Opinie | De gewone man moet je heel serieus nemen. En dus niet bij voorbaat gelijk geven

Soms is de angst om te discrimineren zo groot dat er overcompensatie ontstaat. Er zijn bijvoorbeeld mannen, ze noemen zichzelf graag feminist, die vrouwen op een voetstuk plaatsen. Zij vinden vrouwen eigenlijk de betere, lievere, onschuldiger soort, waarmee ze onbedoeld bijdragen aan het benauwende ideaal dat ze menen te bestrijden.

Of neem columnisten die doorgaan voor progressief omdat ze moslims per definitie als slachtoffer zien. Islamitische voetballers die geen regenboogband willen dragen, kun je maar beter met rust laten, vinden zij. Die hebben het immers al zwaar genoeg.

Noem het gespiegelde discriminatie.

Sinds een aantal weken kan aan dit verschijnsel een nieuwe categorie worden toegevoegd: schrijvers die PVV-stemmers als kinderen behandelen. De redenering gaat ongeveer als volgt. De afgelopen decennia heeft de elite een neoliberale samenleving gecreëerd die voor de gewone man een ware hel kan worden genoemd. Zijn keuze voor de PVV is geen stem op de standpunten van die partij, maar een wanhoopskreet gericht aan het hele politieke bestel: help mij, want ik dreig te verzuipen.

Dat dit een vorm van overcompensatie is, bleek onder meer uit de reactie van schrijver en hoogleraar Ewald Engelen op een item van het satirische tv-programma Plakshot dat afgelopen maand viraal ging. In dit item vraagt Roel Maalderink, maker van het programma, ogenschijnlijk willekeurige Nederlanders welke grondrechten zij zouden schrappen, als ze mochten kiezen. Meerdere geïnterviewden grijpen hun kans om er een aantal te noemen. Demonstratierecht, discriminatieverbod, vrijheid van meningsuiting – weg met die onzin.

Medeplichtige kijker

Toegegeven, het filmpje heeft iets smerigs. Maalderink lijkt zich voor te doen als onderzoeker, hij heeft een klembord in zijn handen en een bril op zijn neus die bij het stereotype wetenschapper past. De geïnterviewden worden geprankt, om het modern te zeggen, en de prank is een smakeloos genre, omdat het lijdend voorwerp geen idee heeft waaraan het precies zijn medewerking verleent.

Als kijker voel je je medeplichtig. Maalderink moedigt de geïnterviewden aan tot lompe statements, zodat wij ons kunnen verbazen over hun gebrek aan besef van democratische beginselen. Over hun stompzinnigheid, kortom. Het is een soort geniepige variant op wat columnist Sander Schimmelpenninck groot heeft gemaakt: mensen van wie we vermoeden dat ze op populistische partijen stemmen uitschelden voor „domrechts”. Wat Schimmelpenninck op Maalderink voor heeft, is dat hij dit recht in hun gezicht doet, maar beiden preken voor eigen parochie. Er is geen werkelijke interesse in debat, of in de denkbeelden van PVV-stemmers.

Toch is de frustratie van beide heren begrijpelijk. Wat bijvoorbeeld de Nederlanders in het filmpje van Maalderink suggereren, dat het demonstratierecht alleen moet gelden voor specifieke groeperingen, om maar iets te noemen, is buitengewoon zorgwekkend. Vermoedelijk kon je dertig jaar geleden ook wel een paar mensen vinden die dit soort anti-democratische ideeën aan een draaiende camera zouden toevertrouwen, maar de kans is groot dat dit vandaag de dag een stuk makkelijker gaat – en dat rechtvaardigt het item van Maalderink.

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek onlangs nog dat steeds meer Nederlanders een broertje dood hebben aan demonstraties van andersdenkenden. „Als ze het niet met de inhoud eens zijn”, aldus een van de onderzoekers, „keuren mensen demonstraties vaker af.” Voeg daaraan toe dat we op het punt staan geregeerd te worden door een kabinet met daarin een partij die de verkiezingen heeft gewonnen met anti-democratische standpunten, en de conclusie is helder: het Nederlandse electoraat heeft op 22 november een naargeestige afslag genomen.

Het Plakshot-item heeft iets smerigs

Ewald Engelen ziet dat anders. De financieel geograaf vertelde na de verkiezingen in het Amsterdamse debatcentrum De Balie dat hij „eigenlijk – durf ik het te zeggen – heel erg blij” was dat het de PVV was geworden en niet de VVD. Volgens Engelen is de winst van de PVV, daar komt-ie, een uitdrukking van burgers „die de afgelopen dertien jaar last hebben gehad van het neoliberale afbraakbeleid van Rutte”.

Geen wonder dat Engelen walgde van het Plakshot-item. „Satire over de rug van nietsvermoedende burgers… gadverdamme”, schreef hij op X. In een column voor De Groene Amsterdammer ging hij hier verder op in. Uit de reacties van progressieven op het filmpje – ‘beangstigend’, ‘misschien toch eens tijd dat we onze democratie uitleggen in het onderwijs’, enzovoorts – bleek volgens Engelen precies de verkeerde reflex. „Geen bezinning en zelfreflectie, maar steeds vaker agressieve beschuldiging aan het adres van de 2,4 miljoen PVV-stemmers.” En verderop: „Alsof de PVV-stemmer onmondig, onvolwassen of, erger nog, een psychiatrisch geval is.”

Een sentimenteel gedicht

Engelen lijkt niet door te hebben dat hij zich zelf schuldig maakt aan wat hij anderen verwijt. Nergens benoemt hij de ernst van de overtuigingen van de geïnterviewden. In een armoedige poging ze serieus te nemen, gebeurt het omgekeerde: hij doet alsof ze niet verantwoordelijk zijn voor hun eigen uitspraken. Het zijn gewone mensen, moeten we met Engelen concluderen, en hun ideeën zijn irrelevant.

Engelen is lang niet de enige. Journalist en schrijver Arjen van Veelen schreef in NRC een sentimenteel gedicht waarin hij ‘wij’ tegenover ‘zij’ plaatste. Terwijl wij, de theoretisch geschoolden, ons bezighielden met regenboogvlaggen, moesten zij, de praktisch geschoolden, op Schiphol onze koffers dragen. Slechte column, zou je denken, kan een keer gebeuren. Maar in een verklaring die Van Veelen later, na een storm van kritiek, voor De Correspondent schreef, deed hij het opnieuw. De elite, waarmee hij iedereen van links tot rechts bedoelde, had een samenleving voor zichzelf ingericht, terwijl de gewone man, de praktisch geschoolden, in de verdrukking raakte. De PVV was zijn reddingsboei.


Lees ook
Mythe van de gewone man is een gevaar voor de democratie

<strong>Kiezers stemmen</strong> voor Congresverkiezingen in Virginia.” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/opinie-de-gewone-man-moet-je-heel-serieus-nemen-en-dus-niet-bij-voorbaat-gelijk-geven.jpg”><br />
</a> </p>
<p>Zelfs schrijver en filosoof Maxim Februari, doorgaans toch het toonbeeld van kritische distantie, bleek in de val van Wilders te zijn gelopen. Ook hij zette de elite tegenover het volk. Er lopen mensen in Nederland rond „met heel terechte zorgen en die moeten ergens landen”, zei Februari in <a rel=een interview in NRC. Let op het woordje terecht. De zorgen van de PVV-stemmer zijn altijd terecht. Maar het wordt nog vreemder. „Links is zich uit tribalisme gaan vastbijten in een levensstijl-strijd: gezellig met elkaar dezelfde lifestyle hebben en hetzelfde gelijk delen. Daardoor is een hele grote groep verwaarloosd geraakt.” Februari neemt enorme stappen. Hoezo krijgt links, in Nederland inmiddels een marginaal verschijnsel, nu weer de schuld? „Dat die groep vervolgens bij de PVV terecht is gekomen, is heel vervelend, omdat die partij een vergaande inbreuk maakt op de grondrechten.”

Puntje voor Februari ten opzichte van Engelen, omdat hij aangeeft waarom de winst van de PVV geen feest is. Toch is die zin daarvoor, over een groep die bij de PVV „terecht is gekomen”, alleszeggend. Het is kennelijk geen groep die ergens voor kiest, het is een groep die ergens belandt.

Altijd vrijuit

Geen van deze duiders kan uitleggen waarom de SP, een van de felste tegenstanders van het neoliberalisme, is gedecimeerd. Waarom de afkeer van buitenlanders in onderzoeken zo nadrukkelijk naar voren komt. Of ja, dan zegt bijvoorbeeld Van Veelen: komt alsnog door het neoliberalisme, want neoliberalisme maakt slachtoffers, en slachtoffers wijzen vanzelf naar de vreemdeling als schuldige. De gewone man gaat altijd vrijuit, en dus gaat de PVV vrijuit, want gewone mensen mogen we niet op hun ideeën beoordelen, maar we moeten ze wel serieus nemen.

Zoals mannen moeten leren dat vrouwen mensen zijn, en progressieven dat moslims zich net zo bekrompen kunnen gedragen als andere Nederlanders, moeten schrijvers leren dat gewone mensen ernstige politieke ideeën kunnen hebben die niet uit nood, maar uit overtuiging zijn ontstaan. Hoe je deze mensen op andere gedachten brengt, blijft de vraag. Maar ze niet bij voorbaat gelijk geven, is misschien een begin.


Lees ook
De PVV is niet slechts een doorgeefluik

 De PVV is niet slechts een doorgeefluik