Als Ajax-aanvaller Kristian Hlynsson vlak voor tijd een vrije trap snel wil nemen, stuurt zijn nieuwe ploeggenoot Jordan Henderson hem weg. De Engelsman herkent het moment, wacht tot zijn medespelers zich verzameld hebben voor het doel van PSV en geeft voor. Het leidt tot een grote kans voor spits Brian Brobbey, die net over schiet.
Het is een moment bedachtzaamheid dat dit seizoen zeldzaam was bij Ajax en dat de nummer 5 van de Eredivisie zomaar de overwinning had kunnen opleveren. En dat tegen PSV, in een wedstrijd waarin op papier niet zo gek veel op het spel stond, maar die tóch belangrijk was. Want hoewel PSV onbedreigd en ongeslagen koploper is en voor aanvang een voorsprong had van 21 punten op Ajax, was het onderlinge duel voor beide teams een serieuze test.
De ploeg van Bosz presteerde in januari voor het eerst dit seizoen beneden verwachting, met een zwaarbevochten gelijkspel in de uitwedstrijd tegen FC Utrecht en een bekernederlaag tegen Feyenoord. Ajax liet sinds de trainerswissel eind oktober, toen John van ’t Schip de plaats innam van de ontslagen Maurice Steijn, juist verbetering zien.
Maar voor zowel de dip van PSV als de opmars van Ajax, dat opklom van de laatste naar de vijfde plaats, zijn nuances aan te voeren. Ajax speelde de voorbije maanden tegen relatief zwakke tegenstanders – voordien werden alle topwedstrijden kansloos verloren. En het aanvalsspel werd weliswaar met de week vloeiender, de Amsterdamse ploeg bleef even kwetsbaar als labiel, getuige het vaak chaotische wedstrijdverloop en de 14 tegendoelpunten in 11 eredivisieduels. Zo labiel zelfs dat Ajax op een koude avond vlak voor kerst door de amateurs van Hercules uit de beker werd geknikkerd.
Cement tussen de linies
De verwachting in Amsterdam was dat voormalig Liverpool-aanvoerder Henderson (33), eerder deze maand overgenomen van de Saoedische laagvlieger Al-Ettifaq, samenhang zou brengen op het middenveld. „Je hoopt dat hij het cement is tussen de linies”, zei Van ‘t Schip op de persconferentie voor de wedstrijd. De Engelsman coacht veel, was de eerste indruk van de trainer, en hij heeft in zijn eerste weken direct impact op de mentale staat van de selectie. „Je voelt het aan de energie in het team,” zei Van ‘t Schip.
Of het genoeg was om PSV serieus partij te bieden durfde de Ajax-coach vooraf niet te zeggen. Niet voor niets pleitte Van ‘t Schip er vorige week publiekelijk voor nóg een ervaren versterking te halen, liefst een verdediger, ook al wist hij dat Ajax zo’n transfer financieel waarschijnlijk te riskant vond. Een beetje ‘pushen’, noemde Van ’t Schip dat, geoorloofd omdat hij wekelijks ziet hoezeer zijn ploeg nog altijd snakt naar spelers met persoonlijkheid en leiderschapskwaliteiten.
Zijn inschatting lijkt in de eerste tien minuten te kloppen. PSV zet Ajax direct vast en vindt in balbezit gemakkelijk de ruimte om buitenspelers Lozano en Bakayoko aan te spelen. Het leidt al snel tot twee schoten van Bakayoko, op wie de backs van Ajax – eerst Devyne Rench en later Borna Sosa – nooit grip krijgen. Henderson kijkt veel om zich heen, wijst, schreeuwt – soms zichtbaar ongeduldig – maar lijkt zelf in de eerste minuten ook af en toe de oriëntatie ten opzichte van zijn medespelers én directe tegenstander Mauro Júnior kwijt. Zo komt de Braziliaanse middenvelder al snel via een simpele combinatie vrij om van een meter of 20 te kunnen schieten – zijn poging mist kracht.
Ajax moet terug, maar zakt ook bewust in om maar niet uit elkaar gespeeld te worden, een keuze die indruist tegen de leerstellingen van de club maar die na alle klappen dit seizoen te billijken valt, zeker tegen de snelle aanvallers van PSV. „We moeten proberen onder de druk uit te spelen”, zei Van ’t Schip vooraf. Lukt dat niet, dan moest zijn ploeg sneller de diepte zoeken. Dat is precies wat Ajax doet, en vanaf een minuut of 10 wordt de thuisploeg via snelle uitbraken een aantal keer gevaarlijk. Altijd is Brobbey het scharnier in de aanval, als aanspeelpunt, de man die de ruimtes maakt of door zelf diepte te kiezen.
Zo valt ook het eerste doelpunt, als Berghuis na balverlies van PSV met buitenkant voet de Ajax-spits diep stuurt. Brobbey houdt verdediger Ramalho van zich af, schat zijn kansen en besluit de bal bij zich te houden tot Berghuis is aangesloten. Kalm bedient Brobbey zijn medespeler, die keeper Walter Benitez passeert met een schot in de verre hoek. Even daarvoor heeft Ajax-aanvoerder Steven Bergwijn een vergelijkbare kans gekregen uit een al even vergelijkbare counter, maar hij maaide over de bal heen.
Blessures PSV
IJsberend met de armen over elkaar ziet Bosz het gebeuren. Hij miste de voorbije weken belangrijke spelers, zoals middenvelders Joey Veerman (geblesseerd) en Ismail Saibari (naar de Afrika Cup). Vooral voor de positie van Veerman, het creatieve hart van het team, ontbeert PSV vervangers die bij zijn niveau in de buurt komen. Met als gevolg dat het veelgeroemde pressievoetbal van de club haperde tegen Utrecht en Feyenoord, die de ruimtes klein hielden voor PSV-aanvallers Luuk de Jong, Hirving Lozano en Johan Bakayoko, terwijl de ideeënarme verdediger Ramalho werd vrijgelaten om het spel te maken.
Veerman is nog altijd geblesseerd, zoals ook Guus Til en Noa Lang tegen Ajax ontbraken – laatstgenoemde kreeg een terugslag van een hamstringblessure die hij dit najaar opliep. Zoveel blessures, het baart Bosz zorgen, vooral het feit dat Lang te snel weer is gaan spelen. „Het is voor iedereen een teleurstelling en voor hemzelf een persoonlijk drama” zei Bosz. „We kijken naar onszelf, de medische staf en de speler. We hebben hem voorzichtig willen brengen en het was toch te vroeg.”
Tegelijkertijd vertrok buitenspeler Yorbe Vertessen en ging de gewenste transfer van Excelsior-aanvaller Couhaib Driouech niet door. PSV is er dus per saldo op achteruitgegaan. Bosz zei er niet wakker van te liggen, daarvoor is zijn selectie te sterk.
Ook zijn ploeg, met Saibari op het middenveld, raakt niet in paniek na de relatief vroege achterstand in de Johan Cruijff-Arena. PSV valt geduldig aan, voert de druk op en komt via een perfect uitgevoerde aanval na ruim een half uur spelen op gelijke hoogte. Saibari, Sergino Dest, Saibari, Luuk de Jong. Tik, tik, voorzet, tik, doelpunt. Precies waar Van ’t Schip voor had gewaarschuwd, de voorzetten op De Jong, maar Ajax is simpelweg niet in staat die eruit te halen.
Na rust krijgt PSV op die manier eveneens grote kansen via Saibari en De Jong, die onder meer op de lat kopt. Maar Ajax blijft redelijk georganiseerd spelen, wordt minstens zo vaak gevaarlijk en slaagt er af en toe in PSV met snelle aanvallen te ontregelen. Zo kan Taylor van dichtbij uithalen en gaat Brobbey alleen op Benítez af, om vervolgens naast te schieten. Het spel golft in de tweede helft op en neer, met als gevolg dat de een na de ander met kramp op het veld gaat liggen.
Henderson heeft er geen last van. Hoewel Van ’t Schip niet helemaal zeker was of de Engelsman 90 minuten al aankon, haalt hij ogenschijnlijk gemakkelijk het eindsignaal. Er klinkt applaus van de tribunes: Ajax heeft voor het eerst dit seizoen laten zien dat het ook in topwedstrijden overeind kan blijven.