Snelle bevolkingsgroei? Grote delen van Europa krimpen juist

Een dag nadat in Nederland een Staatscommissie een actieplan voor het beperken van de bevolkingsgroei bepleitte, deed Emmanuel Macron een heel andere oproep. Tijdens een grote persconferentie kondigde de Franse president dinsdagavond een ‘demografische herbewapening’ aan.

Diezelfde ochtend was bekend geworden dat de Franse geboortecijfers op het laagste niveau sinds de Tweede Wereldoorlog uitkomen en sinds 2010 met 20 procent zijn gedaald. Om die trend te keren, zet Macron onder meer in op een vernieuwd geboorteverlof en een „strijd tegen de onvruchtbaarheid” – overigens is nog onduidelijk met welke wapens.

Demografie is in meer Europese landen een urgent thema aan het worden. Een vergrijzende bevolking en lage geboortecijfers zetten overal druk op de samenleving en voorzieningen. Eurostat, het statistisch bureau van de EU, schat in prognoses dat de Europese bevolking rond 2026 piekt, om daarna gestaag te dalen. Door vergrijzing daalt het werkende deel van de Europeanen nog sneller.

Waar in Nederland de zorgen groeien over te snelle bevolkingsgroei, maakt het overgrote deel van de EU zich vooral zorgen over sterke krimp. Voor een deel hangen die zorgen met elkaar samen. In de eengemaakte Europese markt trekken arbeidsmigranten zonder veel obstakels van armere regio’s naar de rijkere – in de meeste gevallen van het oosten en zuiden naar het noorden en westen.

Vrijheid om te blijven

Het is een natuurlijk gevolg van de liberalisering in Europa – iets waarvoor ook Nederland altijd sterk heeft gepleit. Maar de uitwassen beginnen wel te knellen, en niet alleen in het steeds dichtbevolktere Nederland. Negen van de tien snelst krimpende landen ter wereld liggen in Centraal- en Oost-Europa, becijferden de Verenigde Naties eind 2022. Dat komt door lage geboortecijfers en arbeidsmigratie. Gecombineerd met een snelle vergrijzing zet dat grote druk op de beroepsbevolking.

Ook in Brussel wordt nu voorzichtig nagedacht over wat te doen aan die ongelijkheden. De Italiaanse oud-premier Enrico Letta werkt momenteel aan een langverwacht advies over de interne markt en liet al meermaals doorschemeren óók naar arbeidsmigratie te willen kijken. „Tot nu toe zagen we de interne markt steeds alleen in het kader van de vrijheid om je te verplaatsen. Ik zou er graag aan willen toevoegen: de vrijheid om ergens te blijven”, zei hij begin deze maand tegen Politico.

Kan Europa zijn geboortecijfers dan niet wat opkrikken? Dat zelfs Frankrijk, traditioneel babykampioen van Europa, daarmee nu worstelt toont wel dat dat niet zo eenvoudig is. In een speciaal demografie-adviesstuk zette de Europese Commissie onlangs wat bestaand beleid op een rijtje: ruimhartig verlof en toeslagen en goede kinderopvang. Maar uiteindelijk tonen voorbeeldlanden, bijvoorbeeld in Scandinavië, dat de effecten daarvan ook beperkt blijven.

Aandeel Europeanen daalt

Eurocommissaris Ylva Johansson (Binnenlandse Zaken) schatte onlangs dat de EU de komende jaren jaarlijks een miljoen arbeidsmigranten nodig heeft om de beroepsbevolking louter op peil te houden. In de toekomst zou dat nog kunnen toenemen. Maar de weerstand tegen migranten, illegaal of legaal, groeit net als in Nederland in veel Europese landen.

Voor Europese overheden is het een ingewikkeld dilemma. Eurostat schat dat het aandeel Europeanen in de wereld tot 2070 met 2 procentpunt daalt tot 4 procent. Dat zet ook druk op de mondiale concurrentiekracht van Europa. Bij voorstellen voor het makkelijker aantrekken van kennismigranten benadrukte de Europese Commissie onlangs dat Europa de „mondiale race voor talent” waarin het op dit moment is verwikkeld „aan het verliezen” is.

Het toont de demografische knoop van Europa – tegelijk worstelend met vergrijzing en krimp én bevolkingsdruk en anti-migratiesentiment. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen noemde demografie onlangs „altijd belangrijk maar nooit urgent”. Dat zou de komende jaren zomaar kunnen veranderen.