Er zijn weinig acteurs op dit moment ‘hotter’ dan de Duitse Sandra Hüller (45). Dat is meteen duidelijk als ze afgelopen zondag de Rotterdamse Doelen binnenwandelt. De zaal is uitverkocht en ze wordt joelend welkom geheten door bezoekers van het International Film Festival Rotterdam (IFFR). Hüller speelt de hoofdrol in niet één, maar twee films die genomineerd zijn voor de Oscar voor Beste Film dit jaar. Ze is Sandra Voyter in Anatomie d’une chute, een vrouw verdacht van moord op haar man. En ze speelt Hedwig Höss (1908-1989), de vrouw van Auschwitz-commandant Rudolf Höss (1901-1947), in holocaustdrama The Zone of Interest, deze week uit en tijdens IFFR te zien.
Hedwig Höss woonde met haar gezin naast het concentratiekamp. Hoewel de tuin van de familie grenst aan het kamp, en het gedreun van de crematoria, de geweerschoten en het geschreeuw continu hoorbaar zijn voor personages en kijker, slaagt Hedwig erin dit te negeren. We zien haar koffie drinken met vriendinnen of zich bekommeren om haar rozentuin.
Voorafgaande aan het praatje voor de enthousiaste zaal, geeft Hüller enkele korte interviews. In eerste instantie wilde ze niet meespelen in The Zone of Interest, vertelt ze. Ze reageerde huiverig toen een castingdirector vertelde dat de Britse regisseur Jonathan Glazer (Under The Skin) een actrice zocht voor een film over het gezin Höss. Hüller: „Ik voelde zelf niet de noodzaak om een fascistische vrouw te spelen en vond het een gevaarlijk project. Normaal gesproken probeer je empathie te voelen voor de personages die je speelt en er zijn talloze voorbeelden uit de filmgeschiedenis waar acteurs fascistische of kwaadaardige personages vermenselijken. Voor mij voelt dat altijd fout. Ik wist niet of het zou lukken een manier te vinden dat te vermijden.”
Hüller raakte pas overtuigd toen ze met Glazer sprak en begreep dat hij de Holocaust niet wilde gebruiken als „dramatisch canvas” om een ander verhaal op te vertellen. „Jonathan wil geen historische film maken, maar iets zeggen over het heden en over onze eigen compartimentalisatie.” De scheidingen die mensen vandaag de dag nog steeds aanbrengen in de samenleving tussen ‘wij’ en ‘zij’, de „muren in tuinen”. Hüller: „Voor sommige mensen is het een gemakkelijk en handig narratief: ‘de ander’ moet bestreden worden om jezelf beter te voelen.” Ze benadrukt hoe belangrijk het is dit soort gedachtegoed actief tegen te gaan.
Niet vermenselijken
Omdat ze Hedwig Höss niet wilde vermenselijken, praatten de actrice en regisseur weinig over het innerlijk van haar personage, over wat voor moeder ze bijvoorbeeld was. Ze hadden eerder gesprekken over „lichamelijke zaken”. Bijvoorbeeld over hoe een vrouw die vijf kinderen heeft gebaard in een tijd met weinig postnatale verzorging zich beweegt. „Hedwig Höss werkte constant in de tuin. Het was een vrouw die elegant wilde zijn, maar bij wie dat nooit zou lukken wegens een gebrek aan empathie en zelfreflectie.” In een confronterende scène zien we hoe Hedwig Höss zichzelf bewondert voor een spiegel in de bontmantel van iemand die werd gedeporteerd naar het kamp waar naar schatting 1,1 miljoen mensen werden vermoord. Ze brengt zelfs zonder aarzeling de lipstick aan die ze in een jaszak vindt.
The Zone of Interest werd gefilmd in een verlaten woning die aan Auschwitz grenst en werd omgebouwd tot een replica van de Höss-villa. Glazer installeerde in het huis en de tuin zo’n tien camera’s en zestig microfoons en creëerde wat hij zelf „Big Brother in the Nazi house” noemde. Acteurs speelden scènes zonder dat ze wisten óf en door welke camera ze werden gefilmd. Glazer zelf keek mee vanuit een nabijgelegen bunker. Er was geen belichting, alleen daglicht, zodat de film bijna documentaire-achtig aanvoelt. Hoe was die werkwijze voor de acteurs?
Hüller: „Aan de ene kant is het handig: alle dingen die je haat aan het draaien van een film, zoals het wachten tussendoor, waren er niet. Het zorgt voor een enorme focus. Tegelijkertijd kon je als acteur nooit ontspannen. Sommige camera’s zag je wel, maar je wist nooit of ze je van dichtbij filmden of van een afstandje, of alleen je handen en neus in beeld waren of je hele lichaam.”
Het zorgde ervoor dat Hüller zich enorm bewust werd van zichzelf, haar gedachten, bewegingen en omgeving. „Het was alsof er continu iemand meekeek en je beoordeelde. Dat zorgde ook voor een gevoel van verantwoordelijkheid.” Wat mogelijk nog werd versterkt doordat Duitse acteurs, zoals Hüller, zich sowieso enorm verantwoordelijk voelen voor hoe de Holocaust wordt gerepresenteerd.
Gestresste zakenvrouw
Hüller begon als theateractrice en is nog vaak te vinden op schouwburgpodia. Maar ze heeft ook een lange filmcarrière achter de rug. Ze won in 2006 de Zilveren Beer op het filmfestival van Berlijn voor haar rol in het Duitse Requiem. Maar ze speelde bijvoorbeeld ook in Brownian Movement (2011) van de Nederlandse regisseur Nanouk Leopold. Internationaal brak Hüller echt door in 2016 met de schurende Duitse tragikomedie Toni Erdmann. Ze speelt hierin de overijverige, gestresste zakenvrouw Ines, die onverwacht bezoek krijgt van haar sjofele en van haar vervreemde vader. De film werd genomineerd voor een Oscar voor Beste Internationale Film.
Lees ook
een analyse: Hoe Jonathan Glazer tot zijn meesterwerk ‘The Zone of Interest’ kwam
Hoe kiest de actrice haar rollen? Ze slaagde erin niet één, maar twee scripts te kiezen die worden gerekend tot de tien beste films die het afgelopen jaar uitkwamen. Hüller: „Het is een onbewust proces. Ik moet het gevoel hebben dat ik in de nabijheid wil zijn van een bepaald narratief, personage of energie. Bij een Europese film duren de opnames zes tot acht weken, voor een Amerikaanse nog langer, je moet dus beslissen of je er zo lang mee bezig wilt zijn en er achteraf nog over wilt praten.
„Daarnaast raak ik gemakkelijk verveeld. Als mensen iets proberen wat eerder is gedaan, denk ik: waarom? Ik vind het leuk als ik iets nieuws kan leren, of na kan denken over iets nieuws. Maar soms is het ook een bepaalde regisseur die ik wil ontmoeten.”
De aantrekkingskracht van Hollywood speelt niet mee in haar keuzes. Iedereen verwachtte dat ze na alle lof voor Toni Erdmann naar de VS zou vertrekken. Ze spreekt vloeiend Engels, wat ook te horen is in Anatomy of a Fall, waar ze ook nog wat Frans spreekt. Hüller: „Ik kreeg gewoon geen boeiende aanbiedingen uit Hollywood. Als een project een goede regisseur of script heeft, overweeg ik het, maar anders laat ik mijn huis en familie niet achter.”
Klein voordeeltje van Duitstalige projecten boven Engelstalige: ze hoeven niet nagesynchroniseerd te worden in haar thuisland Duitsland. Filmdistributeurs zijn daar volgens Hüller overtuigd dat het publiek geen ondertitels wil lezen. Voor Anatomie d’une chute dubde Hüller haar eigen Engelstalige en Franse dialogen. „Pijnlijk”, noemt ze dat in Rotterdam: de film gaat ook over taalbarrières.
Hüllers personage, wier moedertaal Duits is, spreekt niet zo goed Frans, maar moet in de rechtbank Frans praten. Met haar overleden, Franstalige echtgenoot sprak ze Engels. Hüller: „Het script is [voor de nasynchronisatie in het Duits] gedeeltelijk herschreven, en niet meer echt Justines werk, maar dat van iemand die meer geïnteresseerd is in het synchroon laten lopen van de lippen dan in de betekenis van woorden.” Tijdens de belangrijkste ruzie in de film tussen Sandra en haar echtgenoot gaat het volgens Hüller in de gedubde versie over van alles, maar niet over taal, want ze spreken nu beiden Duits. „Terwijl taal een personage is in de film, die gaat over communicatie.”