Eerst wordt er nog gelachen om de grappen over de queer-gemeenschap, maar al snel groeit het ongemak

Op zijn zeventiende keek theatermaker Vasilis Vilaras op tv naar het dankwoord van Hilary Swank, nadat ze de Oscar had gewonnen voor haar hoofdrol in de film Boys don’t cry. „Ik bid dat er een dag zal komen dat we niet alleen onze onderlinge verschillen zullen accepteren, maar onze diversiteit zullen vieren”, zei ze. Die zin maakte indruk op Vilaras en vormde het startschot voor zijn voorstelling Earthquake. Wel opent de voorstelling met de kanttekening dat diversiteit een begrip is dat vooral witte, cisgender hetero’s in de mond nemen. „Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zichzelf divers noemde.”

Earthquake is de openingsvoorstelling van theaterfestival Brandhaarden, waarvoor Internationaal Theater Amsterdam (ITA) jaarlijks voorstellingen van opvallende theatermakers uit het buitenland naar Amsterdam haalt. Dit jaar ontvangt ITA Onassis Stegi, een particulier Grieks productiehuis dat makers vooral aanmoedigt om werk te creëren dat sociale discussies op gang brengt.

Zuurstokroze pak

Earthquake is inderdaad een zeer geschikt startpunt voor een discussie. Het toneelbeeld bestaat uit een rode loper en borden met daarop het woord ‘triggerwarning’. In het Grieks (de voorstelling is Nederlands en Engels boventiteld) steekt de in zuurstokroze pak gestoken Vilaras van wal. Hij gaat vier ‘kakofonieën’ laten zien, vertelt hij, en daartoe heeft hij vier gasten uitgenodigd die zichzelf tot de LHBTQIA+-gemeenschap rekenen. Gelukkig, grapt hij, heeft hij het zelf minder slecht getroffen dan zijn gasten, hij is namelijk ‘gewoon een kleine flikker’. Vandaar dat hij deze voorstelling mocht maken. Gulle lach uit de zaal.

De rol die hij op het punt staat te spelen, vertelt Vilaras, is de moeilijkste van zijn carrière. Hij speelt namelijk ‘de maatschappij’. Hij zal zijn medeperformers bestoken met de onbeschofte vragen en opmerkingen waar ze zich in de werkelijkheid geregeld toe moeten verhouden. Om de beurt mogen de vier gasten aantreden. Na een inderdaad zeer ongepast gesprekje mag elk van hen een liedje zingen, en wordt hij/zij/die weer resoluut van de rode loper af gebonjourd.

Geen nieuwe inzichten

De eerste gast is Mochi, wiens uitpuilende, blote buik is ingesnoerd in blauwe spandexrepen. Mochi, die non-binair is en de voornaamwoorden die/hun gebruikt, wordt liever dik genoemd, vertelt die, dan dat mensen gaan zoeken naar eufemismen. Terwijl Vilaras in zijn hoedanigheid als maatschappij oordelen op hen afvuurt (die zou lui zijn, zwak, ongezond, stinken) heeft Mochi zelf geen enkel probleem met hun gewicht. Mochi is dik, zegt die, en zit prima in hun vel.

„Fucking binaries, binaries overal”, zingt Aurora, het vrouwelijke alter ego van de Albanese immigrant Agim Tzimis Mitsi. Trans vrouw Artemisia Reppa mag uitleggen waarom het niet prettig is als mensen je vragen of je een geslachtsoperatie hebt ondergaan. Sekswerker Iacovos zegt dat hij er een beetje moe van wordt dat mensen hem steeds maar in de slachtofferrol willen duwen. Hij heeft zijn beroep zelf gekozen en hij doet het graag. „Fuck you, patriarchy”, klinkt het in zijn liedje.

Terwijl er in de eerste pakweg twintig minuten van de voorstelling nog royaal gelachen wordt, verstomt de zaal gaandeweg. Ongemak is voelbaar (gelukkig, zou ik willen zeggen) wanneer de performers de stereotypen die Vilaras op hen projecteert grappend bevestigen. Bij Aurora de Albanese immigrante, die vertelt van wie ze haar ringen gestolen heeft bijvoorbeeld. Of bij Vilaras, die zichzelf ‘flikker’ blijft noemen, ‘fag’. De lange scène waarin Vilaras probeert Artemisia naar haar genitaliën te vragen, zonder het woord penis in de mond te nemen. Momenten als deze, die op de lach gespeeld worden maar in ITA ontvangen worden door een angstvallig stille zaal, roepen de vraag op of er een verschil in receptie bestaat tussen het Nederlandse en het Griekse publiek. Momenten als deze, die op de lach gespeeld worden maar in ITA ontvangen worden door een angstvallig stille zaal, roepen de vraag op of er een verschil in receptie bestaat tussen het Nederlandse en het Griekse publiek. De educatieve toon van de teksten impliceert onwetendheid bij de toeschouwer, maar je mag toch hopen dat het voor een hedendaags publiek geen eye-opener is dat je iemand niet vraagt naar de hoedanigheid van diens geslachtsdelen? Als de voorstelling wel nieuwe inzichten had bevat, dan had deze vorm wellicht beter gewerkt. Dan had het publiek zichzelf misschien nog ergens op kunnen betrappen, en was het ongemak dáárover gegaan. Nu blijven je wat gekromde tenen aan het personage kleven.


Lees ook
Dit worden de culturele hoogtepunten van voorjaar 2024

Dit worden de culturele hoogtepunten van voorjaar 2024

Terwijl de tekst van Earthquake de nadruk op ongewenste stereotyperingen blijft leggen, worden de identiteiten van de performers wel degelijk gevierd. Mochi’s aanstekelijke trots op hun lichaam, de prachtige, lucide podiumaanwezigheid van Artemisia Reppa, Iacovos die steeds bijna in de lach schiet van het plezier waarmee hij de zaal bespeelt – deze performers stralen op het toneel. Het voedt de hoop dat er een dag zal komen waarop men Vilaras’ rol niet alleen als onbeschoft, maar ook als achterhaald betitelt.