. In de campagne herhaalde Van der Plas steeds maar weer: „Ik wil met Pieter.” Ze zegt dat al heel lang niet meer en de vraag is hoe groot de voorliefde voor NSC nog is bij BBB, zeker nu Kamerlid Harm Holman (NSC) zich deze week in een debat over landbouw zo duidelijk uitsprak voor krimp van de veestapel, tot Van der Plas’ zichtbare irritatie.

3
Een nieuwe formatie, met hulp van links

Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) was óók een winnaar van de Tweede Kamerverkiezingen, deze partij werd na de PVV met 25 zetels tweede. Als het over rechts niet lukt, en de PVV slaagt er niet in andere combinaties te vinden, krijgt hij het initiatief. Er zijn meerderheidscoalities denkbaar, bijvoorbeeld met de VVD, NSC en D66 (78 zetels). Timmermans loopt daar niet op vooruit. Hij heeft al eerder gezegd dat het initiatief op rechts moet liggen, en hij wil in deze fase niet doen alsof hij wil profiteren van het falen van de rechtse coalitie. Hij zal ook zeker beducht zijn dat het scenario uit de formatie van 2010 zich herhaalt: de gesprekken van VVD, PVV en CDA waren mislukt, maar de daaropvolgende poging om het met de PvdA onder leiding van Job Cohen te proberen, leek vooral bedoeld om het daarna tóch te laten lukken met de PVV. Die partij kreeg toen een gedoogrol.

Inhoudelijk zijn er voldoende overeenkomsten van de linkse combinatie met de rechtse partijen, maar het probleem is meer een gebrek aan wil. Timmermans zei in de campagne dat hij het tijd vond voor een kabinet zonder de VVD. Dilan Yesilgöz (VVD) wilde geen links kabinet mogelijk maken, en krijgt daarvoor vrijwel zeker haar achterban niet mee. Ook een probleem: VVD’ers hebben een groeiende afkeer van D66, de partij waar ze sinds 2017 mee regeren.

4
GroenLinks-PvdA aan de leiding van toch een rechts kabinet

Als bij GroenLinks-PvdA het besef indaalt dat Nederland overduidelijk rechts heeft gestemd en de partij toch wil meedoen aan een kabinet, zou er een rol kunnen zijn voor Ahmed Aboutaleb, die dit jaar stopt als burgemeester van Rotterdam en wordt gezien als een rechtse PvdA’er. In zijn partij wordt er door sommigen al hardop van gedroomd: dat híj een kabinet zou kunnen leiden waarin GroenLinks-PvdA een hoofdrol speelt, maar ook VVD en NSC en CDA aan meedoen. Met BBB bijvoorbeeld, of anders misschien toch D66. Deze optie lijkt zeer onwaarschijnlijk, om twee redenen. Partijleider Frans Timmermans was binnengehaald als kandidaat-premier. Bovendien: met name GroenLinksers huiveren bij de gedachte dat hun partij gaat meewerken aan rechts beleid.

5
Toch een meerderheidscoalitie, maar dan zonder Plasterk

Omtzigt sloot, in zijn brief én aan de talkshowtafel van Humberto, niet uit dat NSC alsnog meedoet aan een meerderheidscoalitie in deze samenstelling. De andere drie partijen willen dat ook nog steeds, zeggen ze. De kans erop is alleen klein, en het lijkt uitgesloten dat Ronald Plasterk dan aanblijft als informateur. Het openlijk uitgevochten conflict tussen Plasterk en Omtzigt ging over het moment dat brieven gedeeld werden, maar het gesprek daarachter ging over vertrouwen. Omtzigt suggereert in zijn brief dat Plasterk de brieven bewust achterhield. Plasterk zei over Omtzigt dat zijn verhaal „een beetje onzin” is. „Ik vind het een warrig verhaal.” De vier partijen hebben geen principiële bezwaren tegen elkaar geuit, er is vooral veel irritatie. Dit betekent dat een nieuwe ronde, met een nieuwe informateur, nog altijd mogelijk is.

6
Een extraparlementair of zakenkabinet

Pieter Omtzigt noemde al in de campagne de mogelijkheid van een extraparlementair kabinet. Vaak wordt in Den Haag ook gepleit voor een zakenkabinet. Wat die twee termen precies betekenen, hangt af van wie ze uitspreekt. Maar meestal komt het neer op een kabinet dat op grote afstand van de Tweede Kamerfracties staat. Het kabinet komt tot stand met steun van verschillende partijen, maar bewindspersonen moeten van veel verschillende partijen komen, of partijloos zijn. Er is geen regeerakkoord. Zo kan een kabinet losser van het parlement werken. Het kabinet-Den Uyl (1973-1977) was min of meer een extraparlementair kabinet. Als een kabinet (vrijwel) volledig uit partijloze bewindspersonen bestaat, is sprake van een zakenkabinet. Een echt zakenkabinet is er in de recente parlementaire geschiedenis niet geweest. Tegenstanders wijzen erop dat apolitiek regeren niet bestaat, en dat de invloed van de volksvertegenwoordiging op het kabinet minder groot wordt. Deze vorm zou, hoe dan ook, een groot politiek experiment betekenen. De kans dat de politieke leiders, die toch al niet sterk in de schoenen staan, zoiets aandurven, lijkt uiterst klein.

7
Nieuwe verkiezingen

Als de breuk tussen PVV, VVD, NSC en BBB definitief blijkt te zijn en het ook met GroenLinks-PvdA niet lukt, kunnen er ook nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Slecht persoonlijk nieuws zal dat in de eerste plaats zijn voor demissionair premier Mark Rutte: kan hij dan nog wel weggaan om secretaris-generaal te worden van de NAVO? Er kan zich een scenario voordoen dat een andere VVD’er zijn plek inneemt als premier, denk aan Dilan Yesilgöz, maar hoe zal dat vallen bij andere partijen? Gunnen die haar zo’n rol, als er ook een nieuwe verkiezingscampagne op gang komt?

De mogelijkheid van nieuwe verkiezingen speelt in een formatie altijd een rol, en het is vooral dáárom dat geen enkele partij de schuld wil krijgen van een breuk in de onderhandelingen. Het idee is dat kiezers niet houden van partijen die een oplossing uit de weg gaan. Want wat is er dan waar van het verhaal van zoveel lijsttrekkers dat ‘de problemen in het land’ zo groot zijn, en dat zíj die kunnen oplossen? Door weg te lopen van tafel?

Hoe geschonden of ongeschonden partijen uit die ‘formatiestrijd’ komen, zal dus zo goed als zeker hun uitgangspositie bepalen voor zo’n nieuwe campagne. Het is dan ook niet zomaar zeker dat de PVV, die nu torenhoog staat in de peilingen, opnieuw de grootste wordt: Wilders zal dan in staat moeten zijn overtuigend uit te leggen dat het niet aan hém heeft gelegen. In de afgelopen campagne durfden andere lijsttrekkers, op Volt-leider Laurens Dassen na, Pieter Omtzigt nauwelijks te bekritiseren. Hij was zo populair bij veel kiezers, dat je daardoor juist de anti-held kon worden. Maar die tijd lijkt nu wel voorbij te zijn: in Den Haag wordt hij nu door zo’n beetje iedereen omschreven als de wegloper. Hoe sterk dat frame kan zijn, weet Wilders: nadat hij in 2012 was gestopt met zijn gedoogrol voor Rutte I en dat kabinet was gevallen, kleefde het vooral aan hém.

Het was vast niet toevallig dat juist Wilders woensdagochtend het beeld van Omtzigt als wegloper stevig neerzette. „Omtzigt”, zei hij, „heeft het hazenpad gekozen.”