Ruim helft bedrijven voldoet niet aan rapportageplicht over vrouwen aan de top

Mannen zijn nog altijd oververtegenwoordigd aan de top van grote Nederlandse bedrijven en daar komt maar langzaam verandering in. Wel heeft een quotum voor vrouwen in raden van commissarissen effect. Het aandeel vrouwen in rvc’s steeg van 20,7 procent in 2020 naar 26,2 procent in 2022. Dat blijkt uit cijfers die de Sociaal-Economische Raad (SER) over het boekjaar 2022 verzamelde.

Met een feestelijke bijeenkomst lanceerde de adviesraad maandag een online tool, die inzichtelijk maakt wat de man-vrouwverhouding is bij beursgenoteerde en grote ondernemingen. Het is een voortvloeisel van een in 2022 aangenomen wet, die vennootschappen met een omzet van meer dan 40 miljoen euro of meer dan 250 werknemers verplicht te rapporteren over de diversiteit in de top. Ook moeten ze plannen opstellen om meer genderdiversiteit op de werkvloer te realiseren – inclusief streefcijfers. Het doel? Een betere afspiegeling van de Nederlandse samenleving in het bedrijfsleven.

Op het podium was de vreugde over de nieuwe datatool groot. Oranje confetti daalde neer over SER-voorzitter Kim Putters en demissionair minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, D66), die met een druk op een rode knop de tool online zetten. Maar over de huidige genderdiversiteit bestaat nog geen jubelstemming, zei Putters. Het ‘ingroeiquotum’ voor beursgenoteerde bedrijven, die met nieuwe benoemingen moeten toewerken naar minstens een derde mannen en vrouwen in hun rvc, heeft weliswaar effect, maar raden van bestuur blijven achter. Daar steeg het aandeel vrouwen tussen 2020 en 2022 van 13,8 procent naar slechts 14,7 procent.

Bovendien gaf minder dan de helft van de 5.733 bedrijven die daar wettelijk toe verplicht zijn cijfers door. Slechts een klein deel, zo’n 5 procent, deed dit nog niet vanwege een gebroken boekjaar. Voor de rest is het vooralsnog gissen: interesseert het de bedrijven niet, zijn ze nog druk bezig met het opstellen van nieuw beleid, of is er een ander motief? Dijkgraaf kondigde aan de bedrijven die geen verslag uitbrachten met een brief op te zullen roepen om de gegevens alsnog door te geven.

Geen harde sancties

Het is nog maar de vraag of zij er na die brief wel aan willen voldoen. Harde sancties op het niet doorgeven van de informatie zijn er niet, en daar wil Dijkgraaf vooralsnog niets aan veranderen. Volgens hem zijn de gevolgen voor bedrijven al groot genoeg, doordat zij publiekelijk bekend komen te staan als verzakers: „Geen plan is ook een plan.” Putters wees erop dat sollicitanten zich bij hun loopbaankeuzes kunnen baseren op de publieke rapportages. Als je als vrouw ergens carrière wil maken denk je immers wel twee keer na als het bedrijf geen werk maakt van diversiteit.

Marguerite Soeteman-Reijnen sprak namens de Raad van Advies van het SER Diversiteitsportaal van een „wake-upcall” voor het Nederlandse bedrijfsleven. Volgens haar neemt het aantal vrouwen in topposities niet snel genoeg toe – en dat in een krappe arbeidsmarkt. „Terwijl dit belangrijk is voor bedrijven om concurrerend te blijven. Die oranje confetti die hier op de vloer ligt, dat is vrouwelijk talent dat nu niet benut wordt. Het ligt voor het oprapen.” Daarnaast wees ze op de vanaf dit jaar verplichte duurzaamheidsverslaggeving voor bedrijven, de zogeheten ESG-accounting. „De bedrijven die nu niets hebben ingestuurd, moeten daar straks ook over rapporteren. Diversiteitsbeleid maakt daar ook onderdeel van uit.”


Lees ook
Zelfs mét quotum zijn er niet genoeg topvrouwen

‘Trickle-down-emancipatie’

De vraag is hoe de genderdiversiteit op de werkvloer sneller kan toenemen. Bij de invoering van de wet kozen beleidsmakers, vakbonden en werkgeversorganisaties bewust voor een quotum voor rvc’s, omdat zij gaan over de benoeming van directieleden. In theorie zouden de vrouwelijke commissarissen ervoor moeten zorgen dat ook in die bestuurslaag meer evenwicht ontstaat, wat weer verder doorwerkt op de werkvloer.

Maar van dat gehoopte effect lijkt vooralsnog geen sprake. Demissionair minister Dijkgraaf vindt het desondanks te vroeg om te stellen dat er een diversiteitsquotum voor raden van bestuur zou moeten komen. „Het is een soort trickle-down-emancipatie die beoogd wordt. Dat gaat het best als mensen binnen bedrijven er intrinsiek van overtuigd zijn dat meer genderdiversiteit noodzakelijk is.” Liever wacht hij voor extra quota of sancties de evaluatie van de wet af, die in 2027 plaats zal vinden.

Vanuit de zaal duidde oud-SER-voorzitter Mariëtte Hamer de totstandkoming van het quotum voor rvc’s, dat destijds naar Duits voorbeeld werd opgesteld. Op persoonlijke titel liet ze los „wel te hebben gedacht” dat het quotum „over een poosje moet worden doorgetrokken”. Dat kan naar de raad van bestuur zijn, maar ook naar rvc’s voor bedrijven die nu nog niet onder de wet vallen. Nu kunnen deze vennootschappen wel al vrijwillig hun diversiteits- en streefcijfers doorgeven.

Verschillen per sector

Tussen verschillende sectoren bestaan nog grote verschillen in de genderbalans. Waar in de bouwbesturen maar 5,8 procent vrouw is, is dit in de culturele sector al 31,8 procent. Ook in de zorgsector waar veel vrouwen werken voeren mannen de boventoon. Zelfs in de hogere managementlagen, waar vrouwen over het algemeen weer iets beter vertegenwoordigd zijn dan in de top, werken hier meer mannen (57,1 procent) dan vrouwen (42,9 procent). Een andere opvallende statistiek: van alle werknemers bij grote bedrijven is slechts bijna een derde vrouw.

Tussen sectoren bestaan nog grote verschillen in de genderbalans

Ook Europa zet bedrijven aan tot het benoemen van meer vrouwen aan de top. Vorig jaar nam de EU wetgeving aan die bedrijven verplicht om hun rvc voor 40 procent uit vrouwen te laten bestaan, of 33 procent van hun rvc en raad van bestuur uit vrouwen. Nederland lag lang dwars, omdat opeenvolgende kabinetten vonden dat quota op nationaal niveau moesten worden ingevoerd. Dat standpunt veranderde nadat het eigen quotum voor rvc’s en de rapportageplicht van streefcijfers was ingevoerd. Nederland kan zich nu beroepen op een uitzonderingspositie voor de Europese wetgeving, waardoor het aan de eigen regels kan vasthouden.

Volgend jaar updatet de SER de nieuwe database met cijfers over het boekjaar 2023. Dan moeten bedrijven ook rapporteren of zij hun opgegeven streefcijfers voor genderdiversiteit in de (sub)top gaan halen, en zo nee, waarom niet. „Er is werk aan de winkel”, aldus Putters.