N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Column Willen Nederlanders zich wel anders gedragen om klimaatverandering te voorkomen. Ja, dat willen ze wel, en ze willen er ook wel voor betalen, ziet Marike Stellinga. Maar maak er vooral geen identiteitskwestie van. Dan graaft een groot deel van de mensen zich in.
Opeens vonden we roken in openbare ruimtes niet meer normaal. En 0.0 bier drinken juist wel. Zouden zulke normverschuivingen, of sociale kantelpunten, ook mogelijk zijn in de grote omslag die nodig is om klimaatverandering tegen te gaan? Onder sociale wetenschappers is deze vraag de laatste jaren gaan leven. Kunnen normen over vlees eten of vliegen ook als een blad aan een boom omslaan? En zou je zo’n omwenteling een zetje kunnen geven?
Eerst de feiten. Meer Nederlanders dan tien jaar geleden achten klimaatverandering een groot probleem waartegen de mensheid in actie moet komen: 72 procent in 2022. „Het probleembesef is sinds 2016 enorm gegroeid”, zegt Yvonne de Kluizenaar, onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau. Ruim de helft denkt na over wat zij in hun dagelijks leven voor het klimaat kunnen doen.
Dit klinkt best veranderingsgezind, maar de laatste jaren raken Nederlanders ook meer verdeeld, constateert het SCP. Bij een aanzienlijke minderheid neemt de weerstand juist toe. Zo was bijna een kwart van de Nederlanders in 2022 boos over alle aandacht voor ‘klimaat’. „Met name in groepen die het moeilijk hebben, lijkt dat gevoel te stijgen.”
Of mensen jong of oud zijn, bepaalt niet hoe ze denken over klimaatbeleid. Bepalender is opleiding en inkomen. Maar vooral geldt: de meeste Nederlanders maken zich tegelijk zorgen over de vraag of we genoeg doen tegen klimaatverandering én over de kosten van klimaatbeleid.
Wat zegt dit over die kantelpunten? Klimaatbeleid wordt voelbaarder. Zijn we er alleen vóór als het ons weinig kost? Ook dat ligt genuanceerd. Een aanzienlijke minderheid (bijna 40 procent) is bereid financieel bij te dragen om klimaatverandering tegen te gaan, bleek uit een enquête van I&O Research eind 2023 voor de Volkskrant. Een belangrijke voorwaarde is dat klimaatbeleid als rechtvaardig wordt gezien, zegt De Kluizenaar. Pijnlijke maatregelen vinden mensen pas acceptabel als de overheid streng is voor vervuilende bedrijven, als lage inkomens worden beschermd en als de kloof arm-rijk niet groeit, blijkt uit onderzoek van de TU Delft.
Zeg niet: je bent slecht want je eet vlees. Dan gaan mensen zich vleeseter voelen
„Ik vermoed dat kansen voor kantelpunten op dit vlak liggen, zegt De Kluizenaar. Maak verduurzamen voor mensen die het niet breed hebben aantrekkelijk.” Hulp bij woningisolatie is hiervan een voorbeeld.
Het past bij wat andere wetenschappers zien: er is best veranderings- én opofferingsgezindheid, maar nu zijn de drempels vaak hoog. De trein is bijvoorbeeld nog lang geen volwaardig alternatief voor vliegen. „Het is nu moeilijk om groen te leven en dat ligt niet aan jou maar aan het systeem waarin we leven,” zegt Marten Scheffer, hoogleraar ecologie. Hij doet onderzoek naar kantelpunten in complexe systemen – van troebele meertjes tot beschavingen.
Eigenlijk zijn sociale kantelpunten een te simplistisch concept als het om zo iets groots gaat als klimaatbeleid. Aan zogenaamd plotse omslagen zoals roken gaan immers vaak decennia van discussie en worsteling vooraf. „Inmiddels is de strijd voorbij of klimaatverandering bestaat. Het slagveld heeft zich verplaatst naar: wat moeten we doen?”
Die vraag raakt allerlei aspecten van het leven, waarvoor telkens opnieuw dat proces van verandering moet worden doorlopen. „Bij zelf energie opwekken met zonnepanelen is het kantelpunt wel geweest,” zegt hoogleraar Derk Loorbach, die omwentelingen onderzoekt. „Bij vliegen en vlees eten nog niet.” Maar ook daar zie je verandering. „Ondernemers spelen in op minder vlees eten. Er komen meer vegaproducten. Vega wordt lekkerder. Dat trekt mensen over de streep.”
Wil je die verandering een zetje geven, dan moet klimaatbeleid niet vooral gaan over wat duurder wordt en niet meer mag. Loorbach: „Maak duurzame alternatieven zichtbaarder, betaalbaarder, vanzelfsprekender.”
En maak er voorál geen identiteitspolitiek van, zegt Klaas Dijkhoff. Zeg niet: je bent slecht want je eet vlees. Dan gaan mensen zich identificeren als vleeseter. Dijkhoff, voormalig VVD-fractievoorzitter in de Tweede Kamer, heeft nu een organisatieadviesbedrijf dat leunt op gedragspsychologie. „Kantelpunten vinden vaak eerst plaats in één sociale kring”, zegt hij. Neem vuurwerk. „Je zag daarover de mening kantelen in linkse kringen. Daarna stokte het. Totdat de politie aan de bel trok en ook rechtsere kringen negatiever over vuurwerk gingen denken.”
Als de norm in verschillende sociale kringen niet gelijktijdig verandert, laat het verschil zich makkelijk uitbuiten voor een identiteitsstrijd, zegt Dijkhoff. En dan is de kans groot dat de verandering stokt. „Ik vind het zelf prettig om minder vlees te eten, maar als mensen me vegetariër noemen, word ik gek. Ik ben gewoon een bourgondiër die minder vlees eet. Trek me niet in een identiteit. Eten is emotie, blijf daar weg. Ik zou me niet druk maken over hoe mensen denken, maar ze helpen. Wat iemand vindt van klimaatbeleid terwijl hij zonnepanelen installeert, is niet belangrijk.”
Bij goed beleid (uitstekend treinnetwerk, hulp bij het isoleren van woningen, aantrekkelijker nepvlees) kàn verandering plots snel gaan. Dat laat de geschiedenis van zonnepanelen zien. Door royale subsidies kochten meer Duitsers panelen. China produceerde er vervolgens meer, die daardoor beter en goedkoper werden en zo de wereld veroverden. Verandering kan technologisch, economisch en sociaal zelfversterkend zijn. Maar het is een taai proces, dat ook decennia kan stokken. Bijvoorbeeld als klimaatbeleid een politiek-morele veldslag wordt.