Voorafgaand aan het begrotingsdebat van het ministerie van Volksgezondheid, heeft GroenLinks-PvdA woensdag een amendement ingediend om geld vrij te maken voor het oprichten van expertisecentra voor patiënten met long covid. In het amendement staat dat de komende twee jaar meer dan 27 miljoen euro beschikbaar moet komen voor de behandeling van de – nog steeds groeiende – patiëntengroep. We hebben het over minimaal 450.000 patiënten, waarvan 90.000 matig tot ernstig beperkt zijn in hun dagelijkse leven.
Met deze stap kan eindelijk een serieuze start gemaakt worden in het zien en behandelen van long covid-patiënten op gespecialiseerde plekken in Nederland. Dat betekent geschikte zorg voor hen, maar ook het bundelen en delen van kennis over mogelijk succesvolle behandelingen. Hierbij zijn zowel zorgverleners als long covid-patiënten gebaat. Het ontlast de huisartsen die te weinig specialistische kennis hebben van de multisysteemziekte en patiënten die van hot naar her verwezen worden.
Dat GL-PvdA (samen met SP, CDA, Volt, CU, PvdD en SGP) de nek uitsteekt voor long covid-patiënten is goed nieuws. Toch is het bedroevend dat dit nodig is. De afgelopen jaren heeft de Tweede Kamer namelijk verschillende moties aangenomen. Vorig jaar kreeg een motie van de ChristenUnie voor oprichting van de broodnodige klinieken nog brede steun, maar bleef de toenmalige minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers doof voor deze geluiden. Door zijn onwelwillende houding heeft het traject naar de opzet van klinieken jaren vertraging opgelopen. Vertraging waar de patiënten de prijs voor betalen.
Utopie
Als het nu al zo moeilijk gaat, kunnen deze klinieken dan wel in Nederland worden gerealiseerd? Duitsland is al meer dan honderd long covid-klinieken rijk. In deze klinieken worden op dit moment patiënten behandeld op subtypeklachten, zoals stollingsproblemen en dysautonomie (een ontregeld autonoom zenuwstelsel). Deze behandelingen gebeuren met reeds bestaande en goedgekeurde medicijnen, waarvan is vastgesteld dat het gebruik ervan veilig is. Hoewel deze klinieken nog steeds geen patiënten genezen, voelt deze inrichting van zorg voor de Nederlandse patiënten als een utopie.
Sommige long covid-patiënten gaan al hun vijfde ziektejaar in, zonder uitzicht op genezing
Uit de steun voor het amendement blijkt dat veel politieke partijen deze realiteit ook voor de patiënten in Nederland wensen. Nu zijn we afhankelijk van het stemgedrag van de formerende partijen. De huidige minister op de post, Conny Helder, heeft namelijk al laten weten geen stappen richting centra te zullen zetten. De formerende partijen benadrukten tijdens het debat dat zij nog steeds achter long covid-patiënten staan en vinden dat de beloofde centra er moeten komen. Toch is onvoorwaardelijke steun nog niet uitgesproken en blijft het lot van de expertisecentra, en daarmee dat van de patiënten, onzeker. De partijen vragen deze week hoe het nu zit met het geld; uit welk potje moet dit plan komen? En willen artsen dit echt? Patiënten schreeuwen (als ze hiervoor de energie hebben) al jaren om deze centra en worden daarbij wel degelijk gesteund door zorgverleners in het veld en het opgerichte long covid-expertisenetwerk. Volgens Kuipers was dit netwerk voldoende. Dat is dus niet zo, de voorzitter van het netwerk laat in de media weten dat er méér nodig is. Dat wisten de patiënten helaas allang.
Lees ook Speuren naar de verklaring voor long covid
Sommige long covid-patiënten gaan al hun vijfde ziektejaar in, zonder uitzicht op genezing. Voor patiënten met andere postinfectieuze syndromen hebben we het zelfs over tientallen jaren (denk aan de groep getroffen door Q-koorts). Hen wordt keer op keer gevraagd om moedig door te gaan. Dat is haast onmogelijk, tenzij patiënten perspectief wordt geboden en zij kans krijgen op meer levenskwaliteit. Dit ligt binnen handbereik, als onze volksvertegenwoordigers nu doorzetten. De formerende partijen moeten moedig zijn: voeg de daad bij het woord en ga, nu jullie het verschil kunnen maken, achter ons staan.
Vijf Gouden Kalveren had de Nederlandse filmmaker Rudolf van den Berg thuis staan. Een voor zijn documentaire Sal Santen Rebel (1982), de andere vier voor speelfilms, waaronder drie boekverfilmingen: Bastille (1984, naar Leon de Winter), De avonden (1989, naar de onverfilmbaar geachte klassieker van Gerard Reve) en de Arnon Grunberg-verfilming Tirza (2010). Andere bekende films van hem zijn de Tweede Wereldoorlogfilm Süskind (2012), horrorfilm De Johnsons (1992) en de thriller Zoeken naar Eileen (1987), opnieuw naar een roman van De Winter. Naast het maken van documentaires en speelfilms werkte hij sporadisch ook voor televisie. Zo regisseerde hij enkele afleveringen van het familiedrama Oud geld (1999, naar scenario’s van Maria Goos). Zaterdag overleed hij onverwacht aan een hartstilstand. Kort voor zijn overlijden had Van den Berg net de opnames van zijn film over Spinoza afgerond.
Joodse onderwerpen
De op 6 januari 1949 geboren Van den Berg studeerde in 1975 af als politicoloog. Een jaar later debuteerde hij als documentairemaker met de poëtische film De Algerijnse tijden, over de nasleep van de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog tussen 1954 en 1962. In 1979 volgde De plaats van de vreemdeling, een onderzoek naar wat het betekent om Joods te zijn. Het was een omstreden documentaire waarvan de uitzending bijna verboden werd omdat de film antisemitisch zou zijn. Twee in de documentaire opgevoerde personen spanden een rechtszaak aan om hem te verbieden, maar daar ging de rechter niet in mee: de strekking van de film was niet tegen het bestaansrecht van de staat Israël gericht, oordeelde de rechtbank. Van den Berg maakte meerdere films over joodse onderwerpen, waaronder de al genoemde Sal Santen Rebel. Deze eigenzinnig vormgegeven documentaire gaat over de links-revolutionaire joodse auteur Sal Santen, een Trotskist die onder meer hulp verleende aan Algerijnse vrijheidsstrijders en daarvoor werd veroordeeld. In Van den Bergs film kijkt hij verbitterd terug op de verwording van zijn oude idealen.
Lees ook
‘Ik ken die angst voor de leegte’
In 1984 debuteerde Van den Berg als speelfilmmaker met Bastille, over een joodse man die geobsedeerd raakt door zijn persoonlijke geschiedenis, met vergaste ouders en een verdwenen tweelingbroer. Over zijn voorkeur voor joodse onderwerpen zei Van den Berg in 1984 in NRC: „Mijn monomane keuze voor de joodse thematiek lijkt beperkt maar het hele universum zit daarin verscholen.” Via zijn films zocht hij naar het antwoord op wat Joods-zijn was, „maar ik kom er niet achter”. Ook Gouden Kalf-winnaar Süskind (2012) gaf geen antwoord op die vraag. Deze film gaat over de voor de Joodsche Raad werkzame Walter Süskind, hoofd van de Hollandsche Schouwburg – de plek waaruit Amsterdamse Joden in de Tweede Wereldoorlog werden gedeporteerd. Süskind werkte mee met de Duitsers maar wist ook zo’n duizend joodse kinderen te redden.
Hoofdrolspeler Nyncke Beekhuyzen en Rudolf van den Berg tijdens de opname van een scene van de oorlogsfilm Süskind. Foto Levin den Boer/ ANP
Innerlijke benauwdheid
Omdat enkele persoonlijke projecten niet doorgingen, werkte Van den Berg soms als vervanger van andere regisseurs. Dit was het geval bij De Johnsons (1992), een horrorfilm die inmiddels geldt als cultklassieker. In een laat stadium raakte hij ook betrokken bij de derde verfilming van Friedrich Dürrenmatts thriller Das Versprechen, in 1996 door Van den Berg verfilmd als The Cold Light of Day. Hierin maakt een politie-inspecteur (Richard E. Grant) jacht op een kindermoordenaar, waarbij hij een klein meisje als levend lokaas gebruikt.
Hoewel deze en andere films in opdracht van anderen waren, pasten ze toch (vrij) naadloos in zijn oeuvre, vertelde hij in een interview met de Filmkrant: „De film moet een raakvlak hebben met mijn eigen fascinaties en obsessies. Door zijn innerlijke benauwdheid werd De avonden echt een film van mij. Hij gaat dan wel niet over de joodse identiteit, maar het gaat wel over onuitspreekbare innerlijke angsten en paniek. Het gevoel van: ‘O God, wat moet ik in de wereld’. Ik ben trots op De avonden, juist omdat het zo’n moeilijke film was om te maken.” NRC-recensent Joyce Roodnat vond Frits van Egters (de antiheld uit De avonden, gespeeld door Thom Hoffman) naadloos passen in Van den Bergs oeuvre dat draait om eenzame buitenstaanders op zoek naar een thuis en uiteindelijk naar zelfacceptatie.
Tim Merlier heeft de negende etappe in de Tour de France gewonnen. Hij was de snelste in een massasprint in Châteauroux, voor Jonathan Milan en Arnaud de Lie. De etappe werd gekleurd door Mathieu van der Poel. Na een hele dag in de aanval, samen met zijn ploeggenoot Jonas Rickaert, werd de Nederlander pas in de laatste kilometer teruggegrepen door het peloton.
„Jonas [Rickaert] had een droom om ooit eens op het tourpodium te staan […] dus daar ging ik hem mee helpen vandaag”, zegt Van der Poel achteraf tegen de NOS. Zelf geloofde hij er naar eigen zeggen „niet echt” in dat hij de etappe kon winnen. Rickaert is beloond met de ‘prijs voor de strijdlust’, en verschijnt daarmee op het podium in Châteauroux. „Uiteindelijk kopen we er niet veel voor behalve dat we Jonas’ droom hebben laten uitkomen”, zegt Van der Poel.
Van der Poel en Rickaert begonnen direct na de start van de 174 kilometer lange etappe aan hun ongebruikelijke aanval. De voorsprong van het tweetal van Alpecin-Deceuninck liep op naar ruim vijf minuten. Van der Poel reed zelfs virtueel in de gele trui, die hij eerder deze Tour al vier dagen droeg. De ploeg van Jonathan Milan, leider in het puntenklassement, was lange tijd de enige die probeerde het tweetal terug te pakken. Pas in de tweede helft van de etappe sloten andere sprintersploegen aan bij de achtervolging.
Met nog zes kilometer te gaan liet Van der Poel zijn ploeggenoot achter om vervolgens pas 750 meter voor de eindstreep ingehaald te worden door het peloton. De etappe gaat, mede door de rugwind, de geschiedenisboeken in als de op één na snelst verreden Touretappe ooit. Onderweg moest de Portugese klassementsrenner João Almeida, die vrijdag zijn rib brak bij een valpartij, de Tour verlaten. Daarmee is geletruidrager Tadej Pogacar zijn belangrijkste ploeggenoot kwijt.
Het is een doos vol kleurige kralen waaruit het onmogelijk kiezen is. North Sea Jazz lijkt de laatste paar jaar een stapje terug te hebben gedaan in het aantal in het oog springende wereldsterren, maar het blijft een festival dat bezoekers muzikaal graag voor dilemma’s stelt. Veters vast en rennen, ruim 150 optredens, 17 podia in en rond Rotterdam Ahoy. Snel iets meepikken van Sheila E. om daarna nog iets te kunnen zien van gitarist Julian Lage. Of toch Judith Hill aan het werk zien, en weten dat je de zaal van legende Herbie Hancock dan niet meer in komt? In kleinere zalen zong het rond over artiesten als Ganavya, Aja Monet en de prachtige compositieopdracht van saxofonist Kika Sprangers met het Nederlands kamerkoor.
Mooi en hoopvol was het hoeveel artiesten op het podium – van Celeste tot Jacob Collier of het Maas-zaal plat spelende Ezra Collective – zeiden ooit legendarische NSJ-shows als voorbeeld te hebben gekeken, om er nu eindelijk zelf te staan. North Sea Jazz verandert, op zowel de podia als in de gangen; en het publiek beweegt op de stroom mee.
Het is onmogelijk alles te zien. Tien echte North Sea Jazz-momenten van de vrijdag en zaterdag:
Concert van Celeste op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
1Celeste
Diep raakt ze, echt diep. De Britse zangeres Celeste schuurt en streelt tegelijk, zaterdagavond. Haar stem is bitterzoet en bluesy, rauw en nasaal – een expressief instrument waarmee ze onmacht, verlatingsangst en de zoektocht naar rust blootlegt. Ze spuugt haar woorden haast uit, met wijd uitgestrekte armen en trillend lichaam. Even later slaat de sfeer abrupt om in een uptempo rocknummer, scherp en direct. Het publiek in de volgepakte Maas-zaal houdt de adem in. Dit is Celeste in haar nieuwe glorie: open, intens, niet langer ongenaakbaar, maar kwetsbaar en krachtig tegelijk.
Tamelijk onverwacht wordt Celeste een adembenemende ster op North Sea Jazz. Wat een vocale kracht demonstreerde ze op het randje van het podium, zo dichtbij en persoonlijk dat het bijna ongemakkelijk werd. Gekleed in een hoofdtooi van veiligheidsspelden met een sluier en donkere, uitgeveegde zwarte oogmake-up, straalde ze broze intensiteit uit die deed denken aan Billie Holiday, Nina Simone en Amy Winehouse, met wie ze ook haar melancholische diepgang deelt. Celeste is niet langer de zangeres die zich achter perfectie verschuilt. En dus klinkt haar muziek steviger dan ooit, een retrosoulrock Woodstock gevoel. Een Bond-sfeer in ‘This Is Who I Am’, oude hit ‘Love Is Back’ klinkt optimistisch, bijna retro. Het absolute hoogtepunt? De titelsong ‘Woman of Faces’ gaat voluit en wordt emotioneel uitgekleed tot op het bot.
Sheila E. op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
2De vader van Sheila E.
Wij leerden Sheila E. via Prince kennen, maar in Rotterdam staat ze naast een man die ze nóg beter kent: haar vader Pete E(scovedo). Een lekker losse percussionist – speelde met Tito Puente en Santana – die fier rechtop staand uitermate goed meekan met de denderende funktrein van zijn dochter. In Europa optreden was een bucketlist-item dat hij twee dagen voor zijn negentigste (!) verjaardag kan afstrepen, in een show vol aanstekelijke, dik aangezette latin funk. „I’m happy to be here. I’m happy to be anywhere at ninety!”
Jacob Collier op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
3Zingen met Jacob Collier
Onderdeel zijn van het publiekskoor van Jacob Collier. Dat wil je niet per se, maar zie het maar eens te weerstaan als iedereen om je heen op zijn subtiele vingeraanwijzingen al in verschillende toonsoorten ‘Here Comes the Sun’ meezingt. De Brit toont zich deze editie een van de meest bezielde huisartiesten – niemand weet publiek zo intensief bij zijn optredens te betrekken als hij. Naast zijn concerten met band en het Metropole Orkest, ontstonden er muzikale kettingen in de geest van Bobby McFerrin’s circle singing in het publiek.
Jazzlegende Herbie Hancock op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
4De springende jazzlegende Hancock
Een sterrenstelsel aan jazztitanen dooft langzaam uit – des te meer wil men de laatsten nog zien. Herbie Hancock is er nog, en hoe: 85, vitaal, scherp, met gevoel voor show. De zaal stroomt over, tot ver buiten de dichte deuren. Hancock speelt frisse arrangementen van zijn klassiekers: ‘Actual Proof’ met de Headhunters, ‘Footprints’ eert zijn overleden vriend Wayne Shorter. Maar een hoogtepunt is de opgefriste hit ‘Rock It’. Als Hancock zijn campy keytar om zijn schouders gooit en samen met gitarist Lionel Loueke springend losgaat, lijkt hij plots weer die jonge jazzgod van toen.
DeWolff heeft hun bingokaart met festivals wel zo’n beetje vol. DeWolff kan overal. Maar als ze bij North Sea Jazz het podium opkomen zit de charismatische frontman Pablo van de Poel in een rolstoel. Een Kurt Cobaintje? Nee: hij is in Groningen van een podium gelazerd en scheurde zijn enkelband, maar rockt (en rollt) niet minder. Hilarisch hoe hij door twee man over het podium heen en weer wordt geracet tijdens zijn gitaarsolo’s.
Eerbetoon aan Wayne Shorter op North Sea Jazz. Op de foto dirigent Clark Rundell, bassist John Patitucci en drummer Terri Lyne Carrington.
Foto Andreas Terlaak
6Ode aan Wayne
De in 2023 overleden Wayne Shorter zette bij het componeren geregeld CNN aan. De wereld staat in brand. Zijn antwoord was ontsnapping, voor zijn jazzensembles mét symfonieorkest schreef hij stukken die eerder reizen leken dan composities: naar verre planeten, naar binnenwerelden. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest, voor het eerst duikend in Shorters abstracte maar gelaagde muzikale taal, klinkt aanvankelijk wat aftastend. Toch ontstaat er onder leiding van dirigent Clark Rundell een spanningsveld, geholpen door Shorters bandleden en bevriende musici als Terri Lyne Carrington. Dat in dit eerbetoon de partituur leidt, schept afstand. Maar als saxofonist Tineke Postma voor de solo haar ogen sluit weet je: dit voert terug op herinneringen.
Concert van Judith Hill
Foto Andreas Terlaak
7Het mysterie van de Congo
De Congo-tent is een beetje mysterieus: verscholen in een verre hoek achter de grootste podia. Maar als je de hoek omgaat weet je meteen of het áán is daar, dan puilt het uit en dromt de massa zich tussen de terrasstoeltjes om erbij te zijn. Zo was het vrijdag bij de funkrock van Judith Hill, voormalig Michael Jackson- en Prince-protegé met een ontzettend krachtige stem, waarvoor je een paar extra haringen in de tent zou willen slaan. Of een dag later bij de Spaanse hiphopflamenco van Queralt Lahoz, die haar stem mooi laat slangen als Rosalía, en dan weer een vette trap-beat opzoekt. En anders bij echte dansbands Ghost Note en Steam Down. De Congo blijkt ook dit jaar vaak dé plek waar het gebeurt.
Aja Monet op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
8Jazzactivisme van Aya Monet
Lange rijen voor dichter, performer, activist Aya Monet zijn logisch, ze is on fire. Met lange blauwe dreadlocks staat ze strijdbaar achter een desk vol bloemen, haar jazzband onderstreept haar woorden. De bevlogen poëzie stuitert alle kanten op: urgent, overvol, soms wat veel tegelijk. Er passeren tientallen thema’s, soms in één gedicht: racisme, feminisme, nood in Gaza, Soedan, en hoe de zorg voor de aarde veel te vaak over het hoofd wordt gezien. Maar ook: de zoete, wellustige liefde, als echtgenoot, drummer Justin Brown – „to whom I make love every night” – aansluit.
Mary J. Blige op North Sea Jazz.
Foto Andreas Terlaak
9De tijdmachines van Mary J Blige en Maxwell
Twee keer jaren negentig top-r&b op North Sea Jazz, maar wel wisselend van kwaliteit. De niet altijd toonvaste, soms zelfs schreeuwerige Mary J. Blige blijkt het meest in die tijd blijven hangen, met een band vol spierbundels, dansers met Backstreet Boys-pasjes, en gare visuals. Goed voor de tijdmachine, maar het wordt cringe als ze beelden laat zien van de gevolgen van klimaatverandering, en meteen erna een video van hoe ze zelf in haar privéjet stapt. Alles „for the fans”, zei ze.
Maar Maxwell stond écht voor zijn fans: een batterij blazende ventilatoren die zijn wapperjas een uur lang horizontaal liet staan. „De meesten van jullie heb ik in 1996 ontmoet.” Heerlijke smelt-en-glij bij tophit ‘Ascension (Don’t Ever Wonder)’.
10De klimaathamer van Anohni
Dolende visjes, een depressieve inktvis, kaal koraal. Het zijn treurige beelden die de Engelse zangeres Anohni heeft meegenomen, waarmee ze inslaat op haar publiek. „Hopelessness, I feel the hopelessness”, zingt ze. Haar kracht zit in haar sterke, ijlhoge en soulvolle stem en in de veelzijdige band The Johnsons, maar ook in de herhaling waarmee ze er op blijft hameren: de catastrofe komt sneller dan je denkt. Een artiest die je niet meteen verwacht hier, maar met de sterke boodschap (ondanks de blazende airco…) en onmiskenbare muzikaliteit een erg goede match.