Gitarist Wayne Kramer was met MC5 een van de grondleggers van de punk

Wayne Kramer had de crunch. Zijn gitaar kon hij laten snerpen, kraken en exploderen, als raketbrandstof die ontvlamde bij een knetterende lancering. Als gitarist van punkgroep avant la lettre MC5 was Kramer de motor van een grensverleggend rockgeluid, dat zowel in tekst als in gitaarlawaai de jeugdrevolte van de late jaren zestig predikte. Punkgroepen als Ramones, Sex Pistols, Black Flag en The Offspring gingen verder waar de drie-akkoordenrevolutie van MC5 was geëindigd.

Slechts vijf jaar had de door dichter/activist en manager John Sinclair geleide MC5 (Motor City Five) nodig om als grondleggers van de punk de geschiedenis in te gaan. Het was geen toeval dat groepen als MC5 en The Stooges tot bloei kwamen in Detroit, de stad die zowel de Amerikaanse auto-industrie als het Motownlabel herbergde. Detroit was een stad van hardwerkende mensen, vertelde Wayne Kramer (geboren als Wayne Kambes) over de hoge eisen die zijn stadgenoten stelden aan de muziek die ze op hun vrije avond te horen kregen. Leergierige rockmuzikanten luisterden naar Chuck Berry en James Brown, maar ook naar Motownhits en de jazz van John Coltrane. Ritme en improvisatie waren de sleutelwoorden. De elektrische gitaar werd voor de groep ook een wapen in de strijd tegen het establishment.

https://www.youtube.com/watch?v=vfKhvzUdJoM

Gevangenis

Met zijn opruiende teksten en oorverdovende gitaarmuziek werd het live opgenomen debuutalbum Kick Out the Jams (1969) een rockklassieker. De introductie „Kick out the jams, motherfuckers!” moest voor radiogebruik worden gecensureerd. MC5 vereenzelvigde zich met uiterst linkse, anti-racistische White Panther Party, mede-opgericht door bandmanager John Sinclair. Hij ging het gevang in wegens het bezit van een minieme hoeveelheid hasj. De albums Back In the USA en High Time hadden niet meer dezelfde impact als het debuut en de groep ging spoedig ten onder aan chaos en druggebruik. Het bezit van „een berg cocaïne” leverde Wayne Kramer een gevangenisstraf van vier jaar op. Met de sixtiesidealen van love & peace had hij nooit veel op. „Wij waren de anti-hippies”, zei hij daarover. „We schreeuwden van de daken dat het systeem omver moest worden geworpen.”

Foto van de band MC5 uit omstreeks 1970: midden onder gitarist Wayne Kramer.
Foto Michael Ochs Archives

In de gevangenis ontmoette Kramer de trompettist Red Rodney, die nog met Charlie Parker gespeeld had. Ze bleven musiceren voor hun medegevangenen. Eenmaal vrij sloot Kramer zich aan bij Was (Not Was) en Johnny Thunders, voordat hij als solist de albums The Hard Stuff, Dangerous Madness en Citizen Wayne uitbracht op het neo-punklabel Epitaph. Platenbaas Brett Gurewitz erkende daarmee de schatplichtigheid van nieuwe punkbands als Bad Religion, NOFX en Rancid aan het pionierswerk van Kramer. Bassist Randy Bradbury van Pennywise maakte een tijdlang deel uit van Kramers liveband.

In 2008 speelde Kramer als gastmuzikant van Rage Against the Machine bij een oorlogsprotest waar ‘Kick Out the Jams’ ten gehore werd gebracht. Met Rage Against The Machines Tom Morello en andere jongere muzikanten leidde Kramer nieuwe incarnaties van MC5, onder meer voor het jubileum van de band onder de noemer MC50. Wayne Kramer overleed vrijdag op 75-jarige leeftijd aan de gevolgen van alvleesklierkanker. Hij bleef zijn leven lang geloven dat rock & roll het aangewezen medium is voor activisme en tegendraadse denkbeelden.