Column | Gevormd door je generatie

Ik zit niet vaak op het puntje van mijn stoel in een debatcentrum, maar laatst in De Balie gebeurde het. Ik wilde niks missen van het grappige en onverwachte gesprek tussen schrijfster Eke Krijnen (39) en cabaretière Sjamke de Voogd (53). De avond draaide om het boek dat Eke, een vriendin van mij, schreef over ‘queer ouderschap’: zij heeft twee kinderen met haar vrouw en een goede vriend die om de hoek woont. Eke maakt zich kwaad over het gebrek aan wettelijke erkenning van deze constructie (slechts twee ouders mogen juridisch ouder zijn), maar ook over de starre normen en impertinente vragen waar zij als afwijkend gezin tegenaan lopen. Vragen als „wie is de echte moeder?”, en: „vind je het niet moeilijk om je kinderen zo lang niet te zien?”

Die vragen geven haar het gevoel dat ze raar is en iets uit te leggen heeft, vertelde Eke in De Balie. „Het kost me moeite. Ik geef elke keer iets: even lachen, niet die boze vrouw zijn. Terwijl ik eigenlijk iets onaardigs wil zeggen.” Het leuke was dat Sjamke de Voogd, ook lesbienne en moeder in een meeroudergezin, tot verbijstering van Eke aan die vragen totaal geen aanstoot bleek te nemen. Ze reageert erop met grappen, zei ze, of ze antwoordt gewoon niet.

„Raakt het je dan niet?”, vroeg Eke.

„Nee”, zei Sjamke.

„En word je er niet moe van?”

Het antwoord was opnieuw nee. Eke liet dit even tot zich doordringen en zei toen, oprecht geïntrigeerd leek het: „Wat interessant!”

Trots en humor, voor Sjamke een schild tegen negatieve reacties, waren voor Eke niet genoeg, bleek uit het gesprek. „Ik vind het gewoon echt naar als iemand queer families niet accepteert.”

Sjamke: „Ik denk dan: dat is jouw probleem, succes met je karakter. Iedereen die ik leuk vind heeft er geen probleem mee.”

„Misschien is jouw tolerantiegrens voor domme vragen wat hoger”, zei Eke.

Van Generatie X moet het individu zich voegen naar de wereld

Het gesprek liet niet alleen een verschil in karakters zien, maar ook een generatiekloof. Ik moest denken aan het boek The Problem With Everything, waarin de Amerikaanse schrijfster Meghan Daum haar ongemak met jongere, meer activistische generaties beschrijft. Daum is geboren in 1970 en dus onderdeel van ‘Generatie X’, net als Sjamke de Voogd. Ze hangt daar veel aan op, misschien overdreven veel, maar er zit zeker iets waars in haar analyse. „Onze identiteiten waren gevormd rond toughness”, schrijft Daum. Kwetsbaarheid was niet cool in de jaren tachtig, huilen deed je niet openlijk. Ze noteert het met een zekere trots.

Die generatiekloof zag je ook in de reacties op #MeToo. Veel Generatie X-vrouwen vonden dat jongere feministen weerbaarder moesten zijn: lach die mannen uit, geef ze een knietje, dien ze van repliek, maar geef ze geen macht over jou. De reactie van die jonge feministen: waarom moet ik van alles doen? Kunnen die mannen zich niet gewoon gedragen?

Van Generatie X moet het individu zich voegen naar de wereld; van Generatie Z, geboren na 1997, moet juist die wereld veranderen. Millennials, de generatie van Eke en mij, zitten er tussenin. We groeiden op in de cynische, apolitieke jaren negentig, maar maakten als twintigers de verandering mee naar een meer moralistische tijdgeest. Zelf voel ik mij van nature meer aangetrokken tot de Gen X-mentaliteit: zeur niet, relativeer jezelf, neem de dingen niet persoonlijk, lach erom. Tegelijk bewonder ik mensen als Eke, die geen genoegen nemen met de wereld zoals die toevallig geworden is. En het activisme van de afgelopen jaren heeft mij ook veranderd: ik zie hoe fijn het is dat grensoverschrijdend gedrag, zoals nu weer bij de publieke omroep, niet langer als onvermijdelijke natuurtoestand wordt gezien.

Tegelijk vrees ik soms dat we doorslaan: dat gekwetstheid op zich als bewijs geldt van een overtreden grens. Ik vind niet dat de gevoeligste mensen mogen bepalen waar de grenzen liggen. Maar hoe zal ik hier over tien jaar over denken? Ik weet het niet, ik ben benieuwd. Ik ben, zoals iedereen, dubbel een product van mijn tijd: gevormd door de tijd waarin ik opgroeide, bijgevijld in de tijden erna.

Die dubbelheid zag je mooi in De Balie. Hier zaten exponenten van twee generaties, die tegelijkertijd niet klaar waren met veranderen. Eke en Sjamke luisterden naar elkaar, verbaasden elkaar en, zo meende ik te zien, inspireerden elkaar. „Ik profiteer van jouw activisme”, zei Sjamke aan het begin van het gesprek. Eke, op haar beurt, vond het knap dat Sjamke zo laconiek met stomme vragen omging: „Dat ga ik een beetje van je afkijken.”