Na eindeloos blokkeren, traineren en schofferen van belangrijke besluiten van de Europese Unie en na grote financiële druk, ging Orbán toch overstag ten aanzien van steun voor Oekraïne.
Bij een Israëlische luchtaanval op de Westelijke Jordaanoever zijn zeker achttien Palestijnen om het leven gekomen. Onder hen is volgens het Israëlische leger Zahi Yaser Abd al-Razeq Oufi, een commandant van Hamas. De aanval vond plaats in een vluchtelingenkamp in Tulkarem.
Volgens Al Jazeera troffen straaljagers een café in een flatgebouw in het kamp. Het gaat volgens de nieuwssite om de dodelijkste aanval met een gevechtsvliegtuig op de bezette Westelijke Jordaanoever in meer dan twee decennia.
De Verenigde Naties meldt dat sinds oktober vorig jaar, toen Israël begon met diens offensief in Gaza, er op de Westelijke Jordaanoever zeker 573 Palestijnen zijn gedood door aanvallen met Israëlische drones of helikopters.
De Amsterdamse krant Het Parool is een serie begonnen over een interessant onderwerp: de hufterigheid in Amsterdam. Belangrijkste conclusie: liefst 92 procent van de Amsterdamse bevolking ervaart hufterigheid in de eigen stad, maar ziet het eigen gedrag „nauwelijks als asociaal”.
Verslaggever Hans van den Beek, opende de serie met een incident waarbij zijn eigen vrouw was betrokken. Zij wilde oversteken bij een zebrapad op het Hugo de Grootplein in West, een plek die ik goed ken en waarvan ik altijd denk: hier word ik nog eens morsdood gereden. Een motorrijder naderde het zebrapad en de vrouw wachtte eerbiedig af, omdat ze nog niet dood wilde. Gelukkig stopte de motorrijder keurig en kon de vrouw haar weg vervolgen. Maar als ze halverwege het pad is, roept de motorrijder: „Hé, kankerhoer, kun je niet eens bedanken?”
Ik wens mevrouw Van den Beek toe dat zij deze motorrijder nooit meer tegenkomt bij een zebrapad, de volgende keer zal ze het niet overleven. Ik zie de kop in Het Parool al voor me: „Dodelijke wraak op vrouw verslaggever.” De advocaat van de dader zal bij de rechtbank begrip vragen voor zijn cliënt, die zich getergd voelde door de beschrijving in de krant.
Is dit incident veelzeggend? De verslaggever vindt van wel, en ik zou dat misschien ook vinden als het mijn eigen vrouw was geweest, maar ik voel hier toch de nodige twijfel. Hoe onveilig het voor voetgangers ook is bij de zebrapaden, zo’n staaltje van cynische onbeschoftheid heb ik nooit eerder gezien of gehoord. Wat die paden zo onveilig maakt, is niet zozeer de onbeschoftheid als wel de onverschilligheid van de fietsers en scooterrijders. Jij bestaat als voetganger niet voor hen, ze doen ook altijd letterlijk alsof ze je niet zien staan.
Maar noem je die onverschilligheid een vorm van hufterigheid, dan heeft Het Parool gelijk. Zo ervaren de ondervraagde Amsterdammers het in ieder geval: hufterigheid vooral in het verkeer en op straat, zowel bij voetgangers als bij (brom)fietsers. Het hoogst scoorden berijders van elektrische fietsen of fatbikes. Een grote meerderheid ervaart ook hufterigheid van automobilisten en – op de derde plaats – hufterigheid op straat.
Een hufter wordt gedefinieerd als iemand die zich asociaal gedraagt. Als het om hufterigheid op straat gaat, denken we vooral aan afval, hondenpoep en schreeuwen. Ik zou er subtielere vormen van hufterigheid waaraan we ons vrijwel allemaal schuldig maken, aan willen toevoegen. Wat te denken van het negeren van bedelaars op straat? We zien ze wel, maar we hebben haast of last van ‘geefgêne’: we schamen ons voor de fooi waarmee we ons schuldgevoel kunnen afkopen.
Laatst zag ik een eigenaardige variant hiervan. Voor de etalage van een chique winkel voor woninginrichting zat een haveloze bedelaar te huiveren in de wind. Enkele meters voor hem stond de winkelier de opstelling in de etalage met enkele mensen te bespreken. Een schrijnend contrast: die bedelaar en de verlichte winkel met de duurste meubels achter hem. Hij zat in de weg, de bedelaar, want ze wilden een foto van de etalage maken. Vragend keken ze elkaar aan. Wie ging het hem zeggen? Wie durfde onbeschoft te worden?
De verkiezingsoverwinning van de FPÖ kwam, na decennia van aanwezigheid en gestage groei, niet onverwacht. De radicaal-rechtse partij behaalde afgelopen weekend met 29 procent van de stemmen het beste resultaat in haar geschiedenis en is voor het eerst de grootste in Oostenrijk.
Waar de populariteit van de radicaal-rechtse AfD in buurland Duitsland nog op enige bezorgdheid in de rest van Europa kan rekenen, lijkt deze winst als een gegeven te worden beschouwd. Natuurlijk, de andere partijen zullen proberen te voorkomen dat de FPÖ mee zal regeren, en vooral dat de radicale FPÖ-leider en partij-ideoloog Herbert Kickl kanselier wordt. Aan president Alexander Van der Bellen, die moet formeren, de taak om te balanceren tussen recht doen aan de uitslag en het bewaken van de democratie.
Maar toen de FPÖ in 2000 aan de macht kwam, met de flamboyante Jörg Haider aan het roer en diens kruistocht tegen immigratie, leidde dat nog wel tot ophef buiten Oostenrijk. Tot sancties en het minimaliseren van politieke contacten – en in Nederland tot de vraag of koningin Beatrix en haar gezin wel mochten gaan skiën in dat ‘foute’ land.
Zeventien jaar later was de reactie al gematigder, terwijl de toenmalige FPÖ-leider Heinz-Christian Strache een neonazi-verleden had. Alle ogen waren echter gericht op de seniorpartner in het kabinet, de conservatieve ÖVP van ‘wonderkind’ Sebastian Kurz. Kickl was toen minister van Binnenlandse Zaken, met een woordvoerder die nepnieuws verspreidde. Hij liet een inval doen bij een van de veiligheidsdiensten, om onderzoek naar neonazi’s en andere extreem-rechtse groepen te stoppen.
Diezelfde Herbert Kickl wil nu, volgens het verkiezingsprogramma van de FPÖ, van de Oostenrijkers „een zo homogeen mogelijke eenheid” maken. Het concept van ‘remigratie’, een term voor massale uitzettingen van mensen met migratieachtergrond ook al hebben ze een Oostenrijks paspoort, is deze partij niet vreemd. En de FPÖ ziet in Hongarije het voorbeeld van een autoritaire democratie die het nastreven waard is.
Waar andere radicaal-rechtse politici – zie Meloni in Italië of Le Pen in Frankrijk – zich pragmatischer tonen als de macht lonkt, geldt dat niet voor Herbert Kickl. En toch leidt de verkiezingsoverwinning nauwelijks tot eenzelfde reactie als in 2000. Radicaal-rechtse ideeën zijn helaas minder uitzonderlijk geworden in Europa’s parlementen.
Dat zou niet de enige reden tot zorg moeten zijn. De FPÖ is niet alleen anti-immigratie, maar ook anti-lhbtiq en antiklimaat, een sentiment dat binnen de EU steeds vaker klinkt. De FPÖ is bovendien pro-Russisch. De voortijdige val van het vorige kabinet waar de partij inzat, kwam doordat FPÖ-leider Strache in ruil voor steun een Russische zakenvrouw onderhands overheidsopdrachten aanbood. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Karin Kneissl, danste op haar bruiloft met de Russische president Poetin, en runt nu een denktank in Sint-Petersburg.
Dergelijke innige banden kunnen grote gevolgen hebben. Oostenrijk is neutraal en weliswaar geen NAVO-lid, maar binnen de Europese Unie wel een strategisch gelegen land. Het zag zichzelf lang als de schakel tussen Oost en West. Een Oostenrijks kabinet dat tegen Russische sancties is, en daarbij Hongarije en Slowakije naast zich weet, kan dwarsliggen bij steun voor Oekraïne. Dat gaat alle lidstaten aan.
Lees ook
De radicaal-rechtse FPÖ kan niet regeren, opeens is er een cordon sanitair in Oostenrijk