Sommige zijn brutaal en rauw, sommige juist zacht en verlegen, maar alle portretten uit Isa de Jongs serie Born in a diamond mine zijn dicht op de huid, intiem, kwetsbaar en tegelijk krachtig. Het zijn jonge mensen die een handgeschreven tekst delen over zichzelf en hoe ze in het leven staan, waar ze over dromen of mee zitten.
De portretten zijn gemaakt na urenlange gesprekken over het leven, over het opgroeien in een tijd van heftige veranderingen, over wat het betekent om nu jong te zijn. Het is een lopend project dat nu ongeveer halverwege is, uiteindelijk wil De Jong honderd portretten maken.
Het draait om de generatie waartoe de Rotterdamse fotograaf, 25 jaar oud, zichzelf rekent: Generatie Z (grofweg geboren tussen 1997 en 2012), met misschien nog net een klein staartje millennial. En hoewel de worstelingen die uit de teksten en foto’s spreken van alle tijden zijn, is er wel degelijk iets dat deze groep jonge mensen bindt, denkt De Jong: „De onderling verbonden crisis van het kapitalisme, sociale en politieke onrust, milieurampen en technologische transformatie wordt steeds urgenter en tastbaarder. Zowel op een lokaal en persoonlijk niveau als op wereldwijde schaal.”
Met dit project wil ze een ‘fotografische tijdcapsule’ creëren over en samen met generatiegenoten uit heel Nederland. Ja, samen: „Via ‘collaborative’ portretten wil ik de algemene angsten en toekomstvisies van deze generatie archiveren. Dat doe ik met fotografie, handgeschreven notities, tekeningen en objecten die van de deelnemers zijn.”
Dit helpt volgens haar bij een ander belangrijk onderdeel van het project: „Ik zoek naar een gelijkwaardige verhouding tussen de fotograaf en de geportretteerde.” De uiteindelijke fotoselectie doet de Jong ook samen met de geportretteerde. Dat leidt er ook weleens toe dat De Jong en de geportretteerde het niet eens worden over de selectie: „Dan hebben we toch een mooi gesprek gehad, en dan laten we het daarbij.”
Het is voor haarzelf ook een manier om anders te leren kijken naar de toekomst en haar rol daarin, vertelt ze: „Ik ben veel rustiger geworden door het maken van deze serie. Al die mensen zijn zo anders. Ik spreek met heel extreem links, heel extreem rechts. Mensen die in complotten denken, hele gelovige mensen. Of mensen die echt nog nooit nagedacht hebben over hun toekomst.”
In veel gesprekken met haar generatiegenoten komt steeds hetzelfde thema terug, zegt De Jong: de enorme impact die de pandemie heeft gehad op hun sociale ontwikkeling, hun blik op de wereld en hun verwachtingen van de toekomst. „De meeste generatiegenoten zijn het plannen van de toekomst een beetje los aan het laten. Van oké, ik ga niet meer zo’n strak plan maken als ik had: ik moet op mijn dertigste getrouwd zijn, met een kind en een koophuis– tsja. Er zijn zoveel factoren waar ik geen invloed op heb, dus waarom zou ik mezelf zo vastleggen op een toekomstbeeld?”
In de titel Born in a diamond mine zit een dubbele laag: aan de ene kant ziet de Jong een gevoel bij haar generatiegenoten van gevangen zitten, ondergronds, in een donker gat. Maar ze merkt ook dat jonge mensen de schoonheid van de wereld niet meer zien. „We zijn allemaal op deze planeet, met al haar hulpbronnen en zoveel schoonheid om ons heen. Als je niks doet en ‘opgeeft’, zit je in een donkere grot, terwijl alle schatten binnen handbereik zijn.”