Column | Meer of minder oplossingen?

‘Elk probleem kan worden opgelost. Zo sta ik in het leven”, zei Dilan Yesilgöz woensdag tegen journalisten. Ze was ernaar gevraagd omdat formatiepartner Geert Wilders die ochtend had verkondigd dat de formerende partijen „een probleem” hadden. De VVD-fractie in de Eerste Kamer had dinsdag besloten vóór de spreidingswet te zullen stemmen, tot ongenoegen van de PVV-leider, die „MIJN HEMEL” twitterde met een geschrokken emoji erachter.

De formerende partijen hadden dus een probleem omdat de VVD-senatoren een probleem wilden oplossen. Dat was een van de redenen om na twee dagen debatteren voor de wet te stemmen: dat lokale bestuurders, ook die van de VVD, de spreidingswet een oplossing noemden voor de ongelijk verdeelde, vaak ad hoc geregelde en daardoor ook onnodig prijzige asielopvang.

Toevallig was diezelfde dinsdag een rapport verschenen waarin de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen een oplossing probeerde te formuleren voor de dreigende schaarste als de bevolking zo snel blijft groeien. De overheid moet de immigratie afremmen, aldus de commissie: als de bevolking boven de 20 miljoen komt zou dat een te grote druk leggen op de zorg, het onderwijs, de woningmarkt en de sociale cohesie.

Een cadeau voor een nieuwe rechtse coalitie, klonk het in analyses. Sommige betrokkenen, zoals BBB-Kamerlid Mona Keijzer, omarmden het rapport meteen. Maar zouden de formerende partijen inderdaad veel kunnen met de door de commissie voorgestelde maatregelen?

NSC waarschijnlijk nog het meest. Pieter Omtzigt noemde het rapport op X een „evenwichtig advies”, en er is best wat overlap met het NSC-programma, vooral op het gebied van arbeidsmigratie. De commissie pleit voor een selectiever beleid: wel mensen hierheen halen om in de zorg te werken, maar immigratie ontmoedigen voor sectoren die minder bijdragen aan de brede welvaart, zoals de landbouw en de uitzendbranche.

Het zou een drastische wending betekenen. Als je echt minder arbeidsmigranten wilt, zei migratiedeskundige Hein de Haas dinsdag bij Op1, „dan zul je economisch en arbeidsmarktbeleid moeten voeren dat haaks staat op het liberaliseringsbeleid van de afgelopen dertig jaar”. In zijn boek Hoe migratie echt werkt beschrijft De Haas dat het vooral de economische elites zijn die profiteren van arbeidsmigratie – zeg maar de VVD-kiezers.

Zou Yesilgöz, die vindt dat elk probleem kan worden opgelost, ook openstaan voor dit soort oplossingen? Of zou de VVD toch weer kiezen voor symboolpolitiek (denk aan het in de kou laten staan van Afghaanse tolken tijdens de machtsovername door de Taliban) en verder gewoon doorgaan met het verwelkomen van arbeidsmigranten die toch niet bij de achterban in de buurt komen wonen?

En Caroline van der Plas? Zou zij bereid zijn de arbeidsmigratie te beperken als dat tot tekorten leidt in de kassen en de slachthuizen? Het BBB-programma is nogal zwijgzaam over arbeidsmigratie.

Dan rest nog Geert Wilders. Zou die nu zijn kans grijpen om echt iets te betekenen voor de mensen voor wie hij zegt op te komen? Ook als hij daarvoor dingen moet doen die hem tegen de borst stuiten, zoals nieuwe Europese asielafspraken maken, asielzoekers sneller laten werken en blijven investeren in ontwikkelingslanden? Dit zijn wat ideeën van de staatscommissie om de asielmigratie terug te dringen en/of soepeler te laten verlopen – een beetje summier, maar haalbaarder dan wat Wilders ooit heeft voorgesteld.

Kortom, durven de formerende partijen het aan om maatregelen te nemen die mogelijk goed werken, maar waarvan de achterban niet meteen enthousiast wordt? Ik betwijfel het. Andere dingen zijn meestal net wat belangrijker. Compromisloos overkomen en niet betrapt worden op ‘draaien’, bijvoorbeeld. Politici praten op een onoprechte manier over migratie, schrijft Hein de Haas in zijn boek. „Deze retorische schijnvertoning leidt de aandacht af van het echte vraagstuk en de echte migratieproblemen die er zijn en die dringend om een aanpak vragen.” Het rapport van de staatscommissie noemde hij deze week in debatcentrum De Balie „een stap vooruit”.

Misschien is het rapport dus juist géén cadeau voor de formerende partijen. Het kan ze dwingen te bekennen dat ze weinig affiniteit hebben met oplossingen. Of zoals de satirische site De Speld Dilan Yesilgöz liet zeggen: „Met oplossingen los je het probleem niet op.”