Op de mannenmodeweek nauwelijks een hoodie, sneaker of sweater te zien

Een catwalk in de vorm van een gele speelgoedracebaan. Metershoge rode ‘ballonnen’. Een fanfare uit Florida en Franse dansers met vlaggen. En superster Kendrick Lamar die vanaf zijn zitplaats aan de rand van de catwalk, op zijn hoofd een ‘doornenkroon’ van juwelier Tiffany, rapte: „Virgil, where are you?”. En: „Long live Virgil.”

Spektakelshows zijn niets nieuws voor grote modehuizen als Louis Vuitton, maar die van de mannencollectie voor voorjaar 2023 was een uitzonderlijke, al was het maar vanwege de lengte: met dertig minuten was hij drie keer zo lang als de gemiddelde show.


Lees ook
Vijf manieren waarop Virgil Abloh de mode heeft veranderd

Virgil Abloh in New York, september 2021.

Virgil is natuurlijk Virgil Abloh, de Amerikaanse hoofdontwerper van de mannenlijn van Louis Vuitton die in november op 41-jarige leeftijd overleed aan kanker. Twee dagen na zijn dood werd zijn voorjaarscollectie geshowd in Miami, in januari werd de najaarsollectie voor 2022, de laatste waaraan hij officieel had meegewerkt, getoond in Parijs. Beide shows fungeerden al als herdenking. Dit was de derde. Je kunt je afvragen of dat ook het geval was geweest als Louis Vuitton al een opvolger had gevonden.

Abloh, ook de oprichter van modemerk Off-White, werd bekritiseerd omdat zijn ontwerpen soms wel erg leken op die van anderen. Evengoed waren ze fris en speels, en bovendien maakte hij het luxehuis – hij was een van de weinige zwarte creatief directeuren van een groot modehuis – een stuk inclusiever.

De nieuwe voorjaarscollectie van het achtergebleven ontwerpteam was al even vrolijk en speels, zonder opvallende referenties aan andere merken. Tamelijk klassieke jassen en pakken werden opgevrolijkt door bloemenborduursels of knopen in de vorm van bloemen. Een pak van kant, hoedjes van papier die niet van papier waren maar van leer, een motorcrossjack dat eruitzag alsof je er via een lachspiegel naar keek. Mouwen met gehaakte logo’s erop, een tas in de vorm van een fortune cookie. Een paar modellen droegen een rok, een kledingstuk dat een steeds geaccepteerder onderdeel van de mannengarderobe aan het worden is.

Dior Men, Hermès, Paul Smith

Outdoorkleding

Het eren van een overleden voorganger is vaste prik bij de collecties van Kim Jones voor Dior Men; elke keer staat weer een aspect uit leven van Christian Dior (1905-1957) centraal. Ditmaal de tuin van het huis in de Franse kustplaats Granville waar de couturier opgroeide. In de in een park geplaatste tent was daarom een grote bloementuin aangelegd, met daarachter een geschilderd zeezicht.

Geen bloemen in de collectie, wel elegante variaties op outdoorkleding: korte shortjes met wielershorts eronder, camouflagejacks, enkelhoge rubber laarzen en open rubber schoenen. Daarnaast veel lichte jasjes en pakken, zowel qua materiaal als kleur. .

Tijdens de lockdowns werden in de mode-industrie plannen gemaakt om voor-taan duurzamer te werken. Als die plannen al zijn doorgevoerd, dan was er tijdens de Parijse mannenmodeweek voor voorjaar 2023, de eerste Franse modeweek zonder coronamaatregelen, weinig van te merken. Op het uitgedeelde water na, dat niet in plastic flesjes zat maar in een kartonnen verpakking. En de uitnodigingen, die vooral digitaal werden verstuurd – al kan dat ook een bezuinigingsmaatregel zijn geweest.

Y/Project, Hed Mayner, Walter Van Beirendonck

Een belangrijke trendbreuk was er wel. Het gehang in joggingpakken en andere gemakskleding tijdens de lockdowns heeft, in elk geval volgens de ontwerpers, een einde gemaakt aan de streetweargolf die de mannenmode jarenlang heeft beheerst. Er was nauwelijks meer een hoodie, logosweater of zelfs maar sneaker te vinden op de catwalk.

Wel volop aanwezig: het soort dunne en vaak ongevoerde pakken dat Dior bracht – Paul Smith bijvoorbeeld had ook erg geslaagde, met overdwars grote strepen erop in zachte kleuren – en sensuele korte, wijde broekjes met elastiek in de taille, die, zoals Hermès liet zien, ook prima gecombineerd kunnen worden met een jasje.

De lage kunststof schoenen van Dior stonden evenmin op zichzelf; plastic of rubber schoenen die eruitzien alsof ze uit een 3D-printer komen zouden zomaar dé nieuwe zomerschoenen kunnen worden.

Een opvallende terugkeer maakte denim, vaak in de vorm van tweedelige, oversized pakken – een jack en een broek. Bianca Saunders, een jonge Britse ontwerper die voor de tweede keer in Parijs showde, had zulke spijkerpakken. Ze had meer casual variaties op het pak: mouwloze, gebreide tops met bijpassende broeken, en coltruien met jassen en broeken met hetzelfde kleurige dessin.

Twinset

Glenn Martens, de hoofdontwerper van het avant-gardistische Y/Project is tegenwoordig ook creatief directeur van Diesel, dus dat hij veel denim gebruikte in zijn collectie – voor mannen én vrouwen – is niet verwonderlijk. Hij wist er verrassende dingen mee te maken: krappe, korte jasjes met applicaties en een rits over een al even strakke, bijpassende top, als een nieuw soort twinset; een wit shirt met een trompe-l’oeil van de bovenkant van een jeans die perfect aansloot bij de spijkerbroek die eronder werd gedragen; lange jurken met een afbeelding van een halve spijkerbroek erop, een denim jurk met een ruitpatroon van rafels.

In tijden van oorlog en dreiging willen modehuizen nog weleens grijpen naar militair geïnspireerde kleding. Het tegendeel was dit keer het geval: veel collecties neigden naar het romantische. Modellen in de show van de Israëlische ontwerper Hed Mayner droegen gesteven lange blouses, jurken en broeken van witte katoen, dat was afgezet met broderie anglaise. Bij Walter Van Beirendonck kwamen onder zwarte ‘spoken’, die bij aanvang van de show omhoog werden gehesen, modellen tevoorschijn in goudkleurige overalls en blouses en shorts met ruches. Romantisch-decadente zonnekoningmode met een boodschap. ‘Don’t fly too close to the sun’, stond er op een hemdje – een oorlogsverklaring tegen „het monster dat hebzucht heet”.


Lees ook
Man, durf jezelf eens vrouwelijker te kleden

V.ln.r. Rapper en zanger Lil Nas X, zanger Harry Styles, acteur Billy Porter en zanger Damiano David

Bij Rick Owens liepen de modellen wel heel dicht bij de zon, of tenminste: de drie grote vuurballen die door een kraan een voor een in de fontein waaromheen de show plaatsvond werden gehesen en daar doorbrandden. Owens’ collectie was elegant, op zijn eigen, onnavolgbare manier. Broeken en laarzen werden naar beneden toe breder, jasjes waren gemaakt van doorzichtig leer (!) en ander transparant synthetisch materiaal, er waren strakke rokken en een lange, gewatteerde jurk. Een paar outfits waren uitgevoerd in knalkleuren als felroze en gifgroen– uitzonderlijk in het doorgaans zwart-grijs-beige-witte universum van Owens.

Dries Van Noten gaf zijn eerste modeshow sinds het begin van de pandemie op het dak van een parkeergarage. Die begon met variaties op het klassieke krijtstreeppak, in de wijde snit van les zazous, een Franse subcultuur uit de jaren veertig, gecombineerd met een zalmkleurig tricot hemdje of een dito ‘tube dress’ erover gedragen: een gedurfde, verrassende, tikje zwoele combinatie van klassiek mannelijk en vrouwelijk. Net zo spannend was de combinatie van een dunne korte short, hemdje met spaghettibandjes en westernlaarzen. Daarnaast zaten in de collectie veel rave-waardige outfits: vrolijk gekleurde broeken en jacks die een mengsel leken van trainingspakken en motorcrosspakken, capes en jacks met een print met grote letters, gestreepte pyjamabroeken

Rick Owens, Dries Van Noten, Craig Green

Stijgbeugels

Een hoogtepunt was de show van Craig Green, een Britse ontwerper die tegenwoordig in Parijs showt. In elke outfit zat wel een origineel idee: stijgbeugels en op de rug gebonden ladders als accessoires; uitstekende stukken band aan de zijkant van kledingstukken, zodat het leek alsof het model kleding voor een papieren aankleedpop aanhad; mengvormen tussen vlieger en cape; chokers met een tikje medische en daardoor wat sinistere uitstraling. Maar door de perfecte uitvoering van de stukken, en doordat bijna alle outfits in een kleur (wit, roze, saliegroen) waren gehouden, kreeg je nooit het gevoel dat je alleen naar experimenten keek: dit was mode.
Zelfs de draagbaarste kledingstukken – jeans met een bijpassend denim hemd – waren verre van gewoon, dankzij flinke, met metalen ringen afgewerkte gaten, die net onder een bil en een tepel waren geplaatst.
.