Voor het eerst beginnen groep 8-leerlingen aan de doorstroomtoets

Voor het eerst beginnen leerlingen uit groep 8 maandag aan de doorstroomtoets, de opvolger van de Cito-eindtoets. Zo’n 170.000 kinderen maken de komende drie weken een van de zes door de overheid goedgekeurde doorstroomtoetsen, op papier of digitaal. De doorstroomtoets is minder bepalend voor het middelbare schooladvies dan de CITO ooit was. Leerlingen hebben vorige week al hun voorlopige advies gekregen. Dat kan door de uitslag van de toets eventueel nog wel omhoog worden bijgesteld, maar niet meer omlaag.

Door de doorstroomtoets eerder in het jaar af te nemen − de cito-eindtoets vond vorig jaar plaats in april en mei − maken leerlingen de toets voordat ze zich moeten aanmelden bij een middelbare school. Dat doen alle kinderen in Nederland vanaf dit jaar tegelijkertijd, in de laatste week van maart, nadat ze op 24 maart de uitslag van de doorstroomtoets krijgen. Deze volgorde moet kansenongelijkheid in het onderwijs tegengaan: eerder gebeurde het namelijk weleens dat leerlingen die boven hun advies scoorden op de eindtoets geen passende plek meer konden vinden op een middelbare school, omdat de plaatsen al voor de cito-eindtoets waren verdeeld.

Op de planning van de doorstroomtoets, die aanvankelijk van 5 tot 15 februari zou plaatsvinden, ontstond veel kritiek vanuit Brabant en Limburg. De data overlapten namelijk met carnaval, dat wordt gevierd op 11, 12 en 13 februari. Demissionair minister van Onderwijs Mariëlle Paul (VVD) besloot afgelopen september basisscholen daarom een week extra de tijd te geven. Nu mogen scholen binnen de afnametermijn van 29 januari tot en met 18 februari kiezen wanneer en op welke dagdelen ze de toets afnemen.