Almamula is het bosmonster dat bij volwassen worden hoort

In de bossen in de Noord-Argentijnse provincie Santiago del Estero waart een monster rond dat de ‘almamula’ heet. Waarschijnlijk verschilt het niet zoveel van de wolf uit Roodkapje. Bos, monster, en seksueel ontwaken – het is een heilige drie-eenheid in veel volksverhalen. Ze geven een verklaring voor het geheim dat volwassen worden is en waarschuwen er ook voor. Taboes op seksualiteit werken namelijk ook beschermend. Tegen tienerzwangerschappen en incest bijvoorbeeld. Terwijl ze aan de andere kant ook een handig instrument zijn om bepaalde groepen onder de duim te houden.

Al die achtergronden spelen een rol in Almamula, het regiedebuut van regisseur Juan Sebastián Torales, dat vorig jaar zijn wereldpremière beleefde op het filmfestival van Berlijn. De folklore rond het bosmonster was nog springlevend toen hij als tiener met zijn ouders op het platteland leefde. Hoewel Almamula niet autobiografisch is, is de film wel op zijn leven geïnspireerd. Net als de veertienjarige Nino werd ook Torales gepest door zijn klasgenoten vanwege zijn (nog onuitgesproken) homoseksualiteit. En net als voor Nino was het leven op het platteland voor hem zowel bevrijdend als traumatiserend.

Almamula blijft dicht bij dat veertienjarige outsiderperspectief: niet alles wordt uitgelegd, en de filmstijl is nu eens naturalistisch, dan weer magisch-realistisch. Het ziet er beeldschoon uit. Het landschap is een dankbaar onderwerp waar je als je er maar lang genoeg naar kijkt van alles in kunt zien en voelen.

Het interessantste aan de film is eigenlijk het verhaal erachter. Niet alleen het verhaal van Torales, maar vooral het feit dat het gebied rondom Santiago del Estero de oudste Spaanse nederzetting was in wat nu Argentinië is. En dat de mythe van de almamula en andere inheemse streekverhalen door de kolonisator werden overgenomen en aangepast om de gedwongen kerstening kracht bij te zetten. Alsof er altijd al een andere drie-eenheid in die bossen huisde. Zo werden de verhalen over de almamula door de Katholieke Kerk gebruikt om mensen angst aan te jagen voor allerlei soorten seksueel gedrag, die bovendien op een hoop werden gegooid met racistische vooroordelen. Het echte monster – zo ontdekt ook Nino – schuilt altijd in de mens zelf. Dat past dan weer mooi bij jungiaanse lezingen over het bos als symbool voor het onderbewuste.

Doordat de film zo impliciet en delicaat wordt verteld, is hij ook geschikt voor het 14+-publiek waaraan hij in Berlijn werd vertoond. De echte bevrijding die plaatsvindt is die van een verstikkende religie. In een kleine proloog gaat Nino te biecht omdat hem van alle kanten wordt gezegd dat hij een schande voor de buurt is. De priester vraagt hem waarom hij het gevoel heeft dat God niet van hem houdt. En dan kijkt Nino ons vanuit het donker van het biechthokje aan. Recht in de lens. Hij maakt ons God, hij maakt ons medeplichtig, hij maakt ons degenen die hem kunnen vergeven.

https://www.youtube.com/watch?v=Bj4bXrSgZQc