Qatar hekelt ‘destructieve’ houding van Netanyahu na gelekte geluidsopnames
Qatar vindt dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu met zijn „onverantwoorde en destructieve” uitspraken de onderhandelingen over een staakt-het-vuren en de vrijlating van gijzelaars ondermijnt. Israëlische media publiceerden dinsdag een gelekte geluidsopname waarin Netanyahu de rol van Qatar „problematisch” noemde. „In essentie verschilt Qatar niks van de Verenigde Naties en het Rode Kruis”, zei hij. Israël beschuldigt beide organisaties ervan partijdig te zijn in het conflict.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Qatar zei donderdagavond bij monde van een woordvoerder op X „geschokt” te zijn over Netanyahu’s uitspraken. „Als Netanyahu dit echt heeft gezegd, dan zijn de uitspraken onverantwoord en ondermijnen ze de pogingen om onschuldige levens te redden.”
Het akkefietje vindt plaats te midden van zeer gevoelige onderhandelingen tussen Israël en Hamas over een staakt-het-vuren en de vrijlating van gijzelaars. Intussen gaan de gevechten in Gaza door, het zuiden van de strook als zwaartepunt. Israël heeft de uitgesproken ambitie om Hamas te elimineren. Na drieënhalve maand blijkt daar een lange oorlog voor nodig te zijn — als het al mogelijk is. Amerikaanse inlichtingendiensten schatten in dat Hamas nog ruimschoots voldoende strijders en wapens overheeft.
Casper van der Veen
Welkom in dit blog
In dit blog volgt NRC de oorlog tussen Israël en Hamas en de spanningen in het Midden-Oosten die daarmee te maken hebben. Ons vorige blog kun je hier teruglezen.
Seks. Nergens is het samenspel tussen lijf, psyche en hormonen zó duidelijk als bij het liefdesspel. En over weinig is meer gebrek aan kennis bij vrouwen. „En het maakt echt niet uit welke achtergrond of cultuur iemand heeft, welke opleiding ze heeft gehad”, zegt klinisch psycholoog en seksuoloog Bianca van Moorst.
Elke dag ziet Van Moorst (59) de gevolgen van dat gebrek aan kennis bij de vrouwen in haar spreekkamer in ziekenhuis OLVG in Amsterdam. Net als haar collega’s, psychiater Mireille Boerma en gynaecoloog Dorenda van Dijken, met wie ze veel samenwerkt, onder meer op de menopauzepoli. Daarom schreven ze samen een boek, Brein, hormonen, seks. Over de levensfases van een vrouw.
Van Moorst: „De invloed van hormonen op klachten van vrouwen, zoals stress-, schildklier- of geslachtshormonen, reikt zo veel verder dan de overgang. Al van jongs af aan hebben ze invloed, op het brein, het lijf, de psyche en op de seksualiteit.”
Weten artsen en psychologen dat ook?
„Zorgverleners kijken vaak nog sterk vanuit hun eigen vakgebied naar een klacht. We zien die multidisciplinaire blik gelukkig wel steeds meer komen. Maar ook voor de jonge psychologen in opleiding die ik lesgeef is het echt een eyeopener dat ze bij hun vrouwelijke patiënten moeten vragen naar hun menstruele cyclus en hormonale anticonceptie. Geslachtshormonen, oestrogeen, progesteron en testosteron hebben soms invloed op psychische klachten. Dat begint pas net een beetje door te dringen.”
Nog steeds hebben vrouwen minder zin, meer pijn en minder vaak een orgasme tijdens seks dan mannen
Er is steeds meer bekend over vrouwelijke seksualiteit, zoals over de anatomie van de clitoris. Hebben meer vrouwen goede seks nu?
„Volgens de laatste cijfers van de Rutgers stichting is dat nog steeds niet zo. Nog steeds hebben vrouwen minder zin, meer pijn en minder vaak een orgasme tijdens seks dan mannen. 27 procent van de vrouwen tussen 18 en 80 jaar heeft last van pijn tijdens seks waarbij de penis in de vagina gaat. Zelfs bij vrouwen onder 25 jaar is dat zo.”
Dat is veel. Wat speelt er dan bij jonge vrouwen?
Als het pijn doet, ga je te snel. Veel vrouwen, en ook hun partners, weten eigenlijk niet zo goed wat ze nodig hebben om seksueel opgewonden te raken. Pas als je echt opgewonden bent zwellen je vulva, vagina en clitoris en wordt je vagina vochtig. Als je dan ook de bekkenbodemspieren ontspant, kan de penis pijnloos naar binnen. Soms heb je als vrouw gewoon meer tijd nodig.
„Het kan zijn dat de ander sneller wil dan jij. Of dat je het eigenlijk helemaal niet wilt. Veel jongeren vinden het lastig om het daar samen over te hebben. Wat ik schrikbarend vind: dat een heleboel jonge meiden bij die eerste keer penis-in-vaginaseks pijn ervaren en dat ook normaal vinden.”
Dat hoort er toch ook een beetje bij?
„Nee! Ook die eerste keer hoort geen pijn te doen. Dan speelt precies hetzelfde mechanisme. Dat maagdenvlies is ook zo’n fabeltje. Dat is geen vlies, het is een soort manchetje dat gewoon mee beweegt. Dat scheurt niet. Het blijft vaak zelfs na bevallingen nog zichtbaar. Het bloedverlies dat sommige vrouwen bij de eerste keer hebben komt door penis-in-vaginaseks zonder voldoende opwinding. Dan kan de ingang van de vagina onderaan een beetje scheuren. En zo zijn er nog zoveel mythes over seksualiteit.”
Waardoor ‘loopt’ die opwinding soms niet?
„Seks is net als elke emotie: er is een prikkel en daar gaat ons brein op aan. Dat kan iets zijn wat je ziet, hoort of ruikt, of een herinnering of fantasie. Je brein stuurt bij zo’n seksuele prikkel direct meer bloed naar je geslachtsdeel. Dat gebeurt onbewust, de hele dag door gaat het aan en uit.
„Soms, als je je er wel bewust van bent en de context is geschikt, kun je die beginnende seksuele opwinding groter laten worden. Er is veel nodig om dat goed te laten gaan. Een gezond functionerend lijf natuurlijk, maar ook psychische rust. En de juiste omgeving. Dat wordt erg onderschat. Ik hoor zo vaak: de deur van de slaapkamer staat altijd open, want de kinderen moeten binnen kunnen komen. Of: ik heb geen gordijnen.”
Seks zou moeten zijn als shared dining, met allerlei lekkere hapjes om te delen
Wat is de grootste mythe over seks?
„Dat seks bestaat uit voorspel, penis-in-vaginaseks met hopelijk een orgasme, naspel. Zoals je in een restaurant vroeger altijd een voorgerecht, een hoofdgerecht en een toetje kreeg. Door alle generaties hoor je dat nog, vooral onder heteroseksuele mensen natuurlijk.
„Maar seks zou veel meer moeten zijn als shared dining. We nemen allerlei verschillende lekkere hapjes en die delen we. En het ene vind jij iets lekkerder, dat mag jij een beetje meer. Het andere vind ik lekkerder, dat krijg ik wat meer. Penis-in-vaginaseks kan dan één van de opties zijn, maar niet de enige optie.”
Hebben vrouwen minder zin in seks dan mannen?
„Vrouwen scoren in de onderzoeken lager op seksueel verlangen dan mannen. De vraag is alleen: wáár hebben ze dan geen zin in? Dat blijft een belangrijke vraag. Ik probeer vrouwen met seksuele problemen te leren uitvinden: Wat vind jij leuk? Waar heb jij behoefte aan? Veel vrouwen in de overgang zijn te moe door slaaptekort, of hebben bijvoorbeeld geen zin in die enorme opvliegers tijdens seks. Maar de meeste vrouwen zouden wel nog zin hebben in hand in hand lopen, tegen elkaar op de bank zitten, knuffelen of meer.”
Bij een kwart van de vrouwen rond de overgang doet penetratie te veel pijn. De vaginawand wordt droger en dunner door de daling van oestrogeen. Maar dat is niet de boosdoener, schrijven jullie?
„Nee. Ook vrouwen met die kwetsbare huid kunnen prima penis-in-vaginaseks hebben als ze voldoende tijd nemen om goed opgewonden te raken en ze hun bekkenbodem kunnen ontspannen.”
Het ontbrekende oestrogeen aanvullen met hormoonsuppletietherapie helpt toch vaak goed?
„Het is altijd én biologie én psyche én relationeel. Soms kan je eerst beginnen met lokale hormoontherapie om de vagina soepeler en beter doorbloed te maken. Maar zin en opwinding komen niet uit een potje. Veel dokters geven lokaal oestrogeen en hebben het nooit meer over de seks. Of erger nog, een pijnstillende crème met lidocaïne, zodat vrouwen met ‘verdoving’ maar zonder opwinding penis-in-vaginaseks kunnen hebben. Dan laat je vrouwen in de kou staan. De vicieuze cirkel, van angst voor pijn, waardoor je je bekkenbodem aanspant en niet meer opgewonden raakt, is soms daarmee niet te doorbreken. En dan moeten we naar die andere factoren kijken.
„Ook zonder hormonen kun je plezier aan seks beleven. Dat zien wij bijvoorbeeld bij vrouwen met hormoongevoelige borstkanker. Zij krijgen langdurig hormoonremmers waardoor er minder oestrogeen en testosteron aangemaakt wordt. En dat is killing voor je stemming en voor je seks. Ze zijn knettermoe en de seks komt traag als een stoomtrein op gang, áls het al op gang komt.
„Die vrouwen mogen we geen hormoontherapie geven, soms ook niet lokaal. Maar als ze meer tijd nemen, met hun partner zoeken naar wat nog wél fijn is, dan komt bij een deel van die vrouwen die seksuele respons weer op gang. Dan moeten stellen misschien hun gebruikelijke seksuele repertoire wat bijstellen. Maar als ze die omslag kunnen maken zijn ze vaak heel blij.”
Zijn er ook vrouwen die na de overgang juist meer zin krijgen?
„Zeker! Dat heeft vaak met die context te maken. Die vrouwen beschrijven vaak dat ze nu meer tijd hebben met hun partner, de kinderen zijn uit huis. Vrijen hoeft niet meer pas ’s avonds na elf uur, het kan gewoon lekker tussen de middag. Het zijn vaak vrouwen die inmiddels echt zelf wel weten hoe hun lijf werkt, met partners met wie ze het er samen over hebben. Je ziet bij ouderen dat misschien de frequentie wat anders wordt, maar de kwaliteit soms juist beter.”
Kijk, hier word ik minder gelukkig van.” Wijkbeheerder Werner (52) stapt met een dikke sleutelbos het halletje binnen van een appartementencomplex in het hart van Crooswijk en inspecteert de toegangsdeur. „Deze hoort niet zomaar open te gaan.” Hup, richting gemeenschappelijke binnenplaats, waar tussen de geparkeerde auto’s een bankstel is gedumpt – „waarom niet aangemeld bij het grofvuil?”. Wijzend naar de vele peuken op de grond: „Hangjongeren”.
In dienst van woningcorporatie Havensteder bezoekt Werner – „liever geen achternaam” – dagelijks zulke complexen. Eerst op Zuid, later in het centrum van Rotterdam en nu zo’n vijf jaar in Crooswijk, een vooroorlogse arbeiderswijk met veel armoede. Werner kent hier elke berging, elk portiek. En hij weet: je hebt overal huurders die vertikken het grofvuil aan te melden. Of het halletje volstouwen met fietsen, soms hele schoenenkasten, waardoor de nooddiensten er niet meer langs kunnen.
En dan bel je als wijkbeheerder even aan. ‘Goh, meneer, mevrouw… volgende keer graag 14010 bellen voor het grofvuil’. Of je plakt er een stickertje op. ‘Dit hoort hier niet thuis’. Zoals Werner ook stickertjes met een duimpje plakt als de boel piekfijn in de orde is: ‘Bedankt!’. En dan gelijk in alle brievenbussen een reep chocolade. Goed gedrag belonen. Want van 90 procent van de huurders – „je zou ’t bijna vergeten” – hoor je niets. Het is een kleine groep „die de aandacht vraagt”.
En ja, hij kent collega’s die geneigd zijn zo’n halletje direct te ontruimen. Maar als je er zes fietsen uitrukt „heb je met zes mensen ruzie”. En de weerstand die dat oproept, van spugen tot schelden, zelfs bedreiging, vindt Werner het niet waard. Hij is geen politieagent, maar sociaal wijkbeheerder, met de nadruk op sociáál. Liever gaat hij met huurders in gesprek.
Alleen: wat als in de gemeenschappelijke ruimte geen fietsen staan, maar… Werner wijst op een houten box in de hoek van het halletje, aan de binnenkant bekleed met isolatiemateriaal. Staat er óók al een tijdje. „De afzuiger van een wietplantage.”
Grote kans dat ergens in dit appartementencomplex, vier verdiepingen hoog, een kwekerij zit. En ja, ook op deze box heeft Werner een stickertje geplakt: ‘Dit hoort hier niet thuis’. Maar wíl hij eigenlijk wel weten wie de eigenaar is? En is het dan zíjn taak om vervolgens aan te bellen bij de huurder, misschien wel een zware crimineel? ‘Goh meneer, mevrouw… 14010’.
In dienst van woningcorporatie Havensteder bezoekt Werner appartementen in de vooroorlogse wijk Crooswijk.
Foto Hedayatullah Amid
Onbegrepen gedrag
Twee kilometer verderop, op het hoofdkantoor van Havensteder, valt bestuurder Sander Uiterwaal direct met de deur in huis: „Een deel van onze wijkbeheerders loopt liever niet meer in bedrijfskleding. Die rijdt liever ook niet meer rond in een auto met ons logo.” Het gaat om een minderheid van de medewerkers, maar stilaan zwelt hun aantal aan.
Soms op aanraden van de politie. En Uiterwaal begrijpt het. „Maar het lastige is: het leidt tot een terugtrekkende beweging, terwijl je als woningcorporatie in de wijk juist zo zichtbaar mogelijk wilt zijn.”
In een veranderende samenleving verandert ook de rol van de wijkbeheerder.
Havensteder, dat in heel Rotterdam sociale woningbouw verhuurt, van Zuid tot Vreeswijk, Ommoord, Lombardije, Noord, Crooswijk en Capelle aan den IJssel, telt circa veertig wijkbeheerders en elf tot twaalf huismeesters, op zo’n 42.000 huurders. Zij zijn de ogen en oren van de corporatie en het aanspreekpunt voor de huurder. Je kunt niet om ze heen, want elke nieuwe bewoner krijgt een huisbezoek en een tasje met belangrijke telefoonnummers en folders over opzoomeren, verduurzamen en – in Crooswijk – als kleine „geste” een cadeaubon van 10 euro voor de supermarkt om de hoek.
Met als motto ‘schoon, heel, veilig’ heeft het wijkbeheer van Havensteder van oudsher een ondersteunende taak. Letten op kapotte ruitjes en deurbellen, een verdwaalde vuilniszak. Alles repareren wat je met de multitool kan fiksen, luidt de vuistregel, en voor het overige belt een wijkbeheerder de technische dienst. Daarnaast hangt zijn of haar portretfoto met algemeen telefoonnummer in tal van portieken, zo zichtbaar mogelijk, voor meldingen van overlast, vandalisme, zorgen om een buur. En ook voor sociale projecten is de wijkbeheerder de aangewezen persoon.
Een fijnmazig netwerk, juist in Rotterdam, waar ooit iemand tien jaar dood in huis lag zonder dat de buren het wisten. Sindsdien is het belang van zulk opbouwwerk in de hele stad erkend.
Hoe veilig ben je nog als je als wijkbeheerder per ongeluk een drugspakket in de meterkast aantreft?
Maar dat netwerk, zien ze bij Havensteder, staat onder druk. Bestuurder Uiterwaal ziet het aantal huurders met „onbegrepen gedrag” toenemen omdat mensen niet meer in een instelling verblijven maar langer thuis wonen – onder meer door bezuinigingen in de zorg. Dat zijn dementerende ouderen, maar ook mensen met onberekenbaar en/of agressief gedrag. Hij ziet ook de woonfraude toenemen – onderhuur, overbewoning – als gevolg van het landelijk woningtekort. En wat te denken van verhuftering en verharding van de drugscriminaliteit? Hoe ga je daar als woningcorporatie mee om?
Meest zichtbaar is de reeks ontploffingen met Cobra’s bij voordeuren: die had je voorheen nooit; afgelopen twee jaar telde Havensteder er ruim veertig. „Ruim 3,5 ton schade”, zegt Uiterwaal. „Aan portieken, bellen, brievenbussen.” Maar veel vervelender, zegt hij, is de onrust die zoiets veroorzaakt in een appartementencomplex. „Na elke explosie belt de hele flat ons op. Zijn we hier nog wel veilig?’ ‘Ik wil verhuizen!’” En eerst leek het nog te gaan om misgelopen drugsdeals, maar nu is een uit de hand gelopen ruzie al genoeg reden voor zo’n explosie.
Minstens zoveel impact hadden de incidenten die medewerkers van Havensteder het afgelopen jaar hebben meegemaakt. Er werd een huismeester bedreigd met een pistool omdat ze in een berging twee inbrekers op heterdaad betrapte. Twee medewerkers werden korte tijd gegijzeld door een bewoner toen ze binnenkwamen voor een klusje – „categorie stortbak repareren”. En in complexen waar een drugslab is opgerold, of een illegaal bordeel, ervoeren medewerkers bedreiging en intimidatie. En vergeet ook niet de vele incidenten met huurders met een kort lontje.
Voor bewijs daarvan hoef je maar een blik te werpen op de gevel van het kantoortje waar Werner deze ochtend zijn ronde begon. De ‘Wijkhub’ aan de Boezemstraat in Crooswijk, waar behalve Havensteder ook de gemeente een aanspreekpunt heeft voor bewoners: de ruiten zijn ingegooid, alle vijf.
Een burger kwam verhaal halen, vermoedelijk nadat z’n uitkering was ingetrokken, zegt Werner. „Maar er bleek niemand meer van de sociale dienst aanwezig. En toen richtte-ie zijn agressie op een collega, en daarna op de buitengevel.” Hup, klinker lostrekken en één, twee, drie, vier, vijf ruiten. Hoofdschuddend: „Na één voel je de ontlading, toch?” En het nare: zijn collega zit nu al weken ziek thuis.
Foto Hedayatullah Amid
Gelukkig is hij liever onderweg, de wijk in. Werner, al twintig jaar sociaal wijkbeheerder, is voor twaalfhonderd huurders in de wijk het gezicht van de woningcorporatie. Hij ziet zichzelf vooral als „community builder”. Zo poogt hij nu in een leeg winkelpand in Crooswijk een ‘warme huiskamer’ te creëren, waar bewoners terecht kunnen voor koffie of een filmavond. Broodnodig, bleek bij de laatste energiecrisis. „Toen hadden we ook zo’n plek en liep het storm omdat veel bewoners hun verwarming hadden uitgedraaid.”
Werner is geen hulpverlener of psycholoog, maar hij voelt zich er soms wel een. Sinds het aantal huurders met een hulpvraag toenam terwijl de zorg juist verschraalde, let hij extra op ramen waar de gordijnen langdurig gesloten zijn. Of waar de post ophoopt. Sommige bewoners verwijst-ie door naar de woonconsulent, als het niet goed gaat. En om psychische problemen op tijd te leren signaleren heeft Werner nu ook een first aid mental health-cursus gevolgd.
Aangifte
En ook hij is wel eens uitgescholden. Maar dat is ook wel typisch ‘Crooswijk’, een echte volksbuurt. „Hier schelden ze je eerst de tyfus en dan zeggen ze: ja, maar niet jij hè… Hávensteder.” Wantrouwen jegens instituties: ook dat zien ze bij de woningcorporatie toenemen.
„Kijk, hier hang ik.” Werner wijst naar zijn foto in een van de portieken in Crooswijk. Zijn vak draait om zíchtbaarheid, „je bent het cement tussen de stenen”. Maar sommige van zijn collega’s voelen zich daar niet meer prettig bij. Die gaan zonder bedrijfstenue over straat en doen geen aangifte meer onder hun eigen naam, zoals van gebroken ruiten of vandalisme.
Eerst vond Werner dat allemaal maar flauwekul, maar inmiddels doet hij zelf ook vaak liever aangifte namens Havensteder. Want Werner is niet naïef. Ook hij ziet in deze wijk jongens op dure fatbikes waarvan-ie zich afvraagt: zijn die wel eerlijk verdiend? En als je dan hoort over al die drugsvangsten in de haven en beseft hoeveel geld erin omgaat. „Hónderden miljoenen; een keiharde wereld.” Dus je kijkt als wijkbeheerder wel twee keer uit. Want hoe veilig ben je nog als je, zoals een collega laatst, per ongeluk een drugspakket in de meterkast aantreft?
Op de binnenplaats zijn verschillende bewoners een eigen moestuin begonnen.
Foto Hedayatullah Amid
Geef corporaties meer bevoegdheden in de aanpak tegen ondermijning, is de boodschap die Aedes, de landelijke koepel voor woningcorporaties, al een tijdje in Den Haag verkondigt. Want de incidenten die de bestuurders van Havensteder zien, spelen overal in het land. Sociale huurwoningen worden door criminelen gebruikt voor de productie en opslag van drugs, geld, wapens. Dat leidt niet alleen tot risico’s voor buren, maar óók voor de medewerkers van woningcorporaties.
Die komen nu nietsvermoedend langs vanwege een overlastmelding of een lekkende kraan, terwijl een huurder mogelijk vuurwapengevaarlijk is. En soms weet de politie dat al wél, maar die mag zulke gegevens vanwege de privacywetgeving niet delen met een woningcorporatie. En dat steekt, zegt Aedes. Want sinds nieuwe wetgeving vorig jaar is het delen van zulke gegevens onder zwaarwegende omstandigheden, zoals fraude of zware criminaliteit, wel mogelijk met onder meer de gemeente en de ggz, die onderdeel zijn van de zorg- en veiligheidshuizen. Maar corporaties zijn bij zulke overleggen formeel geen partij.
Vuurwapengevaarlijk
Het risicogedrag van een huurder kan Havensteder vooralsnog alleen opmaken uit de meldingen in haar eigen systeem. Omdat een buurman heeft geklaagd, of omdat een huurder agressief is geweest aan de telefoon. En de zware gevallen worden soms mondeling overgedragen tussen wijkagent en wijkbeheerder tijdens een algemene schouw. „Maar liever zou je zulke signalen delen in een casusoverleg”, zegt bestuurder Uiterwaal. „Juist omdat je dan wél het gezicht in de wijk kunt blijven, desnoods met een veiligheidsknop.”
„Wíl je alles weten?”, zegt Werner, op de stoep turend naar het appartementencomplex waar de afzuiger van de wietplantage in het halletje staat. In hetzelfde complex zijn het afgelopen jaar al twee woningen door de burgemeester gesloten én heeft in de parkeergarage een autobrand gewoed. „Drugsgerelateerd. Vermoedelijk.”
Het gaat mij erom: kan ik ergens veilig naar binnen en kom ik er ook weer veilig uit?
Of een huurder vuurwapengevaarlijk is, zou Werner inderdaad wel willen weten. En psychotisch? „Als ik kom voor een kapotte wc-pot? Nou, op zich… Het gaat mij erom: kan ik ergens veilig naar binnen en kom ik er ook weer veilig uit? Desnoods met z’n tweeën.” Maar álles weten maakt ook kwetsbaar, chantabel. En hij heeft ook geen behoefte aan camera’s of bodycams. „Allemaal schijnveiligheid.”
Nee, de échte veiligheid in een buurt, zegt Werner, zit in iets anders. „Kom maar mee.”
Hup, het hoekje om, waar Werner de deur van een berging opent en dwars door een donker smal gangetje langs kelderboxen loopt – „op zulke plekken hoor je nog wel eens de tondeuse van een illegale kapsalon” – tot aan een deur die grenst aan dezelfde binnenplaats als die waar de peuken lagen, het gedumpte bankstel en de afzuiger van de wietplantage.
Alleen, hier, aan de andere kant van het hek, gaat de deur open tussen de druivenranken en staan bewoners te kletsen in de moestuin. Ze verbouwen tomaten, peper, peterselie, bosui, overal is het brandschoon en tussen de tuintjes staan magnolia’s.
„Drie dames zijn hiermee begonnen”, zegt Werner, die een van hen begroet. „En nu zijn er zeven bewoners met een eigen moestuin. Afghaans, Colombiaans, Turks, Marokkaans. Die zetten de stoelen en tafels bij elkaar en drinken hier tot elf uur ’s avonds koffie. Terwijl, dit was ooit onderhoudsarm gemeentegoed.”
En nee, zoiets kun je als woningcorporatie niet verzinnen, zegt Werner, dan wordt ’t niks. Dit moet echt ontstáán. „Vanuit de bewoners zelf. Dat is de kracht ervan. En misschien met hier en daar een duwtje van ons.” Hij kan namens de corporatie goeie tuinaarde aanleveren. En vorig jaar een kraantje. „2.000 euro aan kosten, maar ik heb er voor 20.000 euro lol aan.” En zo krijgen de bewoners ook het gevoel dat dit hún buurt is. „Eigenaarschap creëren, daar draait het om.”
Het aantal vermisten na de overstromingen in Texas, specifiek in het zwaarst getroffen gebied Kerr County, is gedaald naar drie. Dat meldden lokale autoriteiten uit het district op zaterdag. Eerder werd nog over 101 vermisten gesproken, van wie 97 in Kerr County.
Veel mensen die eerder als vermist waren opgegeven na de overstromingen begin juli, zijn veilig teruggevonden en van de lijst verwijderd. Van enkele andere vermisten zijn de lichamen gevonden. Bij de overstromingen op 4 juli zijn er in heel Texas 135 mensen omgekomen. Kerr County, in de buurt van San Antonio, telde 116 slachtoffers.
De Guadalupe-rivier trad op 4 juli in Kerr County binnen een paar minuten buiten haar oevers. Het is ook de plek waar Camp Mystic lag, het zomerkamp waar tientallen meisjes en hun begeleiders verbleven. Velen kwamen om het leven. Een aantal dagen na de overstroming werd nog naar vijf van het kamp gezocht. Onduidelijk is of de vermisten terecht zijn.
Lees ook
Zo’n extreme stijging van het water in de Guadalupe zagen ze in Texas niet aankomen