Deze week luisterde ik naar een lang gesprek over een van mijn favoriete gespreksonderwerpen: ‘goede smaak.’ Goede smaak is tricky. Het is een eindeloze bron van bluf, schaamte en statusangst. Je wil graag goede smaak hebben, maar alleen anderen kunnen beslissen of jij het hebt. Hoe speel je dat klaar?
Precies daarover sprak The New York Times-columnist Ezra Klein met The New Yorker-journalist Kyle Chayka. Volgens Chayka, auteur van Filterworld, over smaak in de 21ste eeuw, gaat smaak vooral over zelfkennis. Smaak is „kijken naar de wereld om je heen en daaruit kiezen wat er met jou resoneert, wat jou het gevoel geeft dat je bent wie je bent”. Goede, en dus authentieke smaak is volgens de mannen belangrijker dan ooit. Het internet zoals het nu bestaat duwt ons met algoritmes naar wat we al kennen, of naar wat de meeste mensen mooi vinden. Zo vormt zich „een grote blob generieke cultuur”. En de doorsnee mens is de ideale consument in het kapitalisme, dus echt eigen smaak is niet minder dan een vorm van maatschappelijk verzet. We moeten leren zelf nadenken, aldus Chayka.
Kan dat? Echt voor jezelf denken? Een autonome smaak ontwikkelen? Als ik over smaak praat, begin ik graag over mijn theorie van het ‘keukentrapje van de goede smaak’. Dat trapje heeft drie treden. Wie aan de slag wil met zijn smaak begint op de eerste tree. Bijvoorbeeld met een componist als Mozart. Dit is mooi, denk je dan, ik luister naar Mozart, ik geniet ervan, dit is hoge kunst, ik heb goede smaak. Maar dan stap je een trede hoger. Daar waait een andere wind. Mozart, dat is eigenlijk maar commerciële, oppervlakkige, op effectbejag geschreven kitsch. Niet míjn smaak. Doe mij maar [insert ondoordringbaarder componist].
Nu komen we ergens. Deze persoon heeft écht goede, eigen smaak. Tot je nog een stap zet, naar de derde trede. Wie daar staat heeft het werkelijk door. Ik ken de kritiek op Mozart wel, zegt die. En ja, ik snap waarom jij denkt dat dit frivool is. Maar als je écht goed luistert, hoor je dat het allesbehalve oppervlakkig is. Juist Mozart is voor de kenner een hele grote. Schaakmat.
In gesprekken over Russische klassiekers (in die prachtige dun-druk-uitgaven een robuuste markering van goede smaak), zie je dit vaak gebeuren met Dostojevski. De ‘goede smaak’-beginneling weet: Fjodor Dostojevski, dat is een belangrijke Russische schrijver van dikke humorloze boeken, dus: goede smaak. Op het tweede trapje staan de Dostojevski-haters. In navolging van Karel van het Reve zijn zij soeverein in hun oordeel, niet geïntimideerd door Dostojevski’s reputatie, en verklaren dat hij in feite alleen banale, schreeuwende personages opvoert in matige, langdradige stijl. Bovenaan het keukentrapje lacht men hierom. Juist Dostojevski – die zo vaak verkeerd begrepen wordt – is het summum van Literatuur.
Wie de drie treden kent, ziet ze vaker. Britney Spears staat ook vaak op het trapje. Prima muziek voor de navïeve pop-beginner, maar de semi-gevorderde vindt haar een oninteressant massaproduct. Tot je op de derde trede staat, waar je de onvermijdelijke man aantreft die, enthousiast over zijn eigen on-ironische oprechtheid hierover, uitlegt: maar Toxic, dat is echt een goed nummer.
En het ís ook een goed nummer. Maar zo’n opmerking is ook een verklaring van de eigen superieure verhevenheid boven de snobistische luisteraars die zich blindstaren op Britneys populariteit bij de massa. De waardering voor Toxic is niet louter een uiting van een verfijnde afstemming met je diepste zelf.
Ik beken dat ik er op mijn beurt van houd mensen op de tweede of derde trede te betrappen, en dat dat weer een manier is om te laten zien ik dit allemaal doorheb en dat mijn smaak boven alle twijfel verheven is.
Uit het doolhof van de ‘goede smaak’ ontsnap je niet.
Toen ik dit vertelde aan een wat belezener vriend, mijn theorie van het keukentrapje, wees hij me er liefdevol op dat dit allemaal niet echt oorspronkelijke gedachtes waren. „Je bent nu gewoon een boek van Bourdieu aan het navertellen. Lees La Distinction.” Hij had gelijk. En toch bevestigde hij alleen maar mijn punt. Zelfs mijn ideeën over smaak zijn niet geheel authentiek, en komen niet alleen maar uit mezelf.
Eva Peek is redacteur van NRC.