Opinie | Een spijtcorrectie waar de lezer uiteindelijk weinig wijzer van wordt

Daar zaten ze dan, de slachtoffers van Frans politiegeweld bij aanvang van het proces tegen drie agenten in Parijs: „Als je Théo Luhaka met zijn broers en vrienden ziet zitten, zou je zeggen dat het jonge rappers zijn. Succesvolle ondernemers. Of voetballers. Het zijn grote, goed geklede zwarte mannen. Van die gasten waar jongere jongens in de wijk tegen opkijken.” Het waren beeldende eerste zinnen, die nadat ze waren gepubliceerd in de editie van maandag 22 januari voor gefronste wenkbrauwen zorgden. Want het beschrijven van zwarte mannen als voetballers of rappers is een stereotype associatie; alsof een goedgeklede zwarte man zijn welvaart altijd uit die sectoren haalt. Nu waren de woorden van correspondent Floor Bouma niet willekeurig gekozen: Théo Luhaka droomde van een loopbaan als voetballer en de kledingmerken die ze beschreef, zijn populair bij rappers.

Maar toch. Volgens de NRC Code zijn journalisten zich ervan bewust „dat het gebruik van stereotyperingen kan bijdragen aan stigmatisering en handelen daarnaar”. Dat handelen moet bijvoorbeeld tot uiting komen in hoe mensen worden geportretteerd: „We beschouwen mensen als individuen en zijn zorgvuldig als we gedrag en uiterlijk beschrijven. We waken voor stereotyperingen en andere beschrijvingen en stijlmiddelen die vooroordelen kunnen versterken en verankeren in de samenleving.”

Het lemma ‘diversiteit’ staat sinds vorige zomer in de code en kwam niet zonder slag of stoot tot stand. De gedachte erachter is dat de redactie van NRC geen afspiegeling is van de Nederlandse samenleving: daarvoor is die (bijvoorbeeld) te wit, te hoogopgeleid, te randstedelijk. Dit schept „de journalistieke verplichting extra inspanningen te leveren om recht te doen aan diversiteit in de samenleving en een veelheid aan perspectieven te bieden”. Over hoe dat principe moest worden toegepast, verschilden de meningen op de redactie toen er over het lemma-in-aanbouw werd gediscussieerd. Een aantal redacteuren vreesde te worden beknot in hun vrijheid om op te kunnen schrijven wat zij zien en relevant vinden. Dat allemaal nog los van de vraag waar een stereotype begint en eindigt. Is een fors gebouwde man met een grote tatoeage een stereotype of soms ook gewoon een fors gebouwde man met een tatoeage?

Bij de beginpassage uit het verhaal over Théo Luhaka was wel duidelijk dat het hier ging over het soort stereotypering waar in de code op werd gedoeld. Correspondent Floor Bouma had het, achteraf gezien, ook liever anders opgeschreven – zoals de eindredactie had moeten opmerken dat de passage niet in de haak was. Aanvankelijk was de gedachte om vooral lessen voor de toekomst uit de zaak te trekken en op de redactie extra aandacht te vragen voor de diversiteitsbepalingen in de NRC Code.

Later in de week besloot de hoofdredactie dat de tekst van het online bericht aangepast moest worden. „De digitale versie van het artikel blijft raadpleegbaar én de tekst is in strijd met de code. Dus vonden dat we het niet zo konden laten staan,” zegt adjunct-hoofdredacteur Melle Garschagen. Uiteindelijk werd na overleg met de correspondent en de buitenlandredactie op vrijdag het begin veranderd, werd er verderop een verwijzing naar een „afro-kapsel” geschrapt, net als elders het adjectief „zwarte” in „zwarte man”. Dat laatste vanuit de gedachte dat niet de huidskleur van de man relevant was maar het racisme bij de politie. De ingrepen werden onderaan het artikel kort toegelicht: „In bovenstaand artikel zijn beschrijvingen van personen aangepast, conform de NRC Code.” In de digitale editie en de papieren krant werd niet op de kwestie teruggekomen.

Rommelig

Het levert een rommelige situatie op, waarbij de lezer van het online artikel wel kan lezen dat NRC een schending van de eigen code heeft geconstateerd, maar daar niet kan vinden wat die inhoudt. De lezer van de papieren of digitale editie heeft juist nog niets kunnen lezen over de bezwaren die NRC inmiddels heeft tegen de eigen tekst.

Ik vraag me af of het veranderen van een al gepubliceerd artikel het passende antwoord was. NRC is terecht zeer terughoudend met het aanpassen van wat al de wereld in gezonden is, tenzij het om feitelijke onjuistheden gaat. In vrijwel alle andere gevallen van spijt achteraf wordt ervoor gekozen om op de blaren te zitten of om een kwestie in een nieuw artikel opnieuw te belichten. Of de ombudsman kan erover beginnen. Dat is transparant, overzichtelijk voor de lezer en het beschermt NRC tegen de verleiding om het eigen verleden te herschrijven in een extra ronde eindredactie ná publicatie. Zoals mijn voorganger al eens schreef: „Gepubliceerd is gepubliceerd.” Daar zou ik niet snel van afwijken, ook al omdat een journalistieke organisatie de eigen onfeilbaarheden niet weg moet willen moffelen.

Dit was het soort stereotypering dat de NRC Code verbiedt

Bovendien is er nog een probleem met de spijtcorrectie zoals die nu online onder het verhaal staat. Op die plaats hoort te worden verteld wat er is veranderd in een artikel, wanneer en waarom. In dit geval staat er slechts dat de beschrijving van mensen is veranderd vanwege de NRC Code. Welke mensen, welke beschrijving en welk deel van de code in het geding was, blijft onhelder. De reden daarvoor was, zegt Melle Garschagen, dat men de stereotypen niet via die verantwoording alsnog wilde „doorgeven”. Ik denk dat het doorgeefkwaad al is geschied en dat het afleggen van verantwoording over de (forse) ingreep zwaarder zou moeten wegen. Veel meer transparantie was hier op zijn plaats geweest: een heldere omschrijving van de geschrapte passages én een duidelijke verwijzing naar de betreffende passage in de NRC Code. Dat zou in elk geval inzicht hebben gegeven in het leerproces dat NRC doormaakt.

Arjen Fortuin

Reacties: [email protected]

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.