De allerergste kaart, zegt Henk van Houtum, is misschien wel die van Frontex. Dit Europees grens- en kustwachtagentschap publiceerde ten tijde van de zogenoemde vluchtelingencrisis in 2015 een kaart waarop de ongedocumenteerde migratie naar de Europese Unie weergegeven wordt met dikke, rode pijlen. De grootste pijl, duidend op mensen die de EU vanuit het Midden-Oosten benaderen, loopt in de breedte van Napels tot Wit-Rusland.
Van Houtum, hoogleraar politieke geografie en geopolitiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen, publiceerde vorige week het boek Free the map, waarin hij uiteenzet wat de beperkingen zijn van een standaard wereldkaart en wat de politieke en maatschappelijke impact daarvan is op ons wereldbeeld. Wanneer hij over het Frontex-kaartje begint, weet Van Houtum amper waar hij moet beginnen met uitleggen wat er mis mee is.
Ten eerste: op deze kaart lijkt het alsof ongedocumenteerde migranten de enigen zijn die bewegen op de wereld. „Alsof burgers allemaal stilzitten. Daar gaat de suggestie van uit dat die bewegende mensen hier niet horen, want met die pijl dringen ze ‘ons’ grondgebied binnen.”
Ten tweede: ook de extreme dikte van de pijl suggereert een invasie. „De omsingeling en dikke invasiepijlen zijn de beeldtaal die we kennen uit oorlogspropaganda en militaire invasies. Deze kaart schreeuwt: we worden aangevallen! Niet voor niets gebruiken de eurosceptische Geert Wilders en de Brexiteers in hun campagnes precies dezelfde beeldtaal om hun extreem nationalistische anti-immigratiestandpunten over het voetlicht te brengen. Ik denk dat de EU en Frontex, die claimen mensenrechten te verdedigen en de rechtsstaat overeind te willen houden, zich daarover wel achter de oren mogen krabben.”
Ten derde: de pijl loopt in een rechte lijn. „Alsof de reis zo veilig en comfortabel zou zijn als een gemiddelde rechtstreekse vliegreis van een toerist. In werkelijkheid verloopt de reis van een migrant nooit zo lineair. Ze mogen niet vliegen, omdat ze geen visum krijgen van de EU. De reis duurt daardoor lang, is vol omwegen en vol gevaar, in veel gevallen zelfs dodelijk. Het is geen lijn, eerder een langdurige zigzagroute.”
En ten slotte: de gebruikte kleuren – een rode pijl dringt de blauwe EU binnen. „Dat zijn geen neutrale kleuren, weten we uit kleurstudies. Rood wijst op gevaar, babyblauw op onschuld. Een problematisch frame, want de mensen vluchten juist weg van het gevaar. Vluchtelingen op een kaart als gevaar typeren voedt het extreem-rechtse discours. En de EU is ook niet alleen maar ‘slachtoffer’. Er vindt uitbuiting plaats van ongedocumenteerde migranten in tal van sectoren in de Europese economie. Verder dragen verschillende Europese landen met hun handelsbeleid bij aan oneerlijke handel en mondiale ongelijkheid en daarmee aan de voedingsbodem voor meer migratie. Ook heeft de bijdrage van de EU aan de oorlog en bombardementen in landen als Syrië, Irak en Afghanistan veel vluchtelingen opgeleverd. Tot slot staat het eigen EU-grensbeleid, met haar pushbacks, deals en geweld, op gespannen voet met mensenrechten en internationale verdragen. Daar past babyblauw bepaald niet bij.”
Niet-neutrale projectie
Wat Van Houtum maar gezegd wil hebben: elke kaart vertelt een verhaal. Een landkaart is een model, een versimpelde en niet-neutrale weergave van de werkelijkheid, die één perspectief biedt uit vele mogelijke opties. En dan is het goed om te beseffen dat de standaard wereldkaart alleen het verhaal van de staat vertelt.
Dat dominante perspectief, zegt de hoogleraar, is er al sinds de zestiende eeuw, toen de Vlaamse cartograaf Gerard Mercator de atlas uitvond en hij een kaart ontwikkelde om de navigatie van koloniale machten te vergemakkelijken. „Het ging hem om het afbeelden van de reeds bekende en ‘ontdekte’ – lees: veroverde – territoria. Met het laten zien van statelijke territoria is an sich niks mis. Dat is een manier om naar de wereld te kijken. Maar het is niet de enige manier.” In zijn boek wil Van Houtum de kaart van die ene zienswijze ‘bevrijden’ – vandaar Free the map.
Kun je Mercator niet ook gewoon zien als wetenschapper die wilde helpen bij het vinden van de weg?
„De beroemde wereldkaart van Mercator uit 1569, waarin voor het eerst de typische mercatorprojectie met Europa in het midden werd gebruikt, heette Nova et Aucta Orbis Terrae Descriptio ad Usum Navigantium Emendate Accommodata (Nieuwe en completere weergave van de aardbol, aangepast voor gebruik bij navigatie). De kaart had dus als doel de kennis van de wereld te representeren en tegelijkertijd bruikbaar te zijn voor de Europese zeevaart, die sterk op de koloniën was gericht. Navigatie en verovering waren dus verbonden.
„De ontwikkeling van de atlas had een breder doel dan kolonialisme: Mercator wilde een voorstelling van de wereld maken. Maar in zijn opzet en uitbeelding van de wereld, met een nadruk op territoria en niet zozeer mensen en hun beleving of verbindingen, was de mercatorprojectie, die uiteindelijk dominant werd in de atlas, wel dienstbaar aan de staat. En dat is de atlas eigenlijk nog steeds.”
Lees ook
Een verschrikkelijke nazi-kaart gaf de geschiedenis vorm
Waarom is het problematisch dat de cartografie het perspectief van de natiestaat promoot?
„Wereldkaarten plaatsen de belangen van de natiestaten en daarmee impliciet de beveiliging van grenzen boven het welzijn en de zorgen van mensen. Kaarten zijn door de geschiedenis heen politiek misbruikt en worden nog steeds misbruikt. Denk aan de kolonisatie van Afrika, waarvan de gevolgen nog steeds voelbaar zijn, waarbij mensen er niet toe deden, maar alleen de verdeling van gebieden. Of denk aan de aanhoudende extreem gewelddadige strijd tussen Israël en Palestina, waarin tegenstrijdige cartografische claims een cruciale rol spelen. In de woorden van Mercator zelf: een kaart fabriceert de wereld. En met dat wereldbeeld creëert of bestendigt ze politieke macht.”
De Bosatlas staat toch juist vol met kaarten die allemaal een ander verhaal vertellen, over klimaat, gebergte en begroeiing?
„Zeker. En dat zijn vaak prachtige en inzichtelijke kaarten die in deze tijd van klimaatcrisis alleen maar belangrijker worden, omdat ze heel goed de onderlinge afhankelijkheden en relaties laten zien in de natuur op aarde. Mijn kritiek richt zich in eerste instantie niet op die kaarten, maar op de politieke wereldkaart in een standaardatlas.”
Toerisme
De manier waarop migratie doorgaans afgebeeld wordt stoort Van Houtum in het bijzonder. Bijvoorbeeld dat de kaartjes vaak over asielzoekers gaan, terwijl maar een op de acht migranten asiel zoekt. „De categorie ‘asielzoekers’ wordt veel te groot gemaakt. Zeven op de acht zijn geen asielmigranten, maar bijvoorbeeld arbeidsmigranten. Die worden zelden zo afgebeeld in atlassen, of op kaartjes die de media doorgaans publiceren. Laat staan dat die kaartjes andere mobiliteit weergeven, zoals emigratie, toerisme, of zakelijk verkeer. Of de arbeidsbehoefte van Europese werkgevers.”
Op de eerder besproken Frontex-kaart gaat het in het geval van de grootste pijl, de Syriërs, die groter is afgebeeld dan hele landen, om enkele honderdduizenden asielzoekers. Wat voor gigantische pijlen, zegt Van Houtum, zouden er wel niet nodig zijn als het aantal jaarlijkse toeristen dat bijvoorbeeld alleen al naar Frankrijk gaat, meer dan tachtig miljoen, afgebeeld zouden worden in dezelfde beeldtaal?
„Alles aan de manier waarop asielzoekers op kaarten afgebeeld worden schreeuwt: aantallen! Het zijn er zo veel! We moeten ons verdedigen! Het menselijke perspectief ontbreekt. Dat kan ook anders. De Franse cartograaf Philippe Rekacewicz ontwierp bijvoorbeeld een kaart van Europa en Afrika waarop de onderlinge verwevenheid van mensen, spullen en geldstromen niet met pijlen, maar met tandwielen afgebeeld wordt. Veel meer dan zo’n eenzijdige pijl benadrukt dat het dynamische karakter van mobiliteit, van economieën en culturen die elkaar voortdurend beïnvloeden.”
Geen land, zegt de migratie-expert, is autarkisch. Allemaal hebben ze te maken met hulpbronnen en internationale handel. „En ja, de beweging van mensen hoort ook bij die globalisering.” Met een knipoog stelt Van Houtum voor om de statische ‘atlas’ aan te vullen met een ‘hermes’. In de Griekse mythologie was Hermes, de kleinzoon van Atlas, de god van mobiliteit en menselijke connecties. „Mijn doel is om het perspectief te verbreden. Een atlas is niet het enige visuele verhaal van de wereld. Ceci n’est pas le monde.”