Door taboes te verfilmen kwam Indonesië terug

IFFR | Focus op Azië Dit jaar zijn Indonesische films aanweziger dan ooit op IFFR. Het is logisch: na jaren censuur en stilstand borrelt de Indonesische filmindustrie eindelijk weer.

Beeld uit de documentaire ‘Mayday! May day! Mayday!’
Beeld uit de documentaire ‘Mayday! May day! Mayday!’

Indonesische films speelden zelden een rol van betekenis op IFFR. Sommige jaren was er eentje te zien, af en toe twee en bij uitzondering doken er in Rotterdam drie films op uit de borrelende filmindustrie van Jakarta. Ze werden bedolven onder grotere, succesvollere films uit ‘erkende’ filmlanden als de VS, China, India. Dit jaar is het anders, er zijn zes Indonesische films geselecteerd. Ter vergelijking: uit China staan er dit jaar maar vier films op het programma.

Ook de diversiteit van de films is opmerkelijk. Als er tegenwoordig een Indonesische film het Westen bereikt, verwacht je dat er minimaal één duistere geest langskomt, één persoon leegbloedt, of één vertoning van sinistere magie is. Horror was het genre waarin Indonesië de afgelopen jaren uitblonk – grotendeels door het internationale succes van de Indonesische meester Joko Anwar (Satan’s Slaves, Impetigore). Maar de films die dit jaar draaien op IFFR zijn heel divers: van Mayday! May day! Mayday!, een zwart-wit documentaire over de langste staking van de 21ste eeuw tot het ironische The Myriad of Faces of the Future Challengers over de censuur onder het regime van president Soeharto. En er is natuurlijk een horrorfilm, Deadly Love Poem, maar ook die verrast met beeldschone beelden en de Italiaanse giallo-filmstijl.

Comeback

Volgens Stefan Borsos, sinds 2020 programmeur van het IFFR, had Indonesië al veel eerder aandacht moeten krijgen van de grote festivals. „Het is een grote filmproducent, met meer dan tweehonderd films per jaar”, vertelt Borsos via Teams. Sinds zijn zestiende schrijft hij over Aziatische film, vanaf zijn werkkamer aast hij tegenwoordig op nieuwe ontwikkelingen en films. Zoals Sri Asih, ook te zien tijdens IFFR dit jaar. Het is de eerste Indonesische superheldenfilm met een vrouw in de hoofdrol.

„De Indonesische film groeit alleen maar. De landen in Zuidoost-Azië werken steeds meer samen in de productie van films. Wij proberen de regio ook steeds meer te pushen.”

Dat is ook uit tactische overwegingen. Indonesië is relatief onontdekt door de grote filmfestivals. Hierdoor kan een middelgroot festival als IFFR de parels uit het land oppikken. En, zegt Borsos: „Er wonen veel mensen met Indonesische roots in Nederland. Daar hebben we nooit gebruik van gemaakt.”

Indonesië is relatief onontdekt door de grote filmfestivals. Hierdoor kan een middelgroot festival als IFFR de parels uit het land oppikken

Lang was de Indonesische filmindustrie klein, deels door toedoen van Nederland. In de jaren twintig waren films over Soendanese legendes er populair. Maar die films werden meestal door Nederlandse regisseurs gemaakt. Daarnaast waren films uit China en Japan beter en populairder dan lokale producties. Het zoog de zuurstof weg bij Indonesische filmmakers.

Vanaf 1966 tolereerde het Nieuwe Orde-regime van president Soeharto alleen films die de overheid goed gezind waren. Sporadisch waren in de decennia die volgden enkele successen: in 1988 was Tjoet Nja’ Dhien de eerste Indonesische film op Cannes. Maar economische problemen en scherpe concurrentie van buitenaf maakten dat er weinig werd geproduceerd. 1999 was een dieptepunt met slechts zes films.

Pas toen de censuurwetten na Soeharto werden opgeheven, groeide de filmindustrie. Filmmakers konden nu verhalen maken over thema’s die voorheen verboden waren: seksualiteit, de staat, de maatschappij. De Indonesische film krabbelde op door taboes te verfilmen. Misschien is het daarom dat juist folkhorror zó succesvol is in binnen– en buitenland.

Die beweging zet zich door in de films die door IFFR zijn geselecteerd. Met name in Like and Share, over twee tienermeisjes die worstelen met seksualiteit, sociale media en sekstapes. Het is kraakhelder gefilmd, als een Amerikaanse film met een miljoenenbudget, maar belicht hoe de Indonesische maatschappij omgaat met digitaal seksueel misbruik (spoiler: slecht). En hoe het is om lesbisch te zijn in een conservatief, religieus land. Het zijn thema’s die je niet verwacht in een land waar film nog altijd (weliswaar mild) gecensureerd wordt.

„Het land wordt niet vrijer”, zegt Borsos. „Integendeel. De films zijn juist een reactie op het feit dat het land steeds geslotener wordt. Het is vrij dapper. Zeker omdat deze films vanuit de industrie zélf komen. En niet meer uit het buitenland.”