Slechts 57 van de 342 Nederlandse gemeenten verwachten na 2026 genoeg geld te hebben om hun wettelijke taken uit te kunnen voeren. De gemeenten rekenen erop dat zij dat jaar samen een structureel begrotingstekort van 1,1 miljard euro hebben.
Daarvoor waarschuwt accountantskantoor BDO in zijn jaarlijkse doorlichting van gemeentelijke financiën. De accountant bekeek de jaarrekeningen en meerjarenbegrotingen tot 2027 van alle gemeenten en signaleert „een overwegend rood gekleurd financieel landschap”.
Op het eerste gezicht lijkt het goed te gaan met de gemeenten. In 2022 hadden ze samen een overschot van 3,9 miljard euro. Vooral in Noord-Holland, Zeeland en Limburg was geld over. Dat komt deels door personeelskrapte, waardoor sommige projecten niet uitgevoerd kunnen worden. En deels doordat gemeenten bezuinigingen verwachten en daarom geen nieuwe projecten beginnen.
Want in 2026 verandert de manier waarop het Rijk ze financiert; het heeft een bezuiniging van 3 miljard euro ingeboekt. De taken die gemeenten krijgen, zoals de energietransitie en woningbouw, zijn intussen groter en meerjarig geworden. Daarvoor moeten langetermijninvesteringen gedaan worden.
Lees ook
‘De gemeenten 3 miljard korten, gaat álle ministeries pijn doen’
Bezuinigingen
„De balans is zoek”, zei Rob Bouman, partner bij BDO, dinsdagochtend. Hij waarschuwde voor bezuinigingen. Klappen vielen tot nu toe vaak bij sport en cultuur, terreinen waarop gemeenten een grote mate van financiële autonomie hebben. BDO vermoedt dat nu ook jeugdzorg, infrastructuur, de openbare ruimte en openbare orde en veiligheid geraakt worden.
De accountant signaleert verder dat de verwachtingen van Rijk en gemeenten voor de komende jaren uiteenlopen. Zo’n 70 procent van de gemeentelijke inkomsten komt van het Rijk – eigen belastingen vormen maar een klein deel – en die zijn gekoppeld aan investeringen van de landelijke overheid. Hoe meer investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en onderwijs, hoe meer er in het Gemeentefonds komt. Bij lage landelijke investeringen gaat minder geld naar gemeenten. Maar het Gemeentefonds wordt per 2027 gekoppeld aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Het Rijk denkt dat dit voor meer stabiliteit zorgt.
Gemeenten vrezen echter dat de zorgkosten door vergrijzing sneller stijgen dan het bbp. Daardoor is meer geld nodig voor uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning, een gemeentelijke taak. Bovendien zijn ze bang dat stijging van lonen en prijzen onvoldoende wordt gecompenseerd.
Daarnaast zorgt de formatie voor onzekerheid. Onbekend is nog welke plannen een nieuw kabinet heeft met het Gemeentefonds. In de zomer moeten gemeenten de meerjarenbegroting voor 2025-2028 opstellen, en die moet wettelijk voor 15 november sluitend zijn en goedgekeurd door de gemeenteraad. Bouman: „Dan moet je als gemeente wel weten waar je aan toe bent.”
Doodzonde
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten riep vorig jaar gemeenten op om uit protest geen sluitende meerjarenbegrotingen in te dienen om de tekorten inzichtelijk te maken. „In het verleden werd een niet sluitende begroting als een doodzonde beschouwd”, zei Bouman. Officieel moet de provincie als toezichthouder dan ingrijpen.
BDO maakte ook opnieuw een ranglijst van alle gemeenten naar financiële staat. Het minst gezond zijn in dat opzicht Amersfoort, Heerlen, Eijsden-Margraten en Vlieland. Het gezondst zijn Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Noordoostpolder en Valkenburg aan de Geul. Het is de zesde keer dat het accountantskantoor alle gemeenten financieel onderzocht.